- Door
- Rashid Niamat
- geplaatst op
- 23 februari 2015 08:01 uur
De Nederlandse markt voor datacenters is bekend en volop in beweging. Dat laatste merkten we recent nog toen Telecity en Interxion het voornemen bekend maakten om als een bedrijf verder te gaan. ISPam schrijft vooral over dit soort ontwikkelingen in eigen land, missen we daardoor wat zich elders afspeelt?
Het is een vraag die deels wordt beantwoord door een rapport (PDF) van onderzoeksbureau Borderstep uit Berlijn dat begin deze maand verscheen. Borderstep doet vooral onderzoek naar duurzaamheid. In het kader van onderzoek naar energieverbruik heeft men kritisch naar de datacenters gekeken en data uit veel verschillende bronnen geraadpleegd. Dat leverde resultaten op die ook voor Nederlandse marktpartijen interessant en nuttig zijn.
De eerste bevinding is dat de markt voor datacenters in 2014 flink is gegroeid. Alleen al in Duitsland werd afgelopen jaar 3,2% meer aan hardware voor datacenters uitgegeven. In totaal 7 miljard euro. Tweede bevinding: mede door die groei is Duitsland nu verreweg de belangrijkste datacentermarkt in heel Europa. Duitsland biedt ongeveer 25% van de Europese capaciteit. Het VK volgt met 21% en Frankrijk met 15%. Derde conclusie: de Nederlandse datacenter capaciteit is afgelopen jaren met 17% toegenomen. Hierdoor hebben we een marktaandeel van 6% en zijn daarmee de vierde datacenterspeler in Europa. Vierde conclusie van Borderstep: de groei in Nederland is vooral verklaarbaar door de komst van Amerikaanse cloudaanbieders en de lage stroomprijs.
Nederland is met een aardige inhaalrace bezig, al is de afstand tot nummer 3 nog wel erg groot. Dat klinkt toch best positief. Dezelfde bevindingen moeten echter ook aanleiding zijn tot een vraag, die buiten de scope van Borderstep ligt: Wat betekent het voor de gehele Nederlandse IT-sector dat de Amerikaanse groei hier zo sterk is. Wie nog weet hoe in de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw valutaschommelingen sectoren in het gedrang brachten kan zich vast wel iets bij die vraag voorstellen. Een andere vraag – en die wordt wel door Borderstep beantwoord, vanuit het Duitse perspectief – is: wie zijn de concurrenten en wat doen zij beter dan de rest. Met andere woorden zijn er kapers op de kust? Borderstep ziet naast Nederland vooral de Scandinavische landen harder groeien dan Duitsland. Finland en IJsland worden hier expliciet genoemd als landen waar de overheid fiscale regelingen heeft die de komst van nieuwe datacenters moet vereenvoudigen.
Borderstep is trouwens nadrukkelijk niet de enige Duitse partij die zich vanuit een afwijkende invalshoek bezighoudt met onderzoek naar datacenters en de concurrentie op dat vlak tussen de landen in Europa. Rond Cebit in Hannover zal er vast nog meer gepubliceerd worden. Cebit faciliteert dit jaar immers ook het DatacenterDynamics Congres. Wie wil weten hoe de markt voor datacenters in Europa zich ontwikkelt en wat de Nederlandse positie daar is, heeft de komende periode dan ook veel te lezen.