- Bedrijfsnieuws van
- Nederland ICT
- geplaatst op
- 28 januari 2014 11:59 uur
We staan aan de vooravond van een datarevolutie, aangejaagd door de opkomst van het internet of things, cloudcomputing en big data. Dit biedt kansen, maar roept ook vragen op. Die vragen gaan veelal over veiligheid en steeds vaker over privacy. Data Privacy Day is een goede aanleiding de privacydiscussie in perspectief te plaatsen. Binnen nu en 5 jaar zullen naar verwachting 30 miljard apparaten en sensoren met elkaar communiceren en data uitwisselen en samen het internet of things vormen. Auto’s, energiemeters, thermostaten, zelfs de vuilcontainer wordt ‘slim’. Apps maken ons leven makkelijker en leuker, maar leggen vaak ook iets van ons vast. Bewust of onbewust geven we daar toestemming voor. De Runkeeper-app vertelt de hardloper hoe snel hij zijn parcours aflegt. Hij kan niet verbaasd zijn dat die gegevens ergens in de cloud worden opgeslagen.
Uit al die sensoren en apparaten komt data. Data die in zijn omvang zo immens is, zo big is, dat je als mens zelf niet meer de verbanden kunt leggen. Big data helpt. Hierdoor leren we veel over energiebesparing, het oplossen van fileproblemen en krijgen we antwoorden op vragen die we tot voor kort niet stelden. Niet alleen vinden we de speld sneller, we komen in de hooiberg onverwacht nog meer nuttigs tegen.
Die immense hoeveelheid data wordt ergens opgeslagen, vaak in de ‘cloud’. Dat geldt ook voor email, informatie die apps opleveren of onze muziek die we online luisteren. Daarnaast biedt de cloud veel rekenkracht: apparaten in het internet of things kunnen soepel met elkaar communiceren, big data wordt mogelijk en met online-software werken we samen aan teksten of doen we de boekhouding. Dit alles is een wereldwijde ontwikkeling, waar we in Nederland sterk van profiteren, niet in de laatste plaats door de vele datacenters die in Nederland staan.
Nederland en vooral de gebruiker zelf – denk eens aan een foto die je whatsappt vanaf je vakantieadres – is daarom gebaat bij vrij verkeer van data. Iedere keer dat data bij een grens moet wachten op toestemming om over te steken, maakt het gebruik onaantrekkelijk. Door open grenzen is de handel toegenomen en zijn kosten verlaagd. Ditzelfde geldt voor data.
Met de onthullingen over spionageactiviteiten van inlichtingendiensten is er een vertrouwenskwestie ontstaan: kan de burger er wel op vertrouwen dat overheden niet ongeoorloofd toegang hebben tot deze data? Een zeer terechte vraag waar de politiek een antwoord op moet geven. We moeten echter uitkijken dat we ons aan handen en voeten laten binden. Grenscontroles of een uitreisverbod voor data is niet in het belang van onze economie en niet in het belang van ons individuele gebruikers. Eurocommissaris Kroes wees terecht op het gevaar van dataprotectionisme. De economische kansen liggen voor het grijpen door de mogelijkheid die ICT en data ons biedt. En tegelijk dreigen we onszelf tekort te doen met beperkende maatregelen.
De discussie moet niet gaan over in welk land gegevens mogen staan, maar over de manier waarop we eisen dat deze gegevens beveiligd of toegankelijk zijn. Dat is de kern van goed privacybeleid. Die eisen mogen en moeten soms zelfs heel strikt zijn voor een strenge beveiliging van data en persoonsgegevens door bedrijven en overheden. De burger dient zelf ook bewuster te worden. Daarnaast moeten landen onderling de grenzen bepalen over toegang van overheden tot data voor terrorisme- en criminaliteitsbestrijding. Vrij verkeer van data biedt kansen voor economische groei en onze welvaart. Privacy is een groot goed. Laten we de technologie optimaal inzetten om privacy te waarborgen maar laten we ons niet verleiden tot het bouwen van datamuren.