- Door
- Arnout Veenman
- geplaatst op
- 19 april 2011 08:01 uur
Enige tijd geleden kwam ik de vraag tegen of een domeinnaam die geregistreerd is en pas later wordt gefactureerd wel de ‘eigendom’ van de registrant is. In juridische termen zou ik dit vraagstuk duiden als, kan je een eigendomsvoorbehoud bedingen op een domeinnaam? Het antwoord op deze vraag is simpel te geven: nee. Een domeinnaam is namelijk geen zaak (een fysiek iets), en alleen zaken kun je in eigendom hebben.
Een domeinnaam is geen eigendom, de vraag is echter wat het wel is, in juridische zin is daar nog geen eenduidig antwoord op. Wel is het evident dat de domeinnaam een bepaalde aanspraak tegenover het registry dat deze heeft geregistreerd heeft en de registrant (houder) is. Een domeinnaam wordt daardoor ook niet door de registrar aan de registrant geleverd. Dat is op zich ook wel logisch, want de letterlijke betekenis van registrar is niet anders dan griffier of secretaris. Deze zorgt voor de goede afhandeling van de levering, maar levert zelf niet.
De rol van de registrar is in dat opzicht te vergelijken met die van een notaris bij de levering van een huis. De verkopende partij levert aan de koper, maar zonder de bemiddeling van de notaris komt er geen overdracht tot stand. In veel gevallen loopt de geldstroom van koper naar verkoper ook via de notaris. Dat neemt echter niet weg dat de notaris het huis niet levert en ook niet zelf voor het huis betaalt. Hij is enkel een derde die het proces in goede banen leidt. Ook al zou een domeinnaam wel een eigendom zijn, dan nog zou om deze analogie een eigendomsvoorbehoud niet op zijn plaats zijn, omdat de registrar nooit eigenaar van de domeinnaam wordt, net zoals de notaris nooit eigenaar van het huis wordt.
Het verschil tussen de registrar en notaris zou kunnen worden opgemerkt dat de registrar wel zelf voor de domeinnaam betaalt. Dat is naar mijn mening ook niet juist. Bij gTLD’s is er namelijk zelfs een regel dat een gTLD enkel voor een betalende houder mag worden geregistreerd. Daarmee geven de regels voor gTLD’s expliciet aan dat het de klant is die via de registrar aan het registry betaalt via de registrar. Daarnaast is in de prijs die registrant voor de domeinnaam betaalt ook het honorarium voor de registrar zijn dienst opgenomen. De betaling aan een registrar betekent dus betaling van zowel de registry als de registrar zijn dienstverlening.
Als we nu bovenstaande in ogenschouw nemen, dan zou het ook merkwaardig zijn als een notaris een eigendomsvoorbehoud zou kunnen krijgen op het huis, in het geval dat zijn honorarium niet wordt betaald. Hij zou er overigens ook niets aan hebben, omdat hij nooit eigenaar van het huis is geweest, een eigendomsvoorbehoud zou daarom enkel logischerwijs door de verkopende partij kunnen worden gemaakt. Het zelfde geldt voor de registrar. Uiteraard nog los van het feit dat een domeinnaam geen eigendom kan zijn.
De registrar kan de domeinnaam op zijn eigen naam te registeren en deze pas op naam van de registrant overschrijven zodra zijn rekening is voldaan. Dit is echter erg omslachtig en veel registries verbieden het ook om domeinnaam op naam van de registrar te registeren. Een variant hierop die praktischer lijkt, is dat de registrar een onherroepelijke volmacht bedingt om de houder van de domeinnaam te veranderen in zijn eigen naam, in het geval dat de rekening (niet op tijd) betaald wordt. Dit ben ik een aantal keer in de praktijk tegengekomen. Echter ben ik van mening dat deze constructie afstuit op het verbod van overdracht van een goed tot zekerheid. Het zogenaamde fiducia-verbod (art. 3:84 lid 3 BW).
De enige mogelijkheid voor registrars die overblijft is het bedingen van een (stil) pandrecht op de geregistreerde domeinnaam. Dit geeft de registrar het recht om de domeinnaam in het openbaar te verkopen, indien de registrar de rekening niet betaalt. Dit is wel enigszins omslachtig, want het (stille) pandrecht komt pas tot stand (en niet met terugwerkende kracht!) wanneer de pandakte bij de notaris is getekend of de pandakte bij de belastingdienst is geregistreerd. Dit laatste is overigens kostenloos. Echter mag het duidelijk zijn dat dit desondanks ook te omslachtig is om nuttig te zijn.
Er is wel één mogelijkheid om de domeinnaam als dwangmiddel te gebruiken. De registrar kan namelijk wel een onherroepelijk volmacht bedingen om de domeinnaam – namens de registrant – op te heffen in geval van het niet (tijdig) voldoen van de rekening voor de domeinnaam. Er is in principe niets dat daar in de weg staat. Let wel op dat de schade die hierdoor voor de registrant-wanbetaler ontstaat niet zodanig onevenredig is dat dit onaanvaardbaar is. Zolang de domeinnaam in quarantaine komt en daar ook weer eenvoudig uit te halen is, lijkt mij dat de domeinnaam gewoon kan worden opgeheven.
Resumerend, een eigendomsvoorbehoud maken op een domeinnaam als hoster kan niet, simpelweg omdat een domeinnaam geen eigendom is. Daarnaast is de hoster ook nooit de rechthebbende op de domeinnaam. Daarnaast zijn andere constructies ook niet mogelijk, niet toegestaan of simpelweg niet praktisch. Opheffen van de domeinnaam van een wanbetaler is wel mogelijk, mits daarvoor een (onherroepelijke) volmacht is bedongen. Op die manier kan de domeinnaam worden gebruikt om de registrant-wanbetaler onder druk te zetten.