- Door
- Arnout Veenman
- geplaatst op
- 26 maart 2008 08:03 uur
Vorige week woensdag ben ik op de koffie geweest bij We Dare in Amsterdam. Hier had ik een gesprek met directeur Jordy Dost en heb ik een rondleiding gekregen door het Databarn datacentrum.
We Dare
We Dare is door Jordy Dost in 2000 midden in de dotcom hype gestart. Dost is begonnen met het aanbieden van streaming media hosting, alleen in die tijd was colocatie ruimte onbetaalbaar. Dost dacht dat hij dat wel beter kon en richtte daarom zijn eigen datavloer in de Spaanse Kubus in Rotterdam in en plaatste daar zijn servers.
Gezien er destijds nog maar zo’n 140.000 ADSL-aansluitingen in Nederland waren, zou het nog enige jaren duren voordat streaming media echt zou gaan doorbreken en zo bleef de datavloer van We Dare grotendeels leeg. Dost gooide daarom het roer om en de ruimte te verhuren aan derden. Sindsdien is We Dare gespecialiseerd in het aanbieden colocatie.
De vraag die ik daarbij nog had was hoe het nou zat met bepaalde verhalen dat Dost zijn vader de eigenaar van de Spaanse Kubus was en dat hij daar als zoon zijn eigen bedrijf mocht beginnen. Dat klopt zo stelt Dost, al was dat wel gewoon een zakelijke overeenkomst en is het niet zo dat Dost het in de schoot geworden heeft gekregen.
Databarn
Het Databarn datacentrum is oorspronkelijk gebouwd door Jamby het bedrijf van Adam Curry. Jamby richtte zich net als We Dare destijds op het aanbieden van streaming media hosting, maar liep ook tegen het probleem aan de markt hier nog niet klaar voor was door het nog relatieve kleine aandeel van breedband verbindingen in Nederland.
Dost was ondertussen aan het kijken naar een uitwijk locatie voor zijn Rotterdamse datacentrum, grotere corporate klanten en gemeenten eisen dan dat er tussen de operationele en uitwijk locatie tenminste enkele tientallen kilometers zitten en dan kom je toch al snel uit bij Amsterdam. Toen Jamby, waaronder ook Databarn, failliet ging was dat voor Dost een buitenkans en nam hij het datacentrum inclusief de naam Databarn van de curator over.
Databarn is geen klein datacentrum, de bruto vloeroppervlakte is 1.600m2 waarvan 1.250m2 als datavloer is ingericht. Op de begane grond bevinden zich de private suites van klanten van Databarn en op de eerste verdieping bevindt zich de shared colocatie datavloer.
Dost wil We Dare en Databarn in de toekomst neerzetten als twee losse bedrijven. Nu is Databarn nog een onderdeel van We Dare maar dat moet veranderen. Het probleem is dat Dost niet met zijn eigen klanten wil concurreren, maar door vanuit het zelfde bedrijf ook netwerkconnectiviteit aan te bieden doet Dost dat op dit moment wel, zo vindt hij zelf. Daarom moet het uiteindelijk zo worden dat We Dare één van de partijen is die in het Databarn datacentrum aanwezig is. Of het Rotterdamse We Dare datacentrum tegen die tijd ook Databarn zal gaan heten weet Dost nog niet.
Redundante airco’s
De shared colocatie datavloer ziet er netjes verzorgd uit. Op twaalf verschillende plekken bevinden zich de airco units, die zo legde Dost mij uit, uitgerust zijn met dubbele compressors, die om beurten draaien om de levensduur te optimaliseren, maar deze zijn redundant. Dus wanneer één van de compressoren defect raakt en/of vervangen moet worden, dan heeft dat geen gevolgen voor de temperatuur op de datavloer.
Zelfs al raakt een volledige airco unit defect, dan kan dat zelfs worden opgevangen door beide compressoren in een andere airco unit gelijktijdig te laten draaien. Verder wees Dost mij er op dat de airco units bijzonder stil zijn, waardoor je geen enorme herrie op de datavloer hebt, behalve dan van de draaide servers.
De koude lucht wordt op de datavloer onder de datavloer ingeblazen én wordt via buizen die aan het plafond hangen over de hele oppervlakte van de datavloer weer afgezogen. Al wordt er geen gebruik gemaakt van het coldcoridor principe. Verder hangt er op de datavloer een standalone luchtbevochtiger, omdat airco’s per definitie de lucht droog maken. Te veel luchtvochtigheid op de datavloer is niet goed voor je apparatuur, maar door een te droge lucht ontstaat er statische elektriciteit. Dat is net zo onwenselijk.
Géén automatische blusinstallatie
Verder bevinden zich op de shared colocatievloer nog VESDA rookmelders in alle hoeken en de VESDA buizen lopen ook over de airco units omdat daar de meeste lucht circulatie plaatsvindt. Bij een minimale rookdetectie wordt er direct al een pre-alarm gegeven dat wordt opgevolgd door het beveiligingsbedrijf Trigion en krijgt Dost zelf ook een melding.
In het geval van rookmelding wordt er niet automatisch geblust, maar bevinden zich in het hele pand CO2 hand blussers, want zo stelt Dost dat het automatisch blussen met gas vaak met problemen veroorzaakt dan er aan schade ontstaat door de brand zelf.
Midden op de datavloer bevind zich een grote goederenlift waarmee maximaal 1500kg, deze komt uit op een ruimte op de begane grond waar je direct met je bestelbus naar binnen kan rijden en je apparatuur in de lift kan plaatsen, waarna je apparatuur direct op de datavloer is.
Private suites
Aan de private suites op de datavloer op de eerste verdieping viel me op dat de suites zijn opgebouwd met wanden van gips die op de datavloer zelf zijn gebouwd. Helemaal bijzonder vond ik het om te zien dat de deuren van de suites een houten motief hebben. Doordat er op de gang tussen de suites ook een paar schilderijtjes hingen, zag het er eigenlijk wel gezellig uit. Daar is helemaal niks mis mee, sterker nog, ik vond het erg leuk en verfrissend.
Schakelkasten, UPS-systemen, dieselgeneratoren en loadbank
Het laatste deel van de rondleiding ging langs de machine kamers. Allereerst de ruimte waar de schakelkasten en UPS zich bevinden. In deze ruimte bevinden zich in het midden de schakelkasten en langs alle vier de muren van de ruimte bevinden zich een enorme hoeveelheid UPS kasten. Volgens Dost zijn de UPS-systemen zo zwaar uitgerust dat het datacentrum op vol vermogen op de UPS-systemen 45 minuten autonoom kan draaien.
De volgende ruimte die ik te zien kreeg was die waar de generatoren én ook de loadbank stonden. De generatoren zagen er goed onderhouden uit en strak in de verf. Verder bevonden zich in de ruimte lucht inlaat kleppen en de uitlaat van de generatoren.
Helemaal interessant was de aanwezigheid van een loadbank, waarmee de stroomvoorzieningen van het datacentrum kan worden getest bij maximale belasting, zonder dat daarvoor het datacentrum vol hoeft te staan én zonder risico op uitval van het datacentrum, omdat de stroom naar het datacentrum tijdens het testen in bypass staat.
Snoep en fris
Ik heb ook nog een kleine primeur, op de dag dat ik op de koffie ging bij We Dare is er een snoep en frisdrank automaat geleverd, zodat bezoekers van Databarn niet meer persé naar de Burger King verderop hoeven te lopen om snel iets te eten of te drinken te halen.
De foto’s
Racks op de shared colocatie datavloer
Gang naar de private suites
Schakelkasten en UPS-systemen
Dieselgeneratoren