- Door
- Jeroen Mulder
- geplaatst op
- 11 januari 2013 13:00 uur
Om te beginnen verdient Capgemini alle lof dat het bedrijf zo transparant is in haar besluitvorming. Het vergt moed om toch op deze manier de ‘vuile was’ buiten te hangen. Dat de grote spelers het moeilijk hebben op de markt, is eigenlijk geen geheim. Arno IJmker van adviesbureau Quint Wellington Redwood schreef deze een scherpe analyse in Computable: de grote system integrators moeten gaan oppassen. Ze worden links en rechts ingehaald door kleinere partijen. Door u, lezers van onder meer ISPam.
Jonge honden
Het verhaal heeft vele dimensies. Een: de grote partijen hebben dankzij de enorme sourcingdeals grote omzetten binnengehaald, maar ook problemen. Dankzij zogeheten TUPE-bepalingen – man volgt werk – kwamen met het werk ook werknemers mee met outsourcings. Niet zelden waren dat mensen van een ander kaliber dan de jonge honden die van origine bij de ICT-dienstverleners aanklopten. Dure mensen. En over het algemeen ook wat ouder. Zie daar erfenis nummer één.
Wat voor de mensen gold, geldt ook deels voor de systemen die meekwamen. Met een fraai woord: legacy. In normaal Nederlands: onvervangbare dozen waar je nauwelijks naar kunt kijken zonder dat het uit elkaar valt, maar wel bedrijfskritische processen ondersteunt. En dus gierend duur om te onderhouden. Erfenis twee, die vrijwel naadloos overloopt in nummer drie: de grote ICT-dienstverleners bestaan in naam, maar zijn niet één bedrijf. De groten bestaan uit -tig andere bedrijven. Tenzij er echt werk is gemaakt van management of change en management of culture, is er niet zelden sprake van behoorlijke cultuurverschillen binnen zo’n onderneming.
Allemaal zaken waar moderne hosters en datacenterleveranciers geen last van hebben. Die bedrijven hebben zeer scherpe keuzes gemaakt. Datacenters met homogene omgevingen, tot op kleinste detail gestandaardiseerd. Duidelijke keuzes in de dienstverlening: wij doen hosting. Punt. Voor al het andere moet u bij een ander bedrijf zijn. Niet in de verleiding komen om er ‘iets bij te pakken’ om de klant ter wille te zijn. Nee, dit is ons product, dit is de dienst die erbij hoort. C’est tout.
Kansen
IJmker concludeert dat die bedrijven in de komende jaren een groot deel van de sourcingmarkt gaan pakken. Dat wil zeggen: ze zullen qua hosting en datacenterruimte een groot deel pakken. In moderne, duurzame datacenters – doorgaans volledig nieuwbouw en geen poging om een oud center alsnog te verduurzamen – zullen ook grote bedrijven meer en meer hun applicaties naar cloudtoepassingen brengen. Maar die applicaties zullen beheerd moeten worden. Daarin zijn inmiddels twee bewegingen ontstaan: multinationals die al dan niet via India of near-shorelanden zelf het beheer weer oppakken of het toch uitbesteden aan system integrators. En daar liggen de kansen.
Hosters van Nederland: ga praten met system integrators. Zoek elkaars sterktes op. U heeft een modern datacenter. Carrier-neutral. Duurzaam. U zorgt ervoor dat de racks en servers continu blijven zoemen. Maar daar stopt de dienstverlening niet. En system integrators: ga doen waar u al die jaren echt goed in bent gebleken – het beheren van applicaties. Het aan elkaar knopen van applicaties en datastromen. U heeft daar de mensen voor. Voordat u deze ontslaat.