- Door
- dr. Serge Gielkens
- geplaatst op
- 22 maart 2016 08:00 uur
Deze keer vertelt Roald Dekker ons over de storage infrastructuur bij Previder. Hij is hier manager Beheer. Previder is sinds 1995 actief en heeft twee eigen datacenters. Naast cloudoplossingen en colocatie biedt ze ook (managed)hosting en connectiviteit via xDSL en glasvezel aan. Tot de klanten behoren softwarebedrijven, IT-dienstverleners, hosters en middelgrote tot grote bedrijven. Er is een speciale focus op de segmenten overheid, onderwijs en zorg.
NetApp
Voor de storage heeft Previder rond 2010 strategisch gekozen voor NetApp. Daarvoor werden systemen van Dell en EqualLogic gebruikt. Previder heeft twee datacenters waar de hardware van NetApp in verschillende varianten staat. “Onze datacenters vormen een twin datacenter waarbinnen we drie storage clusters hebben. Het eerste is het MetroCluster dat synchroon repliceert tussen beide locaties. In dit cluster gebruiken we SAS-disken met een flash-pool voor read en write caching. Vervolgens hebben we op beide locaties een all-flash cluster. Dat is de AFF-serie van Netapp. Ook deze clusters kunnen naar elkaar repliceren. Dat is dan weliswaar niet synchroon maar asynchroon. Tot slot hebben we clusters voor backup storage. Ook die staan aan beide kanten en zijn uitgerust met SATA-disken. In deze clusters schrijven wij onze back-up snapshots weg. Ook klanten kunnen hiervan backup storage bij ons afnemen en met hun eigen software back-ups naar toe maken.”
Met deze clusters biedt Previder verschillende IaaS-diensten aan. De NetApp AFF-clusters bieden high performance en worden vooral ingezet voor toepassingen die hoge toegangssnelheid en lage latency vereisen. Het NetApp MetroCluster wordt gebruikt voor bedrijfskritische applicaties waar de nadruk ligt op high availability.
Dekker vertelt dat de reden om all-flash te gaan inzetten niet alleen omwille van het aantal IOPS is. “Er wordt in de markt heel veel geroepen over het aantal IOPS. Ook met SAS-disken kun je heel veel IOPS leveren. In de praktijk valt het nog vaak mee wat een klant werkelijk nodig heeft aan IOPS. Die heeft eerder behoefte aan een hoge toegangssnelheid en lage latency. Wij vinden dat in onze omgeving juist daar het verschil wordt gemaakt. De kracht van onze all-flash clusters zit in de responsiveness.“
De storage wordt via NFS aangeboden aan VMware. De ESXi hosts draaien op servers van Dell. Previder heeft NFS gekozen omwille van een hogere flexibiliteit in haar omgeving. “We gebruiken functionaliteiten als VAAI en VASA waardoor we een hele goede integratie hebben tussen ons virtuele platform en de storage omgeving. Hiermee verlagen we installatietijden en kloonacties tot enkele minuten. Tevens kunnen we daardoor geautomatiseerd virtuele systemen op de juiste locatie in het storage cluster plaatsen vanuit ons self-service portal.”
Applicaties
Van NetApp wordt SnapVault gebruikt om dagelijks backups te maken. Previder bewaart deze zeven dagen. Daarnaast gebruikt Previder ook software van IASO voor haar product Cloud Backup. “IASO is een softwarepakket waarmee wij de klant de mogelijkheid bieden om ook vanuit het besturingssysteem backups te maken. De klant richt deze backup verder zelf in. Het hoeft niet de hele VM te zijn maar de klant kan ervoor kiezen om alleen een backup te maken van zijn eigen data zijn zoals een database. Ook kan hij hiermee losse bestanden uit een backup restoren.”
Zoals we hierboven al zagen, kunnen klanten ook zelf backup storage afnemen. Dekker legt uit dat dit los staat van deze Cloud Backup. “Losse backup storage is storage die we via iSCSI of NFS koppelen aan de VM van de klant. Deze backup storage is goedkoper. Een klant kan vervolgens met zijn eigen softwarepakket backups hiernaar wegschrijven.” Dekker vertelt verder dat Previder vanuit haar eigen productfolio backups standaard geografisch spreidt. Als de klant backup storage afneemt, kan hij zelf beslissen in welk datacenter de backups bewaard moeten worden.
Om de storage clusters te monitoren levert NetApp zijn eigen tools. Daarnaast zet Previder Nagios breed in. “Wij gebruiken intern Nagios. Daarmee monitoren we niet alleen de storage. Het is voor ons de centrale monitor-omgeving. Nagios monitort de VM’s, onze routers, interne systemen, e.d.” Om trends in resource verbruik en performance vast te leggen heeft Previder eigen tooling ontwikkeld. “Netapp stelt veel informatie beschikbaar middels API’s waarmee we de gegevens uit de hardware halen. NetApp is meer dan alleen een storage doos. Hun kracht zit in de software stack die ze erbij kunnen leveren.”
Voor haar klanten heeft Previder een self-service portal ontwikkeld. Daarbinnen beheert de klant zijn eigen omgeving. Hij kan hier virtuele machines aanmaken en wijzigen. Deze activiteiten zijn ook met behulp van een API aan te spreken waarmee eenvoudig test- en ontwikkelomgevingen in te richten zijn. Op de vraag waarom Previder dit zelf ontwikkeld heeft, geeft Dekker een aantal redenen. “Tegen onze NetApp- en VMware-omgeving kun je goed programmeren. Daardoor kunnen we beter zelf bouwen dan een pakket kopen waarin we vervolgens net zoveel tijd moeten steken om alle noodzakelijke koppelingen te maken. Ten tweede hebben we een breed portfolio waarvoor we meerdere standaard pakketten nodig zouden hebben. Die moeten we integreren omdat we de klant één interface willen bieden waarin hij alle diensten van Previder kan beheren. Als een klant een virtuele omgeving heeft afgenomen en racks heeft gehuurd, dan ziet hij in ons portal zowel de staat van de virtuele machines als het stroomverbruik van zijn racks.”
Tot slot
Aan het eind van dit interview vragen we Dekker hoe Previder de ontwikkelingen op storage gebied volgt en inziet. “We zien de ontwikkelingen erg snel gaan op storage gebied. We willen echter niet pionieren en de eerste zijn. Wij positioneren ons vlak daarachter en hebben daarom afgelopen jaar all-flash geïmplementeerd. Wij nemen voldoende tijd voor het onderzoek en de daaruit volgende keuzes omdat we voor stabiliteit en continuïteit gaan. We hebben daarom ook bewust voor een partij als NetApp gekozen omdat ze een strategie en visie hebben die wij onderkennen.”