- Door
- Arnout Veenman
- geplaatst op
- 23 april 2008 08:04 uur
Vanmiddag om 15:30 uur staat IS Interned Services in kort geding tegenover De Staat der Nederlanden. Inzet van de het kort geding is de weigering van IS om een website van een klant te verwijderen waarop een belastinginspecteur beschuldigd wordt van het handelen uit racistische motieven ten opzichte van de eigenaar van de site. De reden voor de weigering is dat volgens IS niet eenduidig vaststaat of dit onrechtmatig is.
Arjan Steevels, directeur IS Interned Services:
De reikwijdte van de verantwoordelijkheid van de internet provider is onduidelijk. Het is aan de rechter om deze te bepalen. Wanneer iemand met de dood wordt bedreigd of kinderporno verspreidt, zal IS Interned Services dit onmiddellijk van de site halen omdat de wet dergelijke praktijken verbiedt. Maar in dit specifieke geval wordt een mening geuit op een site. Een mening die door de Staat wordt geduid als beledigend. Volgens de Staat is deze mening dus ‘onmiskenbaar onrechtmatig’. Voor ons is echter niet duidelijk wat wordt verstaan onder ‘onmiskenbaar onrechtmatig’. IS Interned Services heeft een leveringsverplichting naar haar klanten. Wij hebben dus een juridische grond nodig om tot verwijdering van een site van het internet over te gaan.
IS woordvoerder Menno van der Meulen laat tegenover ISPam.nl weten dat ook de eigenaar van de website gedaagd is. Als de rechter de klant veroordeeld tot het verwijderen van de website, dan kan de klant dat onmiddellijk en zonder de hulp van IS doen. Mocht de klant dat weigeren, dan zou IS de website zelf verwijderen, omdat deze onmiskenbaar onrechtmatig is.
Van der Meulen vindt het derhalve merkwaardig dat IS ook gedaagd is. Nu dat toch is gebeurt wil men bij IS antwoord hebben van de rechter hoe een provider zelf moet beoordelen wat ‘onmiskenbaar onrechtmatig is’, gezien dat nu nog een juridisch schemergebied is.
Zelf vind ik het merkwaardig dat De Staat een provider dagvaart, terwijl men samen met de providers bezig is om tot een Notice and Takedown gedragscode te komen, die er juist voor moet zorgen dat providers zich niet meer voor de rechter hoeven te verantwoorden, maar in plaats daarvan iemand die zich benadeeld voelt enkel stappen onderneemt tegen de persoon of partij die mogelijk onrechtmatige zaken zelf op internet heeft geplaatst.
Het is daarom spijtig om te zien dat de Staat op dat gebied zelf niet het goede voorbeeld geeft. Anderzijds onderschrijft dit ook de noodzaak om tot zo’n gedragscode te komen.