- Door
- Arnout Veenman
- geplaatst op
- 20 mei 2008 08:06 uur
Afgelopen vrijdag om 9:30 uur diende het hoger beroep in het kort geding van de Staat tegen de houder van de persoonsdomeinnaam www.112.nl bij het Gerechtshof Amsterdam. Voor ISPam.nl was ik bij de zitting aanwezig.
Persoonsdomeinnamen opgeheven
Direct bij de start van de zitting ontstond er een interessante discussie tussen de Staat, Heerink en het Hof, over het feit dat het systeem van persoonsdomeinnamen is vervallen en dat Heerink daarom blij zou zijn met een dode mus, als het hof hem in het gelijk zou stellen, aldus de advocaat van de Staat mr. Boukema.
Het Hof vond deze uitleg curieus, omdat er naar inzicht van het Hof geen reden is om de domeinnaam niet op te heffen, ook al is er door Heerink conservatoir beslag opgelegd. Al is de rol van SIDN sowieso curieus in deze kwestie, vooral omdat ze de domeinnaam 112.nl, zonder geldig subjectief recht, in haar reglement al aan de Staat heeft toegezegd.
Ook was het Hof erg benieuwd naar wat nou het “eerste publieke optreden” van de domeinnaam was. Dit was in eerste instantie een standaard pagina waarop stond “Deze domeinnaam is geregistreerd voor een klant”, maar verwees uiteindelijk per ongeluk naar een pornosite. De verwijzing naar de pornosite werd door het Hof als “eerste publieke optreden” van de persoonsdomeinnaam aangemerkt.
Hierna kregen beide partijen 30 minuten de tijd van het Hof voor hun betoog inclusief repliek.
Pleidooi Heerink (mr. Quirijn Meijnen)
Als eerste was de beurt aan de advocaat van Heerink mr. Quirijn Meijnen. mr. Meijnen ging direct in op het feit dat de Staat in reactie op het Hoger Beroep had gesteld dat Heerink zich zou hebben bedient van kunstgrepen en geen belang zou hebben bij de persoonsdomeinnaam, omdat deze per 31 december 2007 zijn opgeheven door SIDN. Heerink heeft direct bezwaar gemaakt bij SIDN. SIDN wacht daarom met een eventuele opheffing van www.112.nl en de registratie van 112.nl tot op het moment dat er uitspraak is gedaan in deze procedure.
Inhoudelijk heeft Heerink zich gehouden aan alle regels van SIDN en ook niet onrechtmatig gehandeld tegenover de Staat door www.112.nl te registreren. Ook maakt Heerink geen inbreuk op enig subjectief recht van de Staat door de registratie van www.112.nl. Indien Heerink misbruik zou hebben gemaakt van de regels dan had SIDN daar tegen kunnen optreden en de persoonsdomeinnaam kunnen doorhalen. Het is daarom niet nu aan de Staat om te stellen dat Heerink de regels heeft misbruikt.
Dat de Staat een groter belang bij de persoonsdomeinnaam www.112.nl of 112.nl zou kunnen, maar Heerink is ook houder van de domeinnaam Gay.nl. Dat de Staat meer belang heeft bij het gebruik van de domeinnaam om voorlichting te geven over HIV zal snel worden aangenomen. Echter dat de Staat recht zou hebben op Gay.nl is onjuist.
De Staat vindt dat zij recht heeft op de persoonsdomeinnaam www.112.nl om een aantal redenen. Allereerst de verdragsrechtelijke verplichtingen, dat zou onzin zijn omdat de verplichting enkel inhoud om 112 beschikbaar te maken, ook via ISDN, de bevolking te informeren over het gebruik en bestaan van het alarmnummer en de locatie van de beller te traceren. Dat laatste doet Nederland niet goed en is ze door de Europese Commissie op aangesproken. Verder verwijst maar in 6 van de 27 EU-lidstaten de domeinnaam bestaande uit 112 + de nationale ccTLD maar naar een overheidswebsite.
