- Door
- Veenman
- geplaatst op
- 19 mei 2008 08:05 uur
De hele Tweede Kamer wil dat minister van Justitie Hirsch Ballin kinderporno harder gaat aanpakken. Verschillende kamerleden hebben gesteld dat ISP’s, goedschiks of kwaadschiks, kinderporno moeten blokkeren, dat betekent uit zichzelf of gedwongen met wetgeving.
Arda Gerkens van de Socialistische Partij (SP) wil ook dat er een juridische toetsing komt van de websites die op de lijst met te blokkeren sites komen, zoals de ISP’s eisen. Ook kamerlid Azough (GroenLinks) zegt hier voorstander van te zijn. Aan de andere kant staan Minister Hirsch Ballin en kamerlid Arib (PvdA) die niet denken dat de juridische toets is wat ISP’s er van weerhoudt om te gaan blokkeren.
Specifiek voor webhosters is een voorstel van kamerlid en oud officier van justitie Fred Teeven (VVD) vrij heftig. Teeven zou in de strijd tegen kinderporno de civelrechtelijke aansprakelijkheid van webhosters willen veranderen. Teeven zij hierover in het debat:
Ik wil terugkomen op de vraag over artikel 196c lid 4 van het Burgerlijk Wetboek. Daarin staat over de afbeeldingen dat een provider aansprakelijk is wanneer hij “weet” et cetera. Dat is een constatering achteraf. Dat is op meer plaatsen in het Burgerlijk Wetboek het geval. In plaats van “weet” zou je hier kunnen zetten dat een provider “redelijkerwijs moet kunnen vermoeden”. Dan zou er sprake kunnen zijn van de situatie dat de provider een onderzoeksplicht krijgt. Voordat hij een contract afsluit, zou hij dan even moeten kijken wie daar achter zit. Alleen maar zeggen “weet” is volgens mij iets te simpel. Ik bepleit dat wij de verantwoordelijkheid en de risicoaansprakelijkheid een beetje verschuiven. Ik ben mij ervan bewust dat dit heel lastig is, maar ik vraag de minister niettemin of hij bereid is om dit nader te verkennen.
In eerste instantie gaf de minister op het idee van Teeven aan dat dit niet mogelijk is in verband met Europese richtlijnen, maar na het bovenstaande aandringen van Teeven stelde de minister het mee te nemen in het onderzoek of er nog verdere wetgeving nodig is.