- Door
- Arnout Veenman
- geplaatst op
- 28 maart 2014 08:24 uur
Tendentieus en ongefundeerd, zo kunnen de conclusies van het onderzoek van Hivos naar het energiegebruik van datacenters worden getypeerd. Volgens Hivos kunnen ‘energieslurpende datacenters veel groener’. Wanneer echter naar het onderzoek van Hivos én de cijfers van het CBS over hernieuwbare energie wordt gekeken, dan valt juist op dat datacenters koplopers zijn in het gebruik van in Nederland opgewekte hernieuwbare energie.
Om het onderzoek uit te voeren heeft Hivos 23 Nederlandse datacenters aangeschreven met het verzoek om een vragenlijst in te vullen. De vragen gaan over bij welk energiebedrijf stroom wordt afgenomen en de wijze waarop die stroom is opgewekt. Het merendeel van de datacenters werkte mee aan het onderzoek en van andere datacenters die niet meewerkte, werd de informatie over de gebruikte stroom van de website van het bedrijf gehaald.
In totaal wist Hivos op deze manier informatie te verzamelen over de gebruikte energie in 18 datacenters. Van de 18 datacenters gebruiken maar liefst 16 datacenters groene stroom, maar twee datacenters blijken grijze stroom te gebruiken. Van 11 datacenters was inzichtelijk wat voor groene stroom precies gebruikt wordt. Daarvan gebruiken er 3 in Nederland opgewekte groene stroom, 5 in het buitenland opgewekte groene stroom en 3 een mix van beiden.
Hivos komt op basis van deze cijfers tot de conclusie dat Nederlandse datacenters veel duurzamer kunnen, want (normale) groene stroom is niet groen genoeg. Alleen in Nederland opgewekte groene stroom is groen volgens Hivos. Zo schrijft de organisatie:
Stroom in categorie D is niet duurzaam omdat het nauwelijks tot niet bijdraagt aan een structurele verlaging van de CO2. Het gaat in deze categorie veelal om stroom die vergroend is door middel van het aankopen van Garanties van Oorsprong (GVO’s) van grootschalige waterkrachtcentrales in Scandinavië. Het aanbod van deze GVO’s is vele malen groter dan de vraag daarom ook bijna niets). Hierdoor zal er geen krapte op de markt optreden en dus ook geen prikkel uitgaan om meer duurzame energie op te wekken. Dat houdt in dat het aankopen van GVO’s uit Scandinavië niet leidt tot een stimulans voor meer duurzame energieopwekking en dus ook niet bijdraagt aan een structurele verlaging van de CO2-uitstoot.
De problematiek met de GVO-certificeren is valide, maar nergens blijkt uit dat de groene stroom van datacenters ook op deze wijze is opgewekt. Toch wordt door Hivos gebruikte groene stroom uit het buitenland categorisch als niet duurzaam weggezet. Daarnaast lijkt Hivos datacenters – als grootschalige energieverbruikers – in te willen zetten voor haar lobby om meer groene stroom (hernieuwbare energie) in Nederland op te wekken. Immers is stroom volgens Hivos pas groen wanneer er een prikkel vanuit gaat om méér groene stroom op te wekken. De vraag is echter of dat een verantwoordelijkheid van datacenters is?
Wanneer we naar de cijfers van het CBS kijken over het gebruik van hernieuwbare energie die in Nederland is opgewekt dan valt op dat in 2012 amper 4,48% is. Uit het onderzoek blijkt dat tenminste 26% van de datacenters (gedeeltelijk) dit soort stroom gebruikt (tenminste 6 van de 23). Mogelijk zijn dit er zelfs nog meer, omdat van 10 van de 23 datacenters niet bekend is wat voor stroom er (precies) gebruikt wordt.
De conclusie kan derhalve worden getrokken dat datacenters dé koplopers zijn waar het gaat om het gebruik van hernieuwbare energie die in Nederland is opgewekt. Dat maakt de conclusies die Hivos op basis van haar onderzoek heeft getrokken, ongefundeerd en tendentieus.
Het onderzoek van Hivos is hier te vinden.