- Door
- Redactie
- geplaatst op
- 30 juni 2015 08:00 uur
Snelheid en betrouwbaarheid zijn 2 belangrijke aspecten van webhosting. Wij vroegen PCextreme, Byte, Vedaweb en Hostnet naar hun ervaringen. Vandaag geven zij antwoord op de vraag wat zij eraan doen om hun webhosting zo betrouwbaar mogelijk te maken. In deel 1 bekeken wij wat zij doen om webhosting zo snel mogelijk te maken.
Tim van den Hurk, directeur van Vedaweb, vertelt dat zij gekozen hebben voor kwalitatief hoogstaande servers. “We maken gebruik van 2 gescheiden stroomfeeds en een dubbele uplink. Daarnaast monitoren we onze servers pro-actief, mocht de load ergens te hoog worden of een ander probleem optreden krijgen we direct een seintje. Verder zorgen we voor regelmatig periodiek onderhoud. Op dit moment zijn we op de achtergrond bezig om een high availibility-omgeving op te zetten met een dubbele SAN. Zo mogen servers uitvallen en draaien onze diensten verder op een andere server.”
Rudi de Groot, content marketeer bij Hostnet, geeft aan dat elke storing, kort of langdurig, intern geëvalueerd wordt. “We besteden veel aandacht aan het achterhalen en wegnemen van root causes. Bovendien hebben we een escalatietraject vastgelegd waarbij we gedurende een storing escaleren en opschalen om problemen zo snel mogelijk onder controle te krijgen. Daarnaast monitoren we 24×7 op signalen van onze klanten dat onze diensten niet correct zouden functioneren. Zo kan een individuele melding van 1 klant of medewerker er al toe leiden dat we direct een onderzoek starten naar eventuele problemen. Verder is onze gehele infrastructuur geclusterd dan wel redundant uitgevoerd, zodat uitval van een enkel component geen storing tot gevolg heeft. Bovendien hanteren we een ruime marge op onze capaciteit om bij piekbelasting snel te kunnen schakelen. Eventuele hotspots binnen een omgeving kunnen we hierdoor snel verspreiden over het serverpark. Ten slotte selecteren we onze leveranciers zorgvuldig en vereisen op alle door ons afgenomen producten en diensten een service level agreement (SLA). De kwaliteit van onze dienstverlening en onze gehele infrastructuur blijft zo gewaarborgd, niet alleen door onze eigen technici, maar ook door de experts van onze leveranciers.”
Bij Byte maken ze gebruik van clustertechniek. “Dat betekent dat een website niet op één vaste server staat, maar vrij beweegt tussen en binnen groepen van servers. Ieder cluster is gespecialiseerd in haar eigen taak, zoals shell, web, mail of database. Binnen zo’n cluster kunnen servers de taken één op één van elkaar overnemen. We behalen hiermee een unieke uptime en piekbestendigheid. Binnen ons datacenter zijn alle elementen redundant uitgevoerd, wat inhoudt dat als er één uitvalt, de back-up variant het over kan nemen. Sinds 1,5 jaar bieden we daarnaast nog een nieuw product in de cloud, namelijk Hypernode. Deze PaaS-oplossing draait niet op onze eigen infrastructuur, maar bij gerenommeerde cloudproviders (o.a. Amazon). Hiermee kunnen we de internationale markt beter bedienen. Ook hier gaan we voor top-of-the-bill providers die de beste kwaliteit en performance bieden. We houden de markt van cloudproviders hiervoor voortdurend in de gaten”, aldus Suzanne de Lange, communicatiemanager bij Byte.
Volgens Lennert den Teuling, CEO bij PCextreme, kunnen ze doordat ze gebruik maken van een cluster setup en veel onderdelen redundant zijn (zoals webservers) de storingsgevoeligheid beperken. “Helaas valt niet alles te clusteren omdat de applicaties van onze klanten hier niet altijd om mee kunnen gaan, denk hierbij bijvoorbeeld aan database servers. Echter worden door het cluster principe meestal maar kleine delen van het platform geraakt bij een storing, waardoor de website van de meestal gewoon bereikbaar blijft. Tevens stellen wij onze klanten in staat om hun pagina’s in de cache servers op te slaan, zodat bij storing hun statische website gewoon geserveerd kan blijven worden. Dit vereist echter wel medewerking van de klant.”