- Door
- Jeroen Mulder
- geplaatst op
- 11 september 2014 08:01 uur
Sander Steffann maakt zich zorgen. De tijd begint namelijk ontzettend te dringen. De trage overgang van IPv4 naar IPv6 gaat voor problemen zorgen. Niet alleen omdat er niet genoeg IPv4-adressen voor ISP’s zijn, maar vooral omdat niet alles op het internet vanzelfsprekend via dat protocol benaderbaar blijft. “Er dreigt een spagaat”, stelt de medeoprichter van Stichting IPv6 en RIPE-werkgroep co-chair in een toelichting op een blog die hij eerder op STIPv6.nl plaatste.
“Heel veel bedrijven beschikken nog niet over IPv6. Maar ondertussen krijgen meer dienstverleners problemen met IPv4. Bedrijven denken vaak dat alles wel bereikbaar blijft over IPv4, maar juist dat begint een probleem te worden.” En ze hadden nog wel zo gewaarschuwd. Steffann gebruikt als voorbeeld een video die vijf jaar geleden op YouTube werd gepost. In dat filmpje waarschuwt Randy Bush dat bedrijven er goed aan doen om zich nu al voor te bereiden op de komst van IPv6. Voordat je onbereikbaar wordt. De treurige conclusie is dat het filmpje ook gisteren gemaakt had kunnen zijn. Er is niet heel veel veranderd in vijf jaar tijd.
En die tijd wordt nu een groot probleem. Het feit dat Microsoft recent flink heeft moeten schuiven met IPv4-adressen voor Azure, is een teken aan de wand. Microsoft kocht in 2011 voor bijna 7,5 miljoen dollar aan IPv4-adressen, maar zag zich deze zomer genoodzaakt om Braziliaanse adressen te gebruiken voor de Amerikaanse markt en zodoende alle services bereikbaar te houden. Steffann schrijft in zijn blog: “Als bestaande technologiegiganten zoals Microsoft al niet aan voldoende IPv4 adressen kunnen komen, hoe moet het dan met de toekomstige generaties van aanbieders van clouddiensten? (..)Ze kunnen nog wel lid worden van RIPE NCC en daarmee zelf een kleine ISP beginnen, maar ook leden krijgen eenmalig één klein blokje IPv4 adressen. Daarmee is nauwelijks een cloudplatform van enige omvang te bouwen.”
“Het wordt tijd dat een paar grote partijen in beweging komen”, stelt Steffann. “UPC geeft bijvoorbeeld al jaren aan ‘binnenkort’ IPv6 te gaan ondersteunen. De geruchten gaan nu dat het moment binnenkort is aangebroken. Daarbij zal ook NAT gebruikt worden om IPv4 adressen te sparen, maar dat is tegenwoordig helaas noodzaak. Ik hoor nog vaak bedrijven die zeggen: zolang KPN of UPC geen IPv6 gebruiken, waarom zou ik dan al die moeite doen? Het besef is nog niet doorgedrongen. Ik zie bij RIPE ook nog steeds posts met de vraag of ze niet meer IPv4 beschikbaar kunnen stellen. Er is niet meer. RIPE geeft blokken uit van 1000 adressen. Dan zijn er bedrijven die vragen: kun je ons geen 2000 geven? Nee, want de volgende vraag is dan 4000. Die ruimte is er niet meer.”
Het draait om bewustwording. “Ik geef ook trainingen, maar die moeten we vaak afzeggen vanwege gebrek aan belangstelling. Tijdens die trainingen maken we duidelijk dat we echt IPv6 moeten gaan doen. Ja, er zullen hobbels zijn en daar moeten we mee aan de slag. Ik laat tijdens die trainingen vaak het filmpje van Randy Bush zien. Alles dat hij in dat filmpje zegt, is nog steeds relevant. Dat bevestigen de cursisten ook. En dan zeg ik: klopt, maar het filmpje is vijf jaar oud.”
De oplossing is niet eenvoudig, maar het begint wel met bedrijven die bijvoorbeeld met hun cloudleveranciers om tafel gaan. “De aannames dat IPv6 niet belangrijk is voor een bedrijf worden met de dag minder waar”, schrijft Steffann op stipv6.nl. “Clouddiensten en andere zaken op het internet kunnen niet langer bouwen op IPv4, en aangezien bijna alle bedrijven tegenwoordig wel één of meerdere clouddiensten gebruiken, is het voor elk bedrijf zaak om op z’n minst met leveranciers te gaan praten over de toekomstverwachtingen.”
Daar gaat een stap aan vooraf. Providers die zelf actief met IPv6 aan de slag gaan en ervoor zorgen dat ze hun diensten over dat protocol kunnen aanbieden. In de eerste plaats in dual stack, maar uiteindelijk zullen we echt de switch moeten maken. De cloud heeft de grenzen in IPv4 echt bereikt.