- Door
- Arnout Veenman
- geplaatst op
- 9 mei 2011 08:08 uur
Als hoster krijg je een mail van de juridische afdeling van Stichting Brein. Een van je klanten host een Bittorrent website op een dedicated server die jij verhuurt. De website moet uiteraard uit de lucht, want in de jurisprudentie is het volstrekt duidelijk dat Bittorrent websites illegaal zijn. Echter Brein wil ook de naw-gegevens van je klant hebben. De vraag is nu, meewerken of weigeren?
In de mail die Brein stuurt verwijst ze naar de nodige jurisprudentie, die ze zelf heeft uitgelokt. Het creatief in het eigen voordeel uitleggen van het recht en het uitlokken van jurisprudentie die eveneens in het eigen voordeel is, is de specialiteit van Tim Kuik en zijn organisatie die volgens mij voornamelijk uit juristen bestaat.
Om die reden is het verstandig om niet klakkeloos gevolg te geven aan elke vordering van Brein. Het juridische kader eerst goed beoordelen is verstandig. Uiteraard is het daarbij eveneens verstandig om een (gespecialiseerde) jurist in te schakelen, om zo niet in een juridisch mijnenveld terecht te komen.
In de blafbrieven die Brein verstuurt, wordt onder meer verwezen naar de zaak Everlasting (Brein vs Leaseweb). In deze zaak is bepaald door de rechtbank Amsterdam dat een hoster inderdaad als een rechthebbende daar om vraagt naast het afsluiten van de inbreukmakende website ook naw-gegevens van de eigenaar van de website moet verstrekken. In hoger beroep is deze uitspraak door het Gerechtshof Amsterdam bekrachtigd.
Gezien deze uitspraken passen in de lijn van de uitspraak van de Hoge Raad in de zaak Lycos/Pessers en voor wie daar ook geen genoegen mee neemt, de uitspraak van de Hoge Raad duidelijk is gebaseerd op de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de mens, is hier juridisch weinig op af te dingen is.
In de zojuist genoemde Lycos/Pessers zaak zijn er vier criteria opgesomd waaraan voldaan moet zijn wil een hoster naw-gegevens af moeten geven:
- Het moet voldoende aannemelijk zijn dat de bewuste informatie schadelijk en onrechtmatig is.
- De eiser moet er een reëel belang bij hebben om de naw-gegevens te verkrijgen.
- Er moet in het concrete geval geen andere minder ingrijpende mogelijkheid zijn om de naw-gegevens te achterhalen.
- De belangen van de eiser moeten in het concrete geval zwaarder zijn, dan de belangen van de klant om anoniem te blijven.
In de Everlasting-zaak (en andere rechtszaken over Bittorrent websites) is uitgemaakt dat er aan de eerste twee criteria en het vierde criterium voldaan is. Het gaat hier dus expliciet over dit soort zaken met Brein als klager. In andere gevallen zullen al de vier de criteria moeten worden beoordeeld. Dus zodoende blijft enkel het derde criterium over voor de vraag of er moet worden meegewerkt aan de vordering van Brein.
Om aan het derde criterium te voldoen, zal Brein aannemelijk moeten maken dat zij alles in het werkt heeft gesteld om (zelf) de naw-gegevens van de klant op een andere minder ingrijpende manier te achterhalen. Indien de inbreukmakende website op een .com-domeinnaam is gehost en de whois-gegevens correct zijn, is die mogelijkheid er en is dus niet aan het derde criterium voldaan.
Echter in de meeste gevallen zal er voor Brein geen minder ingrijpende manier zijn om aan de naw-gegevens te komen. Desalniettemin lijkt het mij verstandig om in het kader van de zorgvuldigheid bij een dergelijke vordering Brein te verzoeken aan te geven op welke wijze ze hebben geprobeerd de naw-gegevens te achterhalen en waarom dat niet gelukt is.
Notice-and-takedown
Ook een opmerking over de notice-and-takedown gedragscode. Sommige hosters denken dat de vordering hiermee in strijd is. Dat is niet het geval. Deze gaat namelijk vooral over de vraag welke partij er moet worden aangesproken in het geval van onrechtmatige inhoud en hoe een dergelijke melding/vordering wordt omgegaan. Daarnaast valt het hierboven genoemde derde criterium ook samen met een van de eisen die in de gedragscode wordt gesteld, namelijk of er een minder ingrijpende manier is om aan de naw-gegevens te komen.
Het antwoord op de vraag of de naw-gegevens aan Brein dienen te worden verstrekt, is daarom het beste te beantwoorden met ja, tenzij (er voor Brein andere minder ingrijpende manier is om aan de naw-gegevens te komen). Nu kan je als hoster natuurlijk ook dogmatisch tegen Brein zeggen dat je zonder uitspraak van de rechter geen naw-gegevens van klanten verstrekt. Dat klinkt nobel, maar dat is onrechtmatig jegens Brein.
Om die reden is er een reële kans dat Brein ook voor die uitspraak van de rechter zorgt, waar dan wel voor jou als hoster een prijskaartje van minimaal 6000 euro hangt, omdat bij zaken over intellectueel eigendom de volledige proceskosten van de wederpartij moeten worden vergoed.
In de Everlasting-zaak was Leaseweb deze niet verschuldigd omdat Leaseweb zelf geen inbreuk maakte op het auteursrecht, en vooral omdat voorafgaand aan deze zaak nog onvoldoende duidelijkheid was over de materie. Een hoster die nu nog weigert de naw-gegevens af te geven aan Brein (indien aan alle criteria is voldaan) is alleen maar vervelend eigenwijs en mag die gifbeker van de rechter waarschijnlijk wel leegdrinken.
Update: In de comments heb ik een discussie gehad met Arnoud Engelfriet. Letop: Deze discussie gaat enkel over de vraag of volledige proceskosten moeten worden vergoed. Het niet verstrekken van de naw-gegevens is onrechtmatig jegens Brein indien aan bovenstaande criteria is voldaan, daar zijn we het wel over eens. De enige vraag is of de proceskostenveroordeling op zo’n 1.100 euro of minimaal 6.000 euro uitkomen (plus de eigen proceskosten).