- Door
- Arnout Veenman
- geplaatst op
- 4 december 2014 08:00 uur
In 2015 gelden er nieuwe regels voor de omzetbelasting (BTW). De nieuwe regels gelden alleen voor het leveren aan particulieren in andere EU-landen. Toch raken de nieuwe regels bijna álle Nederlandse hosters. Ook al wordt er alleen aan Nederlanders en zakelijke klanten geleverd. Elke hoster moet zich daarom op de nieuwe regels voorbereiden. Dat is belangrijk, want het gaat om een bedrag ter grote van 21% van uw omzet en het risico op boetes tot 100% van dat bedrag.
Ook hosters zonder buitenlandse klanten
Ja, maar wij leveren niet aan particulieren en ook überhaupt niet aan partijen die gevestigd zijn buiten Nederland. Dus waarom zouden wij iets te maken hebben met de nieuwe BTW-regels? Dat is een logische redenering. Het probleem met die redenering is echter, de vraag hoe je weet dat je te maken hebt met een in Nederland gevestigde particulier of een zakelijke klant? En weet je ook zeker dat je dat kunt bewijzen, zoals vereist wordt door de Europese btw-verordening?
Het goede nieuws is dat ik verwacht dat de meeste hosters het noodzakelijke bewijs wel kunnen leveren. Het slechte nieuws is dat je dat niet met zekerheid kan zeggen zonder goed te controleren of er wel voldoende wordt vastgelegd en bewaard dat als bewijs kan dienen. Om het rijtje te complementeren met “the ugly” is het ook nog eens zo dat op het moment je wél aan buitenlandse particuliere afnemers levert je nú direct aan de slag moet en dingen moet gaan regelen.
De nieuwe btw-regels lijken een heel grote verandering in te houden, maar feitelijk is dat niet zo. Er veranderen eigenlijk maar één klein maar zeer essentieel punt. Dat is de plaats waar de dienst (hosting) geacht wordt te zijn geleverd. Dat is ook de plaats waar de btw moet worden berekend en betaald.
Waar moet de btw worden betaald?
De hoofdregel die tot nu toe geldt, is dat dit voor particulieren in het land van de dienstverlener (de hoster) is en voor zakelijke afnemers het land van de afnemer (de klant). Het enige dat feitelijk verandert, is dat -ook in het geval van een particuliere afnemer- bij hosting- en andere elektronische diensten de plaats waar de dienst wordt geleverd óók het land wordt waar deze is gevestigd.
Bij zakelijke klanten in andere EU-lidstaten kun je de BTW naar de afnemer verleggen. Deze moet dan zelf de BTW aangeven in eigen land (en die meestal direct weer aftrekken, zodat er feitelijk geen BTW verschuldigd is). Daarnaast levert het BTW-nummer van de klant ook het bewijs op dat je met een ondernemer (voor de omzetbelasting) uit het bewuste land te maken hebt.
Naar een particulier kun je de belasting niet verleggen. Dus je zult als hoster zelf de btw in het land waar de particulier is gevestigd moeten berekenen én afdragen. En hoe bewijs je dat een particulier ook daadwerkelijk in het land gevestigd is, waar hij zegt dat hij gevestigd is? Deze laatste vraag geldt niet alleen voor buitenlandse klanten, maar net zo goed voor Nederlandse klanten. Want hoe kun je met zekerheid vaststellen dat een bepaalde klant in Nederland ook daadwerkelijk in Nederland is gevestigd?
Bewijzen waar je klant gevestigd is
De Europese BTW-richtlijn verplicht je daarom om de plaats waar een (particuliere) afnemer is gevestigd aan de hand van tenminste twee elkaar niet tegensprekende middelen te bewijzen. De verordening zelf noemt zes bewijsmiddelen die daarvoor kunnen worden gebruikt:
- het factuuradres van de afnemer;
- het internetprotocoladres (IP-adres) van het door de afnemer gebruikte toestel of een andere methode voor het bepalen van de geografische locatie;
- bankgegevens, zoals de plaats waar de voor de betaling gebruikte bankrekening wordt aangehouden of het factuuradres van de afnemer waarover die bank beschikt;
de mobiele landencode (MCC) van het IMSI-nummer (identiteitsnummer ten behoeve van internationale mobiliteit) dat is opgeslagen op de door de afnemer gebruikte simkaart (identiteitsmodule abonnee); - de plaats van de vaste lijn van de afnemer, langs welke de dienst voor hem wordt verricht;
- andere zakelijk relevante gegevens;
Op het eerste gezicht zal dat bijna nooit een probleem opleveren. Echter moeten de bewuste bewijzen ook worden opgeslagen. Natuurlijk is het IP-adres van de klant en de bankgegevens bekend, maar worden deze ook opgeslagen? Zo niet, dan is het verstandig om dit direct te gaan loggen. Deze gegevens moeten ook 10 jaar worden bewaard. Dat is 3 jaar langer dan de reguliere fiscale bewaartermijn van 7 jaar.
Echter was als de klant al jaren klant is én het IP-adres waar de klant zich ooit mee heeft aangemeld niet bekend is? Of nog erger als de klant gebruik maakt van een VPN-dienst met een buitenlands IP-adres? Wat als er gebruik wordt gemaakt van Bitcoin of een Paysafecard om te betalen? De bewijzen mogen elkaar ook niet tegenspreken. Daar zul je als hoster wat op moeten bedenken óf het risico nemen dat je fout zit en van de Nederlandse óf een buitenlandse belastingdienst een naheffing (eventueel mét boete of andere straf) krijgt.
Buitenlandse btw: Mini one shop stop regeling
Het volgende probleem is dat wanneer je aan buitenlandse particulieren levert, je ook buitenlandse BTW in rekening moet gaan brengen in het land waar de klant is gevestigd. Gelukkig is er wel een oplossing door de EU bedacht zodat je niet in alle EU-lidstaten je je voor de omzetbelasting hoeft te registreren. Dit heet de Mini One Shop Stop regeling (VAT MOSS).
De VAT MOSS betekent dat je je in één EU-lidstaat bij de nationale belastingdienst registreert en je bij deze belastingdienst de btw aangeeft voor alle EU-lidstaten waarin je elektronische diensten zoals hosting levert. Op de website van de Belastingdienst staat uitgelegd hoe de regeling werkt. Hosters die op 1 januari 2015 gebruik willen maken van de regeling moeten zich voor 31 december 2014 registreren bij de Belastingdienst.
Voor 31 december 2014 aanmelden bij de Belastingdienst
Het is heel belangrijk om goed voor te bereiden op de nieuwe BTW-regels. Met nog amper één maand te gaan is het nu echt de laatste kans om dat nog te doen. Wie denkt dat alles wel los loopt, moet zich realiseren dat het bij de BTW gaat om een bedrag van 21% van de omzet. Dit bedrag kom in principe niet voor rekening van de ondernemer zelf, maar wie niet kan bewijzen dat hij de btw in het juiste land in rekening heeft gebracht kan uiteraard wel een deel van dit bedrag voor de kiezen krijgen.
Daar komt nog eens bij dat er ook boetes door de Nederlandse en buitenlandse belastingdiensten kunnen worden opgelegd. In Nederland kan een dergelijke boete oplopen tot 100% van de te weinig betaalde belasting en uiteraard moet de ten onrechte niet betaalde belasting ook nog worden betaald. Denk daarom goed na wat u met de BTW in 2015 doet.