- Door
- Veenman
- geplaatst op
- 28 april 2008 08:05 uur
IS Interned Services is door De Staat der Nederlanden gedaagd vanwege de weigering om de website van een klant te verwijderen, waarop een belastinginspecteur met naam en toenaam wordt genoemd en beschuldigd wordt van racisme, corruptie en machtsmisbruik. Afgelopen woensdag vond de rechtszitting plaats in Haarlem. ISPam.nl was hierbij aanwezig.
Verstek klant van IS Interned Services
Om 15:30 uur begon de zitting, al snel constateerde de rechter dat enkel IS en De Staat aanwezig waren en dat de klant van IS die ook door de Staat gedaagd was, de klant noem ik hierna CI. De Staat heeft CI verstek verleent, waarmee de rechtszaak tegen IS verder ging. Later concludeerde de partijen, inclusief de rechter, dat wanneer de Staat enkel CI zou hebben gedagvaard er een verstek vonnis zou zijn geveld en de eisen direct zouden zijn toegekend.
Pleidooi de Staat
De advocaat van de Staat mr. Boukema, die we nog kennen van de zaak om de persoonsdomeinnaam www.112.nl, stelde dat hij het kort kan houden omdat het een redelijk eenvoudige zaak is. De Belastingdienst krijgt vaak beledigende en grievende uitingen over zich heen, echter gaat dit te ver. Daarover is in de jurisprudentie gesteld dat hoe excessiever het waarde oordeel van iemand, hoe duidelijker de feitelijke onderbouwing van het oordeel.
Daarbij klopt er helemaal niks van het waarde oordeel van CI, zo stelt CI dat belastinginspecteur TM, die keer op keer met naam en toenaam wordt genoemd, als racistisch, machtmisbruik, corrupt en iemand die zelf wetten maken. Overigens heeft CI de website na een eerste sommatie van de klant wel lichtelijk aangepast. Deze uitingen zijn nergens op gebaseerd en dus onrechtmatig.
Wat is er nou gebeurt, CI heeft voor auto’s die naar het buitenland zijn geëxporteerd bij de belastingdienst BTW teruggevraagd. De belastingdienst heeft op basis van de teruggevorderde BTW de omzet van CI berekent en daar bovenop de marge van CI geschat. Op basis daarvan heeft de belastingdienst CI een aanslag opgelegd. CI heeft daarna de grievende opmerkingen, in het Engels op haar website geplaatst. Vooral ook het feit dat de uitlatingen in het Engels zijn stoot de Staat tegen de borst, omdat het imago van Nederland daarmee wordt aangetast.
Verder stelde Boukema dat een provider niet op voorhand aansprakelijk is voor uitingen van klanten. Vroeger was dat anders en was een provider direct medepleger van een onrechtmatige uiting. Nu hebben we artikel 6:196c BW waarin staat dat een provider niet aansprakelijk is van uitingen van klanten, zolang ze daar niet van op de hoogte zijn gesteld. Daarom stuurt de Staat ook één waarschuwing, waarbij een redelijke termijn is gesteld om de informatie te verwijderen. Nu deze informatie die volgende de Staat onmiskenbaar onrechtmatig is, niet verwijderd is kan de provider zich niet meer verschuilen achter artikel 6:196c BW. Daarmee is de provider medepleger van de onrechtmatigheid geworden.
Verder kom je op de website uit als je zoekt op CI en racist of CI en TM met een zoekmachine.
Pleidooi IS Interned Services
De advocaat van IS opende met de vragen “Waar ligt de grens?” en “Is dit onrechtmatig?”. Er zou namelijk enkel een mening zijn geuit en dat is niet onrechtmatig. Daarbij is het vreemd dat De Staat, de hoeder van de grondrechten, de vrijheid van meningsuiting probeert te beperken. Het is echter zo dat providers niet kunnen bepalen wat al dan niet onrechtmatig is en daarmee op de stoel van de rechter gaan zitten. Al moet de klant zich wel uit houden aan zijn contract, algemene voorwaarden en de wet.
Op 1 februari 2008 ontving IS een sommatie van de Staat om de bewuste website (informatie) te verwijderen. Daarna is er goed contact geweest met ambtenaren van het Ministerie van Financiën en is de brief doorgestuurd naar CI. Daarna heeft IS van de Staat niets meer gehoord, tot dat de dagvaarding door IS ontvangen werd. De vraag is echter waarom ook IS gedaagd is? De Staat had ook alleen CI kunnen dagvaarden, vonnis kunnen halen en op basis van een vonnis waarin staat dat de informatie op de website onrechtmatig is zou IS de website direct verwijderen.
IS heeft echter 30.000 klanten naar wie het een contractuele verplichting heeft om hun websites in de lucht te houden. Als IS de dienstverlening zomaar onderbreekt wordt ze in gebreke gesteld in verband met een wanprestatie. Als het nou onmiskenbaar onrechtmatige informatie is op een website, zoals bij kinderporno het geval is, dan verwijdert IS de website meteen.
