- Door
- Arnout Veenman
- geplaatst op
- 20 juli 2010 08:05 uur
Stichting BREIN heeft gisteren een gevoelige nederlaag in de rechtbank geleden. De vordering dat Ziggo de website The Pirate Bay moet blokkeren is door de voorzieningenrechter afgewezen. Overal tot aan het 8 uur journaal maakte melding van dit nieuws, maar wat zijn de gevolgen van het vonnis?
Allereerst is het zo dat dit een kortgeding was. Dat betekent simpelweg dat de voorzieningenrechter beoordeelt hoe groot de kans is dat in een bodemprocedure de vordering zal worden toegewezen. De uitspraak heeft daarom enkel een voorlopig karakter, zeker nu BREIN ook al een bodemprocedure heeft aangespannen waarbij de rechtbank zich veel meer zal laten voorlichten over de zaak. De rechter(s) die het besluit nemen in de bodemprocedure zijn ook op geen enkele wijze gebonden aan de uitspraak van de voorzieningenrechter. Ook heeft BREIN direct aangekondigd tegen het vonnis in hoger beroep te gaan. Dat betekent dat er – naast de bodemprocedure – door tenminste drie rechters van het Gerechtshof in Den Haag opnieuw naar de zaak in kortgeding zal worden gekeken – terwijl het huidige vonnis door één rechter is gewezen.
Een meer inhoudelijk punt is dat de rechter van mening is dat BREIN de verkeerde partij heeft aangesproken. De auteursrechtenorganisatie stelt dat The Pirate Bay verboden is en nu deze niet voor Nederlandse internetters onbereikbaar is gemaakt, niks anders resteert dan Nederlandse providers aan te spreken om dit verbod te handhaven.
De inbreukmakers zijn echter niet de beheerders van The Pirate Bay, maar de klanten van de providers de website hier voor gebruiken. De rechter is daarom van mening dat de providers, maar de klanten van de providers eerst moeten worden aangesproken. Dit zogenaamde subsidiariteitsbeginsel haalt de rechter uit de parlementaire geschiedenis van het wetsartikel waar BREIN zich op beroept. Stichting BREIN zou dus achter individuele filesharers aan moeten gaan. Dat is iets waarvan BREIN al jarenlang aangeeft niet aan te willen.
Bewijs
Een ander inhoudelijk punt is dat BREIN niet voldoende heeft aangetoond dat Ziggo-abonnees massaal inbreuk maken. BREIN voerde aan dat zij van 325 Nederlandse ip-adressen van filesharers, er totaal 27 procent Ziggo-abonnees zijn. De rechter nam dit om redenen van orde niet aan als bewijs en voegt daaraan toe dat een dergelijk getal ook niets zegt over de mate waarin Ziggo-abonnees zich bezig houden met filesharing. Echter is het ook niet zo dat – zoals Ziggo en XS4ALL hebben gesteld – dat een rechterlijk verbod op doorgifte niet tot de mogelijkheden behoort. Indien aan de subsidiariteitseis is voldaan, dan kan dat weldegelijk.
De vraag is nu wat dit vonnis betekent. Het vonnis zelf heeft niet zoveel betekenis. Er komt een hoger beroep en er loopt een bodemprocedure, waarvan dit vonnis wel een indicatie van de uitkomst geeft. Moreel geeft het vonnis natuurlijk wel een enorme opsteker en de eerste klap is een daalder waard. Daarnaast krijgt BREIN de opdracht van de rechter om achter individuele filesharers aan te gaan. De vraag is of BREIN daar aan wil. Mijn vermoeden is van niet, omdat BREIN daar noch zin noch de middelen voor heeft. Daarnaast was juist het met rust laten van individuele filesharers hetgeen wat BREIN in positieve zin van veel van haar buitenlandse collega’s onderscheidde. Dat beleid nu loslaten betekent ook nog eens dat BREIN de publieke opinie tegen zich krijgt en volksvijand nummer 1 wordt.