- Door
- Arnout Veenman
- geplaatst op
- 26 oktober 2009 08:05 uur
Google heeft een nieuw systeem ontwikkeld waarmee het de belasting van haar systemen dynamisch verdeeld en verplaatst tussen verschillende datacentra en miljoenen servers. Dit systeem genaamd Google Spanner maakt het mogelijk om in het geval van hardware of bandbreedte problemen binnen enkele seconden automatisch, zonder menselijke tussenkomst, tussen datacentra te schakelen, meldt The Register.
Door Jeff Dean van Google wordt het platform in een presentatie (pdf) beschreven als een systeem dat “de opslag en rekencapaciteit van alle datacentra automatisch verplaatst en kopieën van data verplaatst op basis van beperkingen en gebruikspatronen”. Het gaat om beperkingen op het gebied van bandbreedte, packet loss, stroom, resources en “failure modes”. Spanner werkt als één grote namespace waarin data in hiërarchische directories is opgeslagen. Een kopie van alle data moet redundant op 5 locaties worden opgeslagen. Op twee schijven in de VS, twee schijven in Europa en één schijf in Azië.
Een voorbeeld van het gebruik van Spanner is het Google Belgium datacentrum. Dit datacentrum draait zonder chillers. Wanneer de buitenlucht te warm wordt om mee te koelen wordt het datacentrum (gedeeltelijk) uitgeschakeld. De processen die in het datacentrum draaien worden automatisch verplaatst naar een ander datacentrum.
Uiteindelijk is het de bedoeling om Spanner op te schalen tot tussen de één en tien miljoen servers, die verspreid staan over tussen de 100 en 1.000 locaties wereldwijd. Deze systemen zullen uiteindelijk één biljoen directories bevatten met één exabyte aan opslag. Verder stelt Dean dat Google werkt met “zones of semi-autonomous control”, waaruit blijkt dat Google haar infrastructuur verdeeld in autonome onderdelen die onafhankelijk van elkaar functioneren.