- Door
- Rashid Niamat
- geplaatst op
- 23 oktober 2014 08:00 uur
Vorige week vonden meerdere events plaats die op papier allemaal interessant waren voor de hostingsector. Aan HostingCon in Amsterdam is hier al kort aandacht besteed, de datacenter events zijn nog niet behandeld en als vierde event was er natuurlijk VMworld in Barcelona.
De vragen die bij deze laatste meerdaagse beurs voor ISPam centraal stonden waren: wat is de directe link met de hostingsector en valt er buiten het grote aantal lezingen en workshops ook op een andere manier kennis te vergaren. Op de beurs hebben we ons laten leiden door deze vragen. We hebben een aantal partijen gevraagd wat zij doen voor de hostingsector en of ze bekend zijn met de Nederlandse markt. De leukste reacties die we op deze vragen kregen, waren afkomstig van de standcrew van Commvault. Het Vlaams-Nederlandse team wist duidelijk goed hoe de Nederlandse markt in elkaar zat. Helaas was er niemand van het management aanwezig en alleen die mochten de pers te woord staan. Aan de ene kant is dat jammer, want er zat een hoop kennis. Aan de andere kant was het ook een indicatie voor de manier waarop dit soort beurzen professionaliseert, steeds minder wordt aan het toeval overgelaten.
Bij Barracuda, leverancier van hardware, brachten we naar voren dat steeds vaker bij storage meespeelt dat data ook echt vernietigd moet worden. Hoe kan een bedrijf dat zich met o.a. Backup-as-a-Service profileert dat waarmaken? Zonder enig nadenken kwam als antwoord dat schijven en dergelijke worden vernietigd door een derde partij en dat hiervoor ook onafhankelijke verklaringen worden afgegeven. Hiermee wordt voldaan aan eisen in tal van landen en voor verschillende sectoren. Opvallend was dat men onder veiligheid verstond de combinatie van vernietiging van dragers en het innemen van oude hardware en dat centraal te laten recyclen.
Vervolgens gingen we naar Nexenta, waarvan de diensten tegenwoordig door onder meer Dell worden geleverd, of zij ook diensten specifiek voor midsized hosters hebben en hoe de kwaliteit van de diensten aangetoond kan worden. Beide vragen waren duidelijk niet wat men verwachtte, de antwoorden waren dan ook weinig verhelderend. Al moet hierbij worden opgemerkt dat het vraag -en antwoordspel plaatsvond op een luidruchtige stand en een wellicht relevant product pas later dit kwartaal (?) wordt gelanceerd.
Grenzend aan het Nederlandse paviljoen – waar het trouwens tamelijk rustig was – vroegen we tenslotte nog aan Tintri wat zij doen voor hosters, of ze Nederlandse hosters als klant hebben en hoe het zit met de aantoonbare kwaliteit van de dienst. Het uitgebreide antwoord op de eerste vragen, zonder dat het een salespitch was, gaf aan dat dit Britse bedrijf weet dat de Nederlandse markt afwijkt van andere Europese landen en dat men hier ook klanten heeft die de tools voor VM storage beheer afnemen. De laatste vraag daar was men echt niet op voorbereid, terwijl het team meteen de context begreep, want bekend waren ze wel met termen als ISO, Hipaa, ISAE en zelfs NEN.
Een dagje vragen stellen op VMworld leerde ons dus dat er nog steeds verschil is tussen het claimen diensten te leveren bedoeld voor de hosters en ook kunnen aantonen verstand te hebben van deze groep, helemaal de Nederlandse markt met de honderden kleinere aanbieders. Dat wil niet zeggen dat het bezoeken van VMworld zinloos is voor kleinere hosters of hosters met “lastige” doelgroepen. Het studiedeel wordt alom geprezen en dat zal voor de meesten het belangrijkste onderdeel zijn. Wie denkt via de stands nieuwe kennis op te doen kan van een koude kermis thuiskomen. Daar is het wellicht verstandiger vooraf te informeren of er een goede gesprekspartner is om te voorkomen dat je wel in weinig relevante salespitches wordt meegezogen.