Heerink is van mening dat de voorzieningenrechter ten onrechte een belangenafweging heeft gemaakt. Dat had de voorzieningenrechter enkel mogen doen indien er sprake was van onrechtmatig handelen van Heerink. Gezien daar geen sprake van is, zorgt dit voor onteigening zonder wettelijke basis, wat in strijdt is met artikel 14 van de Grondwet.
Pleidooi Staat (mr. H.J.M. Boukema)
Hierna was het de beurt aan de advocaat van de Staat mr. Boukema. De Staat heeft ook de domeinnamen eerste- en tweedekamer.nl weten op te eisen, dit is een vergelijkbare zaak. Ook het feit dat Heerink de persoonsdomeinnaam www.112.nl te koop had aangeboden aan de Staat, voor een bedrag van 24.000 euro plus nog een concessie voor de bouw van een website op de persoonsdomeinnaam zou al misbruik zijn van recht door Heerink.
Verder zou door het tonen van andere content op www.112.nl dan overheidsinformatie het ‘merk’ 112 verwateren. Op de vraag van het Hof waarom dit erg is antwoordde mr. Boukema dat de associatie van 112 als alarmnummer daardoor verloren zou gaan. Waarop het Hof kritisch met de kritische vraag antwoordde, of niet iedereen weet waar die het nummer 112 voor moet gebruiken? mr. Boukema gaf daarop aan dat niet iedereen even slim is als de raadsheren van het Hof Amsterdam.
Het feit dat de Staat niet zou kunnen beschikken over 112.nl bemoeilijkt de informatievoorziening van de overheid en beperkt de uitingsvrijheid van de Staat. Die bemoeilijking van de informatievoorziening door de Staat is een grondslag voor toekenning van de vordering. De domeinnaam www.112.nl is simpelweg door Heerink gekaapt.
Overigens is het zo dat de Staat wel degelijk een merk heeft op 112, allereerst een gecombineerd woord-/beeldmerk en daarnaast pleit mr. Boukema enkele dagen na de zitting voor het Hof Den Haag voor de inschrijving van een woordmerk enkel bestaande uit 112.
Kan het niet gewoon geregeld worden?
Het Hof was na het pleidooi van beide partijen benieuwd of de zaak niet “gewoon geregeld kan worden”. mr. Boukema gaf aan dat de Staat zeer voorzichtig is geworden met het tegen betaling overnemen van domeinnamen. Dat is enkele malen gebeurt en had een aanzuigende werking. Aan de andere kant heeft mr. Boukema ook tegen zijn cliĆ«nt aangegeven dat hij ook geld kost, belastinggeld wel te verstaan. Waarop het Hof cynische antwoordde, dat dat ook voor het Hof zelf geldt.
Ook vroeg het Hof zich af of er niet een vergelijking is met de kwestie waarbij een garage over 6 meter, 10cm op een ander erf stond. Het grote belang van de garagehouder werd daarbij afgewogen tegen het kleine belang van de eigenaar van de grond. De garage mocht blijven staan, maar de garagehouder moest wel betalen voor het gebruik van de grond. Wellicht moet de Staat op basis daarvan betalen voor de domeinnaam zo suggereerde het Hof.
Staat die zich op beperking van de uitingsvrijheid beroept?
Als laatste stelde mr. Meijnen dat hij ook weleens in zijn uitingsvrijheid wordt beperkt door dat iemand de radio te hard zet of loopt te schreeuwen, maar dat is dan niet meteen een onrechtmatige beperking van de uitingsvrijheid. Het is overigens de eerste keer dat mr. Meijnen hoort dat de Staat zich beroept op haar uitingsvrijheid.
Het laatste woord was aan het Hof dat liet weten op 26 juni uitspraak te doen.
Mijn verslag van het kort geding in eerste aanleg staat hier en de uitspraak hier.