- Door
- Arnout Veenman
- geplaatst op
- 30 november 2006 08:37 uur
Gisteren was ik aanwezig bij de MinEz bijeenkomst ‘Medialandschap van de toekomst’. Insteek was hoe het (audiovisuele) medielandschap zich de komende jaren zal gaan ontwikkelen en welke vormen van regulering daar op van toepassing zouden moeten zijn.
Op dit moment is er analoge televisie en begint IPTV telkens meer in opkomst te komen. Analoge televisie is vrij goed te reguleren, waarbij het enerzijds gaat over de regulering van de hoeveelheid reclame die er per uur mag worden uitgezonden en anderzijds het beschermen van de jeugdige consument, door timeframes in te stellen, wanneer bepaalde voor jongeren schadelijke content wel én niet mag worden uitgezonden en ten behoeve daarvan een classificeringssysteem dat de meesten kennen als de Kijkwijzer.
Een ander belangrijk punt is, welke businessmodellen er zullen gaan ontstaan in de toekomst. Op dit moment wordt content gecreerd door een producent, een distributeer die verpakt het, daarna wordt het getransporteerd, waarna het door de kijker kan worden geconsumeerd. Die rolverdeling op dit moment eenvoudig. Zodra IPTV van de grond komt dan ontstaan er mogelijkheden voor andere businessmodellen.
Daarbij werd de stelling gedeponeerd dat hierdoor de pluriformiteit van de audiovisuele media die we op dit moment hebben in gevaar zou kunnen komen, doordat de consument zich opsluit in een soort van zeepbel met een eenzijdig aanbod. Hierbij werd verwezen naar de Stemwijzer, waar op basis van toch veel consumenten hun mening bepalen en zich daarom in die zeepbel opsluiten. Echter is de consument niet dom en krijgt deze wat die wil. Dit werd enigzins ironisch samengevat met het feit dat de consument slim is dus lui.
Over de huidige (financieering van de) publieke omroep was er ook een hele discussie, op dit moment is deze nog volledig ’technologie gebonden’ waarbij de financieering enkel bestaat voor programma’s die via de publieke netten worden uitgezonden. Volgens één van de sprekers zou dit technologie onafhankelijk moeten worden en zouden bijvoorbeeld ook bepaalde websites gefinancieerd dienen te worden. Eigenlijk was iedereen het daar wel mee eens, gezien we continue over technologie neutrale content praten en dan de collectief gefinancieerde content wel aan één technologie gebonden dient te zijn.
De belangrijkste uitkomst over het regulerings vraagstuk van de toekomstige (audiovisuele) media, zou je kunnen stellen dat regulering in vergelijking met de huidige regulering van de televisie nu, veel minder dient te worden, omdat het zowel vrijwel onmogelijk is om het uberhaubt te reguleren en daarnaast er véél meer concurrentie is.
Op die manier kan de markt zijn werk doen, en al vaker is gebleken dat de consument weet wat die wil en accepteerd, dat aanbieders dwingt tot zelfregulering. Al blijft dan wel het risico van het ‘afvoerputje’ waarbij het gros van de markt zich wel aan bepaalde zelfopgelegde regels houdt, maar bepaalde minder partijen zich daar bewust niet bij aansluiten.
Er is denk ik een vrij realistische blik op het medialandschap van de toekomst, er zullen natuurlijk een hoop hobbels te nemen zijn en daarnaast weet niemand wat de toekomst écht zal gaan brengen. Opnieuw mijn complimenten aan ECP.NL voor het organiseren van deze succesvolle bijeenkomst.