- Door
- Jeroen Mulder
- geplaatst op
- 16 augustus 2013 08:04 uur
De wereld draait om data. En voor zover het dat al niet doet, gaat de snelheid waarmee data getransporteerd kan worden voor veel bedrijven de toekomst bepalen. Gisteren vielen in dat kader twee berichten op. Verizon is klaar voor snel datatransport, maar de technologie voor opslagmedia is nog lang niet klaar voor enorme hoeveelheden data.
Verizon is erin geslaagd om de capaciteit over glasvezel te verdubbelen met 200G-technologie. Testen op het glasvezelnetwerk tussen New York en Boston zijn met succes afgerond. Tijdens die testen werd over een afstand van vierhonderd kilometer met 200G verstuurd, zonder problemen. Relevant omdat het netwerk uiteindelijk online video, LTE en intensief gebruik van clouddiensten aan moet kunnen.
Op zich niet opmerkelijk, maar Verizon gebruikte voor de test dezelfde apparatuur als voor de 100G-verbindingen. Met behulp van speciale pre-productiesoftware en optic-technologie kan de afstand waarop datatransport plaatsvindt, worden verlengd zonder kwaliteitsverlies. Verizon toont daarmee aan dat het mogelijk is de capaciteit te verdubbelen zonder de infrastructuur te vervangen.
En dat is nu net iets waar datacenters niet aan gaan ontsnappen. Seagate meldde gisteren dat de opslagindustrie niet klaar is voor grote hoeveelheden data. Volgens het bedrijf gaat de vraag naar schijven binnenkort exploderen. Seagate baseert haar voorspelling op de berekening van de totale storagebehoefte in 2020: 6 zettabyte ofwel 6 miljard terabyte. Seagate stelt dat er snel nieuwe fabrieken moeten worden gebouwd om voldoende schijven, taperobots en andere opslagapparatuur te produceren.