- Door
- Rashid Niamat
- geplaatst op
- 26 januari 2012 08:02 uur
Cyberstrategie, cyberwarfare, cyberterrorisme, allemaal termen die de laatste tijd vaak worden gebruik. Nadrukkelijk niet alleen door deskundigen, ook politici en opvallend genoeg militairen menen met enige regelmaat hier iets over te moeten roepen. Dat is soms erg doorzichtig, meeliften met hippe termen om er zelf beter van te worden is natuurlijk in de politiek niet vreemd. Voor militairen ligt dat deels anders. Aan de ene kant moeten die in staat zijn een land of regio te verdedigen tegen aanvallen.
Aanvallen die tegenwoordig niet alleen meer fysiek zijn maar ook virtueel, dwingt ze iets te roepen over de cyberspace. Maar tegelijkertijd moeten we ook heel kritisch blijven als militairen iets roepen over cyberspace. Laten we vooral niet vergeten dat in bijna alle westerse landen de defensiebudgetten onder druk staan. Dus wat is er logischer – vanuit het perspectief van de militair beredeneerd – dan zijn eigen belang te accentueren en daarmee verdere bezuiniging tenminste om te buigen en in te zetten op nieuwe potjes geld voor nieuwe taken? De vrede in cyberspace handhaven, de vermeende cyberlandsgrenzen of cyberlandsbelangen (‘vermeend’ want hoe meet je dat) verdedigen is daarom iets dat veel wordt geroepen.
Maar ondanks het vele roepen en de aandacht die ook door hardware en software vendors aan dit onderwerp wordt besteed (zij hebben een commercieel belang) blijft één vraag vooralsnog niet echt beantwoord. Kan het eigenlijk wel, je eigen cyberspace verdedigen?
Dat die vraag recent lijkt te zijn beantwoord door een actieve Amerikaanse militair is best wel opvallend. Generaal Keith Alexander, hoofd van de National Security Agency NSA en U.S. Cyber Command heeft in november 2011 op een door de FBI gesponsord event namelijk een boekje open gedaan. In de huidige configuratie van de defensie-architectuur en -infrastructuur is volgens hem het defensienetwerk niet te verdedigen.
Natuurlijk moet die opmerking worden gezien in het licht van verdere druk op de defensiebudgetten in de VS. Dus hup het mes in de 15.000 datacenters en 900 helpdesks – dat moet terug naar 300 respectievelijk 2(!). En zelfs dan nog, met zo’n sterke concentratie moet Alexander toegeven dat men niet in staat zal zijn de eigen cyber-infra, laat staan de totale Amerikaanse cyberspace te verdedigen tegen elke denkbare cyberaanval.
Is de 318 miljoen dollar die Washington in 2012 vrijmaakt om de cyberspace te verdedigen tegen aanvallen dan wel goed besteed? (Nederland investeert hiervoor tot 2015 50 miljoen dollar).