- Door
- Arnout Veenman
- geplaatst op
- 29 maart 2007 10:24 uur
Telefoongesprekken die via internet worden gevoerd mogen gewoon worden getapt, zo gaf staatssecretaris Heemskerk gisteren aan in een algemeen overleg met de vaste commissies voor Economische Zaken (EZ) en Justitie van de Tweede Kamer. Wanneer die gesprekken versleuteld zijn is de fabrikant van de software of apparatuur verplicht om de nodige gegevens te verstrekken om de gegevensstroom te kunnen decoderen.
Zelfs nog interessanter is het feit dat de Tweede Kamer de minister van Justitie, Hirsch Ballin, om gegevens over het aantal taps in Nederland heeft gevraagd. De minister gaf hier op aan dat deze die gegevens niet kan verstrekken, niet omdat hij dat niet zou willen of omdat het de toekomstige opsporing van misdrijven zou hinderen, maar omdat die gegevens niet (centraal) beschikbaar zijn.
De minister gaf daarbij aan dat voortaan het tappen van communicatienetwerken centraal door het Korps Landelijke politiediensten (KLPD) zullen worden gecoördineerd, waar dat nu nog gebeurt door elk (van de 25) politiekorps(en) afzonderlijk. Op die manier kan de Tweede Kamer in de toekomst ook beter worden geïnformeerd.
Zeer interessant is het te noemen dat de Minister van Justitie impliciet heeft aangegeven dat gegevens over het aantal taps in Nederland geen staatsgeheim zijn. Eind vorig jaar werden er via de Stichting NBIP (Nationale Beheerorganisatie voor Internet Providers), een inkoop/uitvoer organisatie voor tap apparatuur voor ISP’s, voor het eerst cijfers over het aantal taps in Nederland bekend. Misschien is het een idee voor NBIP om een brief naar de Tweede Kamer te sturen met hun gegevens over het aantal taps die ze hebben verzorgd.