- Door
- Jeroen Mulder
- geplaatst op
- 12 juni 2015 10:00 uur
Laten we eerlijk zijn: voor veel bedrijven begint het pas. De eerste omgevingen zijn inmiddels naar de cloud gebracht, maar het betreft toch nog vaak ontwikkel- en testsystemen. De echte, bedrijfskritische applicaties staan vooralsnog nog veilig op eigen servers, al dan niet uitbesteed aan het beheer door een externe leverancier. Maar iedereen is het erover eens dat dit binnen nu een paar jaar gaat kantelen: alles gaat uiteindelijk de cloud in – de public cloud. We hebben het op ISPam al eerder geschreven, maar feit is dat IT dan volledig verandert. Laten we eens iets noemen dat erg voor de hand ligt: hoe hou je een CMDB bij in de cloud?
De verwachting is dat vrijwel alle bedrijven op enig moment hun infrastructuur als IaaS gaan afnemen, maar daar stopt het niet. De volgende golf zal Platform-as-a-Service zijn – waaronder bijvoorbeeld Database-as-a-Service – en uiteindelijk SaaS, Software-as-a-Service. En dat allemaal van verschillende providers, natuurlijk – een beetje ondernemer wil geen vendor lock-in. Het IT-management moet dan wel anders worden ingericht: dat gaat ook voor kleinere bedrijven meer en meer lijken op het model dat grote bedrijven al hebben bij hun IT-leveranciers. Die grote bedrijven werken met een servicecatalogus: een catalogus als overzicht van de verschillende diensten die ze van een provider contractueel kunnen en mogen afnemen met, bij voorkeur, ‘stuksprijzen’ en de bijbehorende servicelevels.
In de cloud zullen veel van die diensten via portals worden aangeboden en afgenomen. Vooralsnog zullen dat verschillende portals zijn bij de diverse aanbieders, hoewel op het gebied van federatie en orchestratie al grote sprongen worden gemaakt. Daar zit direct de meerwaarde van de grote providers en vooral de system integrators: het ontwikkelen en beschikbaar maken van volledig geïntegreerde diensten door federatie en orchestratie over de afzonderlijke providers heen. Het ‘single pane of glass’-principe is nog steeds de heilige graal binnen de cloud. Maar voor bedrijven die het in eigen hand willen houden, is het aan te bevelen om een interne service catalogus op te stellen voor de diensten die het bij de diverse providers afneemt. Die bedrijven zullen hun IT opnieuw moeten ‘vastleggen’.
Dat vastleggen moet ook in de CMDB: de configuration management database. Zeker als de services verspreid worden over diverse providers, is het juist zaak om zo’n CMDB bij te houden. Niet zelden is zo’n database een ondergeschoven kind: ooit is een database aangelegd, maar schort het aan het consistent houden ervan. Wijzigingen worden niet of onvolledig doorgevoerd. Zolang systemen in een min of meer geïsoleerde omgeving draaien, is dat nog te overzien. Zodra diensten in de public cloud draaien, kan dat tot enorme extra kosten leiden. En is het hele cloudverhaal nu niet juist te doen om het terugdringen van IT-kosten? Geen investeringen meer in ‘assets’ (CAPEX), maar alleen diensten afnemen (OPEX)? Die diensten draaien natuurlijk wel ergens op en de kosten van dat ‘iets’ zitten wel degelijk in de tarieven. Het is dus zaak om het allemaal goed bij te houden.
Hoe? Met een methode die al heel lang bestaat: ITIL. Servicemanagement hoeven we in de cloud niet opnieuw uit te vinden. ITIL werkt ook in de cloud. Vanuit ITIL zijn met providers prima SLA’s af te spreken waarin de processen keurig geborgd zijn, inclusief monitoring, capaciteitsmanagement, wijzigingsbeheer en configuratiemanagement met de CMDB als middel om de gehele omgeving in kaart te brengen en te houden. Alleen dan houd je grip op de kosten. Zeker in de cloud. ITIL is echter geen eenrichtingsverkeer. Ook cloudproviders moeten gaan denken vanuit ITIL. Anders gezegd: provider en klant hebben in ITIL een gemeenschappelijke taal. In de branche wordt die taal nog maar mondjesmaat gesproken. De grote, meer gevestigde providers spreken het inmiddels vloeiend, maar ook de kleine partijen kunnen hun klanten een enorme dienst bewijzen door services te managen vanuit het universele ITIL en met de bewezen gereedschappen die deze methode voor servicemanagement aanreikt.