- Door
- Rashid Niamat
- geplaatst op
- 16 februari 2012 08:01 uur
Dat er gelukkig een wettelijk kader is dat de verantwoordelijkheden van online dienstaanbieders regelt zien deze groepen over het hoofd – al dan niet bewust – want wat is nu makkelijker dan de schuld afschuiven naar een groep die niet homogeen is en ook op andere wijzen sub-optimaal georganiseerd is.
Nederland is daarin overigens geen uitzondering, ook in andere landen zijn marktpartijen in de online sectoren primair met de eigen business bezig. Het laten horen van één geluid in de pers of de centra van politieke besluitvorming wordt minder belangrijk geacht. Door die prioriteitsstelling van de online sector kan wel de grootst mogelijk onzin over internet bijna straffeloos worden beweerd en voorbeelden daarvan zijn wekelijks in de pers te lezen.
Toch zijn er ook wel eens momenten waarop je de indruk kunt krijgen, dat politici wel begrijpen hoe internet werkt en wat de echte problemen zijn. Dat was althans wat ik dacht na het lezen van een aantal verslagen over het werk de ‘science and technology committee‘ van het Britse parlement en het rapport ’the cost of cybercrime’. Eindelijk eens een benadering waarbij het zwarte pieten niet enig doel lijkt te zijn. Er is zelf een aantal adviezen waar de sector heel blij mee mag zijn.
Maar er is ook een punt dat aanzet tot denken. Het S&T committee heeft namelijk vastgesteld dat een van de problemen bij het tegengaan van cybercrime de communicatie is. Anders gezegd, als er over cybercrime wordt gesproken is dat al snel een grote wolk met jargon die voor een gemiddelde gebruiker niet te begrijpen is. Erger nog: het schrikt klanten – dus mogelijke slachtoffers – af zich daar verder in te verdiepen.
Het S&T committee adviseert daarom dat aanbieders (access en hosting) meer investeren in het op de juiste manier aanspreken van klanten. Slechts met het demystificeren van cybercrime en het uitleggen in gewone mensentaal wordt de klant bewust van de risico’s en begrijp hij beter wat zijn rol in het tegengaan ervan is. Er is toch geen weldenkende hoster die zich daar niet in kan vinden?