- Door
- Jeroen Mulder
- geplaatst op
- 5 augustus 2015 08:00 uur
Hoe vergroot je nu de footprint in de cloud? Organische groei? Nauwelijks, tenzij je Amazon bent. Maar over het algemeen is de organische groei van IaaS-providers niet zo groot. Dat zit vooral in toegevoegde diensten. Amazon lanceerde vorige week overigens haar eigen database-engine en probeert zo met allerlei geïntegreerde diensten met name developers op het EC- en S3-platform te krijgen en te houden. Ook Amazon kan tenslotte niet louter leven – en investeren – van organische groei. PaaS- en SaaS-diensten zijn daarin de grote differentiators. Of je doet het als Microsoft, die zich met Azure vooral op de incubator-rol stort. In Nederland.
Microsoft trekt 20 miljoen uit om start-ups in ons land te stimuleren. Het is een wereldwijd programma met een centrale rol voor Azure. In Nederland sloot Microsoft een eerste partnership met Yes!Delft voor start-ups in de regio Delft. Amsterdam en Eindhoven zullen naar verluidt snel volgen, niet toevallig plaatsen waar de start-ups in met name cloudtechnologie prima gedijen. En daar gaat het natuurlijk om. Elke IaaS-provider wil een volgend succesverhaal op het platform.
De geselecteerde start-ups krijgen een Azure-licentie van 120.000 dollar, maar daar blijft het niet bij. De jonge ondernemingen krijgen ook toegang tot kennis. Dat is misschien nog wel veel waardevoller. Is het dan geen probleem dat een groot, commercieel bedrijf hier haar stempel op drukt? Het antwoord is: nee. Juist bedrijven als Microsoft, Google en Amazon hebben de middelen om nieuwe successen te financieren. Maar nog belangrijker: ze hebben de kennis waarmee jonge bedrijven een stap verder kunnen zetten.
Natuurlijk: genoemde grootmachten zijn geen filantropische instellingen, ze steken er niet voor niets mensen en middelen in. We’re only in it for the money, om maar eens een titel van een legendarisch Zappa-album aan te halen. Dat is geenszins een probleem. Integendeel. De cloud heeft dergelijke incubators nodig. Wel is het zaak dat er goede overlegstructuren en samenwerkingsverbanden zijn met vertegenwoordigers uit bijvoorbeeld het (technisch) onderwijs, onafhankelijke financiële adviseurs en zelfs de overheid. Waarom dat laatste? Kijk naar Uber: het succes wordt – ondanks de ontkenning van Uber zelf – afgeremd door wetten en regelgeving. Ook hierin kunnen grote, internationale partijen een rol spelen met gedegen, financieel gemaakte risicoanalyses. Kortom: het feit dat multinationals instappen in start-ups is positief.