Echter in dit geval is het nog maar de vraag of de informatie onrechtmatig is, laat staan dat deze onmiskenbaar onrechtmatig zijn. Ook de Staat twijfelt of de informatie wel onrechtmatig is, in de eerste sommatie schreef de Staat “de informatie moet daarom onrechtmatig worden geacht”, in de dagvaarding staat weleens waar “is onrechtmatig” maar in eerste instantie achtte de Staat de informatie enkel onrechtmatig, laat staan dat deze onrechtmatigheid onmiskenbaar is. Daarbij moet de belastingdienst als instituut meer kunnen accepteren. Daarom heeft IS als provider aan haar zorgplicht voldaan.
Ook is niet door de belastingdienst aangetoond dat de fiscus is gehinderd door de informatie, laat staan dat deze schade heeft geleden, net zoals de belastinginspecteur (als privé persoon)niet. Het is aan de Staat te bewijzen dat dit wel het geval is. De dwangsommen van 5.000 tot 10.000 euro per dag met een maximum van 250.000 tot 500.000 euro zijn daarom veel te hoog en moeten, indien enige eis wordt toegekend, zwaar worden gematigd.
Repliek (de Staat)
Als repliek gaf mr. Boukema aan dat hij het natuurlijk niet eens is met IS. De rechter merkte op dat de Staat ook eist dat CI niet meer mag stellen dat hij het niet eens is met de aanslag. Hierop gaf mr. Boukema aan dat dit in rechtstreeks verband houdt met de onrechtmatige uitingen. Op aandringen van de rechter mocht het verbod op mopperen geschrapt worden.
Op een andere vraag van de rechter waarom niet alleen CI is gedagvaard, wat gezien de afwezigheid van CI tot een verstek vonnis zou hebben geleid, antwoordde mr. Boukema dat IS door het niet verwijderen van de website tot medepleger is geworden en “ze zoeken het samen onderling maar uit”.
Verder hoeft in kort geding iets niet onmiskenbaar onrechtmatig zijn, maar moet hoeft de onrechtmatigheid enkel aannemelijk te zijn. Dat dit het geval is vanwege het gebruik aan de noodzakelijke onderbouwing, blijkt ook uit het feit dat de klacht die CI over de belastingdienst bij de Ombudsman heeft ingediend is afgewezen.
Een verbod dat de provider verbiedt om er voor te zorgen dat bepaalde informatie niet meer via de provider online komt, mag wel, ondermeer omdat zodra de onrechtmatigheid is aangetoond 6:196c niet meer geldt, onder de volgende voorwaarden:
- Wet in formele zin
- Precies en duidelijk geformuleerd
- Afhankelijk van het soort media
- Noodzakelijk
- Pressing social need
- Functioneel
- Proportioneel
Verder leidt de Staat wel degelijk schade, namelijk doordat het imago van Nederland als vestigingsland wordt aangetast, in een land met een racistische, machtsmisbruikende en corrupte belastingdienst wil je je niet vestigen. Daarnaast komt dit het imago voor het werven van personeel ook niet ten goede.
Dupliek (IS Interned Services)
De advocaat van IS gaf in zijn dupliek aan dat als de rechtbank de vorderingen van de Staat toekent, dat iedereen straks door een simpel briefje te sturen, met een vonnis van de Rechtbank Haarlem in de hand, websites uit de lucht laten halen. Verder heeft de staat ook geeist dat CI ook per e-mail zich niet meer over de belastingdienst mag uitlaten en dat IS er voor moet zorgen dat de uitlatingen nooit meer via haar naar buiten komen. Dat is je reine censuur.
Op basis van een antwoord van IS directeur Arjan Steevels over het feit dat websites automatisch worden aangemaakt en dat nieuwe klanten van IS dus automatisch aan de slag kunnen, concludeerde de rechter dat het technisch voor IS onmogelijk is om er op toe te zien dat de uitlatingen nooit meer via IS worden verspreid.
Uitspraak
Daarmee kwam de zitting teneinde. Uitspraak is op 14 mei, dat duurt iets langer dan de normale termijn van 14 dagen, doordat de rechter wat vrije dagen heeft.
Conclusie
De naam van de belastinginspecteur (TM) noch die van de klant (CI) heb ik genoemd. De reden hiervoor is enerzijds de privacy van de betrokkenen anderzijds dat ik wel van mening ben dat de inhoud van de website van CI onmiskenbaar onrechtmatig is. Ik ben daarom bang dat IS Interned Services de branche geen goede dienst bewijst door dit op een rechtszaak aan te laten komen. Al hoop ik dat de rechter inziet dat providers in een lastige situatie verkeren met het zelf moeten beoordelen van wat onmiskenbaar onrechtmatige inhoud nou eigenlijk is.