Director Datacenter Sustainability Microsoft: zullen we voor één keer het voorbeeld volgen?

Microsoft wil kost wat het kost dé grootste worden in public cloud. En het bedrijf is aardig op weg met Azure. Om dat te kunnen realiseren heeft Microsoft wel datacenters nodig. Grote datacenters, overal ter wereld. Nu heeft Microsoft lovers en haters, maar één ding doet het bedrijf wel: het wil actief haar maatschappelijke verantwoordelijkheid pakken. Zo experimenteert het met datacenter-diepzeecontainers om op die manier de hoeveelheid benodigde energie voor koeling te verminderen. De energie voor het datacenter wordt opgewekt door gebruik te maken van getijdenstroming. Milieuadepten stonden gelijk op. Containers met technologie in de zee laten zinken: dat moet gevolgen hebben voor het leven in de zee. Microsoft pareerde direct met onderzoeksgegevens. Voldoende? Dat zal de tijd leren. Voordat  Natrick daadwerkelijk operationeel gaat, zal er nog wel veel water door die zee vloeien. Toegegeven: erg flauwe woordspeling.

Toch: het is Microsoft echt ernst. Vorige week maakte Microsoft een nieuwe rol bekend: director Datacenter Sustainability. Er is iemand nu wereldwijd verantwoordelijk voor de duurzaamheid van de datacenters. Feitelijk kan Microsoft niet anders: de onderneming ligt al sinds jaar en dag onder een vergrootglas. En wederom roept het dat het de grootste wil worden. Dat deed het eerder in de geschiedenis en het maakte het waar: Windows werd het leidende operating system. Dat leverde miljarden aan omzet op, maar ook heel veel kritiek. Regelmatig moest Microsoft producten aanpassen om te voorkomen dat letterlijk niemand meer om Microsoft heen kon.

Telkens als Microsoft roept dat het ergens de absolute marktleider in wil worden, dan staat er een heel bataljon aan criticasters klaar om de plannen door te prikken. Dat geldt ook en zeker voor de meer dan ambitieuze cloudplannen. Azure moet het leidende platform worden: hyperscale public cloud. Daar heeft het bedrijf alles voor over. Maar het heeft ook geleerd. Het heeft geleerd dat leiderschap met grote verantwoordelijkheid komt: maatschappelijke verantwoordelijkheid. En dus werd Jim Hanna aangetrokken. Hanna was tot voor kort in dienst van koffieketen Starbucks, waar hij verantwoordelijk was voor ‘environmental affairs’. Starbucks lanceerde onder Hanna een aantal campagnes over klimaatverandering en recycling. Hanna geldt als een visionair op het gebied van de circulaire economie en dat is nog een behoorlijk onontgonnen terrein in datacenters.

Microsoft investeerde in de afgelopen jaren vijftien miljard in de Azure-datacenters. Dat zal nog een tijdje doorgaan. Hanna krijgt de opdracht om die datacenters zo duurzaam mogelijk te maken en het bestaande programma bij Microsoft daarvoor uit te breiden. In de eerste plaats gaat het dan om energiereductie. Divisies van Microsoft betalen al sinds 2012 een interne bijdrage per gram CO2-uitstoot aan een onderzoeksprogramma voor duurzame energie. In een blog stelt Rob Bernard (chief environmental strategist) dat Microsoft ook hierin een leidende rol wil spelen. Samen met overheden en partners werken aan een meer duurzame wereld.

Dat is Microsoft. Het wil in alles de beste en de grootste worden. Toch is dit niet zo gek. Sterker: elke datacenterleverancier zou een Director Sustainability moeten hebben.  Of een Directeur Duurzaamheid, in goed Nederlands. Providers moeten actief hun rol gaan pakken. Nu. Het onderwerp is namelijk wat weggezakt. Initiatieven over groene IT en zelfs green deals stammen van vijf tot zes jaar geleden. Tussen 2009 en 2011 was het een populair onderwerp. Met de klimaattop van vorig jaar was de verwachting dat het weer volledig terug zou komen op de agenda, maar tot nu toe valt dat tegen. De stap van Microsoft kan misschien als een vliegwiel fungeren, als een voorbeeld. Dat zou geen slechte zaak zijn.