- Door
- Arnout Veenman
- geplaatst op
- 14 december 2012 08:01 uur
De belangrijkste uitkomst uit het Domeinnaamdebat 2012 is dat het voorstel om een ieder die belang heeft bij de gegevens van een domeinnaamhouder, die niet zomaar krijgt. Wel komt er een handmatige procedure voor belanghebbenden om in individuele gevallen niet zichtbare houdergegevens op te vragen. Daarnaast wordt het voor particulieren mogelijk om hun gegevens volledig uit de whois te houden. Tenslotte wordt er tegen dropcatching inhoudelijk niks ondernomen. Al wil de SIDN daarbij mogelijk wel een rol gaan vervullen, waar de VvR vast niet blij mee is.
Verstrekking niet openbare houdergegevens
Het uitgangspunt is daarbij dat de SIDN niet op de stoel van de rechter wil gaan zitten, maar zich beperkt tot het volgen en bewaken van de procedure en het voorkomen van misbruik ervan. De procedure is alleen bedoeld voor individuele gevallen en de verstrekking van de gegevens dient binnen de bestaande doelstellingen van de whois te vallen. Daarbij zal de houder van wie de gegevens worden verstrekt, worden geïnformeerd. De SIDN zal de procedure zo inrichten dat het grootschalig verstrekken van gegevens op basis daarvan wordt voorkomen.
Houdergegevens in de whois
Tijdens het Domeinnaamdebat 2012 werden verschillende opmerkingen gemaakt over het verder afschermen van gegevens in de whois. Echter was de consensus wel heel erg “rough’ zoals de SIDN het ook in het eindrapport over het debat beschrijft. Op basis van enkele opmerkingen is besloten om het voorstel door te zetten, maar het afschermen van de gegevens in de whois optioneel te maken. Het admin-c adres moet altijd verplicht worden getoond, maar daarvoor wil de SIDN de mogelijkheid in het leven roepen om als alternatief om een formulier te creëren waarmee een e-mail naar de houder van een domeinnaam wordt gestuurd.
De SIDN gaat er nu voor zorgen dat de volgende gegevens in de whois van .nl-domeinnamen komen:
Dropcatching
Over het voorstel om iets te doen aan dropcatching bij vrijgekomen .nl-domeinnamen was geen consensus. De conclusie is dat voor het principe van first-come, first-served bij vrijgekomen domeinnamen ook geen goed alternatief voorhanden is. Wel gaat de SIDN iets doen om ervoor te zorgen dat de opheffende registrar niet meer (als enige) weet wanneer de bewuste domeinnaam precies vrij komt. Nu is dat (op de seconde nauwkeurig) precies 40 dagen na het moment van opheffen.
Een tweede punt is dat de SIDN mogelijkheden wil gaan onderzoeken om houders van opgeheven .nl-domeinnamen duidelijk te maken dat hun domeinnaam mogelijk waarde heeft. Op deze manier is het de bedoeling om de (voormalig) houder in de gelegenheid te stellen om deze waarde uit te buiten en deze niet rechtstreeks in de zakken van dropcatchers te laten vloeien. De .nl-registry wil daarbij mogelijk een faciliterende rol gaan spelen.
De uitvoering van de wijzigingen onder het dropcatching voorstel wil de SIDN met de Vereniging van Registrars verder vorm gaan geven. Al vermoed ik dat de VvR niet blij zal zijn met het voorstel om de SIDN een faciliterende gaat spelen bij het benutten van de meerwaarde van .nl-domeinnamen, gezien mijn vermoeden is dat de VvR dat vast niet als registrytaak ziet.
Het eindrapport van het Domeinnaamdebat 2012 is hier te lezen (pdf).