- Door
- Arnout Veenman
- geplaatst op
- 14 juli 2014 10:56 uur
Equinix en de voormalige eigenaren van het door het bedrijf overgenomen Virtu bevechten elkaar al jaren in de rechtszaal. Equinix beschuldigt de voormalige eigenaren namelijk van onrechtmatig handelen en zegt daardoor schade te hebben geleden.
Om bewijs veilig te stellen in deze zaak om deze schade vergoed te krijgen had Equinix beslag laten leggen op ruim 15.337 e-mails van één van de voormalige eigenaren. In een kort geding om het beslag op te heffen, heeft de voorzieningenrechter afgelopen vrijdag uitspraak gedaan.
Het vonnis van de voorzieningenrechter is resoluut. De usb-stick waar de e-mails op staan opgeslagen waar beslag op is gelegd, moet worden teruggegeven en eventuele andere kopieën van de e-mails moeten worden verwijderd. Daar houdt het vonnis niet mee op, want de rechter komt namelijk tot de conclusie dat Equinix zich niet aan de regels heeft gehouden én verbiedt het bedrijf daarom in de onderliggende zaak (bodemprocedure) opnieuw (conservatoir) beslag te leggen op straffe van een dwangsom van €500.000 per keer met een maximum van €2.000.000.
Dat de handelswijze geen schoonheidsprijs verdient blijkt alleen al uit het feit dat een eerste poging van Equinix om beslag te leggen onder beide voormalige eigenaren door de rechter werd afgewezen. Dit gebeurde op 11 april dit jaar. De reden hiervoor was dat verzoek tot beslaglegging te ruim was geformuleerd. Dat is op zichzelf al uitzonderlijk, gezien een beslag ex parte, of te wel zonder de wederpartij te horen, wordt behandeld en vrijwel altijd wordt toegewezen. Dat de rechter desondanks zelf al kon zien dat het beslag niet deugde is daarom bijzonder te noemen.
Vier dagen later op 15 april deed Equinix een nieuwe poging om beslag te leggen, dit keer richtte zich dat enkel tot één van de voormalige eigenaren Herke Plantega en ruim 15.000 e-mails die hij zowel privé als zakelijk had verstuurd. Dit verzoek werd door de rechter wél toegewezen. Ook in dit geval werd Plantega – zoals gebruikelijk is in beslagzaken – niet vooraf gehoord door de rechter. Na dat het beslag al was gelegd, kon Plantega er pas op reageren.
In het vonnis naar aanleiding van dit kort geding legt de voorzieningenrechter eerst uit hoe de gang van zaken tijdens een beslagprocedure is. De rechter kunnen vertrouwen op de informatie die hij van de verzoeker krijgt over het beslag. De rechter schrijft in zijn vonnis:
Uit het summiere karakter van het onderzoek volgt voorts dat de verzoeker de voorzieningenrechter van alle voor de beslissing relevante feiten en omstandigheden dient te voorzien, waarbij de voorzieningenrechter erop moet kunnen vertrouwen dat de verzoeker hem volledig en naar waarheid inlicht.
Op meerdere fronten heeft Equinix deze verplichting volgens de rechter geschonden. De onderstaande opsomming komt één op één uit het vonnis:
4.10. Ten tijde van de indiening van het onderhavige beslagrekest op 15 april 2014 heeft Equinix c.s. dus, terwijl zij volledig op de hoogte was van de door [eiser 1] c.s. in de bodemprocedure gevoerde verweren, de voorzieningenrechter in het beslagrekest daarover onvolledig en eenzijdig geïnformeerd.
4.11. Equinix c.s. had de nodige juiste informatie tijdig kunnen verschaffen door de conclusie van dupliek in conventie bij het beslagrekest over te leggen en/of in het verzoekschrift de verweren van [eiser 1] c.s. behoorlijk weer te geven of samen te vatten.
4.12. Het had daarbij ook (gezien het door [eiser 1] c.s. in de bodemzaak gevoerde verweer dat Equinix aan haar vordering geen of te weinig concrete feiten ten grondslag heeft gelegd) op weg van Equinix c.s. gelegen om een duidelijke en zakelijke opsomming te geven van de concrete en specifieke feiten, waarop haar eis berust, maar ook die ontbrak in het rekest. Ook in dit kort geding is die niet verstrekt.
4.13. Het gelegde beslag is komen te rusten op ruim 15.000 e-mailberichten. Equinix c.s. heeft niet aangegeven dat, en op grond waarvan, al deze documenten (of welk deel daarvan, en waarom) kunnen worden gezien als ‘bepaalde bescheiden’ in de zin van artikel 843a Rv.
4.14. Het grote aantal van de beslagen e-mails rechtvaardigt nadere concretisering van het belang van Equinix c.s. bij dat beslag. Zij heeft echter nagelaten om aan te geven (1) om welke specifieke e-mailbestanden het haar te doen is, en (2) welke relevantie voor de bodemzaak die door haar gewenste e-mails hebben.
De rechter komt daarom tot de conclusie dat Equinix zich niet aan de regels heeft gehouden en het vertrouwen van de rechter heeft geschonden:
Omdat Equinix c.s. dit alles achterwege heeft gelaten, heeft zij de op haar rustende informatieverplichtingen uit hoofde van de artikelen 21 en 843a Rv. geschonden.
Het beslag wordt daarom door de rechter opgeheven en op straffe van een dwangsom van €50.000 per dag met een maximum van €1.000.000 moet de USB-stick waar de in beslag genomen e-mails op staan opgeslagen binnen 24 uur worden teruggegeven én eventuele kopieën worden verwijderd.
Daarnaast mag Equinix in de bodemprocedure over het – door Equinix gestelde – onrechtmatige handelen door de voormalige eigenaren van Virtu géén enkel (conservatoir) beslag meer leggen, op straffe van een dwangsom van €500.000 per keer met een maximum van €2.000.000.