- Door
- Arnout Veenman
- geplaatst op
- 4 april 2016 08:00 uur
De gemeente Amsterdam heeft een gevoelige nederlaag geleden bij de rechter. Amsterdam mag datacenters van de rechter niet vertellen welke maatregelen ze moeten nemen om energieverspilling tegen te gaan. In een persbericht klaagt de Amsterdamse wethouder Abdeluheb Choho – mijns inziens ten onrechte! – dat de gemeente niet de juiste wettelijke middelen heeft om daadkrachtig tegen energieverspilling op te treden.
In de uitspraak die ging het over de vraag opgelegde maatwerk milieuvoorschriften die de gemeente Amsterdam had opgelegd aan het Colt datacenter dat is gevestigd aan de Luchtvaartstraat. Amsterdam had het datacenter verplicht om de volgende maatregelen te nemen:
De volgende maatregelen worden uiterlijk 1 januari 2015 gerealiseerd:
1. De temperatuur van de koellucht van de serverruimtes wordt ingesteld op ten minste 24 °C, gemiddeld over 24 uur. Deze temperatuur wordt gemeten in het midden van de koudegang op 1,5 meter hoogte;
2. Bij vervanging van de koelinstallatie wordt deze voorzien van vrije koeling, zodanig dat de regelingsinstallatie de koelmachine uitschakelt als de buitentemperatuur voldoende laag is om te voorzien in de koelbehoefte. Dit geldt voor tenminste 60% van de tijd.
3. Door middel van een rapportage wordt verslag gedaan van het totaal energiegebruik ten opzichte van het ICT-gebruik (EUE) en uiterlijk 1 maart 2015 aangeboden aan het bevoegd gezag.
Deze zaak loopt al sinds 2011. In dat jaar had de Dienst Milieu en Bouwtoezicht geconstateerd dat er ‘energiebesparingmogelijkheden’ bij het Colt datacenter zijn. Op 13 december 2013 zijn er door Amsterdam (stadsdeel Zuid) concept-maatwerkvoorschriften opgesteld om zo het datacenter aan te sporen verdergaande energiebesparende maatregelen te nemen. Nadat Colt hier op had gereageerd is op 27 februari 2014 een definitief besluit door de gemeente genomen om maatwerkvoorschriften op te leggen aan het datacenter.
De rechtbank wijst erop dat gelet op artikel 2.15, eerste lid, van het Activiteitenbesluit, een inrichting (zoals een datacenter) “neemt (lees: moet nemen, red.) met een terugverdientijd van vijf jaar of minder of alle energiebesparende maatregelen die een positieve netto contante waarde hebben bij een interne rentevoet van 15%.”
De vraag is echter of Colt verplicht kan worden om een koelsysteem op basis van vrije koeling te installeren (zoals in het maatwerkvoorschrift is bepaald), of dat zij ook mag kiezen voor een koelsysteem op basis van inverter driven compressor. De rechtbank stelt zichzelf daarom eerst de vraag of de gemeente Amsterdam überhaupt bevoegd was om maatwerkvoorschriften op te leggen aan het datacenter.
De rechtbank komt tot de conclusie dat er alleen maatwerkvoorschriften kunnen worden opgelegd indien de verplichting (zorgplicht) om het milieu zo min mogelijk te belasten niet al onder een andere bepaling van het activiteitenbesluit valt. Volgens de rechtbank valt elke denkbare maatregel om energie te besparen al onder de algemene verplichting en kunnen maatwerkvoorschriften daarom niet worden gegeven. Ook kan het niet zo zijn dat de gemeente Amsterdam maatregelen gaat opleggen die een langere terugverdientijd hebben:
Het uitputtende karakter van artikel 2.15, eerste lid, van het Activiteitenbesluit volgt uit de verplichting die daarin wordt opgelegd om alle energiebesparende maatregelen te nemen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder. Daarmee valt niet in te zien welke maatregel met een terugverdientijd van vijf jaar of minder op grond van artikel 2.15, eerste lid, van het Activiteitenbesluit niet aan de drijver van een inrichting kan worden opgelegd en dus buiten het bestek van dat artikel valt. Desgevraagd ter zitting heeft verweerder daarover ook geen uitsluitsel kunnen geven. Verder druist het in tegen de systematiek van het Activiteitenbesluit en meer specifiek van artikel 2.15, indien maatwerkvoorschriften zouden kunnen worden opgelegd die er toe strekken energiebesparende maatregelen te nemen met een terugverdientijd van meer dan vijf jaar.
Om die reden wordt het besluit van de gemeente Amsterdam om maatwerkvoorschriften aan het Colt datacenter op te leggen door de rechtbank vernietigd.
De Amsterdamse wethouder duurzaamheid Abdeluheb Choho beklaagt zich in een persbericht over de uitspraak: “Het blijkt wederom dat de gemeente niet de juiste handvatten heeft om daadkrachtig op te treden tegen energieverspilling. Ik heb dit al eerder aangekaart bij het Rijk. Staatssecretaris Dijksma van Infrastructuur en Milieu is nu aan zet om de regels aan te passen, want Amsterdam werkt er enorm hard aan bij te dragen aan een duurzame toekomst en daarvoor hebben we juridische ruggensteun van het Rijk nodig.”
Volgens mij komt het er meer op neer dat de gemeente Amsterdam datacenters de wet wil gaan voorschrijven. Wat de gemeente Amsterdam moet en ook kan doen is controleren of datacenter zich aan de wet houden én “alle energiebesparende maatregelen neemt met een terugverdientijd van vijf jaar of minder“. Indien een datacenter zich niet maximaal inzet om energie te besparen, dan moet en kan de gemeente dat gaan handhaven.
Wat zegt de gemeente echter bij de rechter “dat weloverwogen is besloten om (eerst) maatwerkvoorschriften op grond van artikel 2.1, vierde lid, van het Activiteitenbesluit aan eiseres op te leggen, in plaats van direct handhavend op te treden op grond van artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit.”. De rechter concludeert daarover dus echter dat: “Gelet op de systematiek van het Activiteitenbesluit is er naar het oordeel van de rechtbank echter geen ruimte voor verweerder om deze maatwerkvoorschriften op te leggen op grond van artikel 2.1, vierde lid, van het Activiteitenbesluit.”
Het probleem is dus niet dat de gemeente Amsterdam geen handvatten heeft om daadkrachtig op te treden tegen energieverspilling door datacenters. Nee, het probleem is dat de gemeente Amsterdam zich niet aan de wet houdt en simpelweg niet doet wat het moet doen. Het zou wethouder Abdeluheb Choho sieren als hij in plaats van moord en brand te schreeuwen over zijn bevoegdheden, gewoon zou doen wat hij moet doen als ambtenaar: de wet handhaven!