- Door
- Pieter de Haer
- geplaatst op
- 26 september 2011 08:05 uur
Bij het bouwen van een datacenter maak je een aantal belangrijke keuzes. Eén van de eerste keuzes is het bepalen van een locatie. Wat is eigenlijk de ideale locatie voor het bouwen van een datacenter? In dit artikel een aantal overwegingen -en waarom veel datacenters toch op een verkeerde plek staan. Is Overijssel de meest ideale plek? Is het verkopen van rackspace vanuit het oosten van Nederland aan isp’s in de Randstad hetzelfde als het verkopen van een koelkast aan eskimo’s? Wij denken van niet.
Bedreigingen vanuit de omgeving
De omgeving van een datacenter kan allerlei bedreigingen met zich meebrengen. Gezien de gewenste continuïteit wil je die echter tot een absoluut minimum beperken. In Nederland hebben we gelukkig geen breuklijnen, tornado’s en ander natuurgeweld, dus daar hoeven we geen rekening mee te houden. Anders wordt het wanneer je kijkt naar het risico van wateroverlast. Door de klimaatveranderingen is de kans op zware regenval toegenomen, en wordt ook het risico van overstroming groter. Zeg tegen een buitenlandse klant dat je datacenter onder NAP ligt, en de verbazing is van zijn gezicht af te lezen. Je gaat toch geen datacenter ónder de zeespiegel bouwen? Trouwens, welke idioot heeft er ooit voor gekozen om datacenters pal onder de drukke aanvliegroutes van Schiphol te bouwen?
Verbindingen met de buitenwereld
De aanwezigheid van glasvezelnetwerken, carriers en internet exchanges is essentieel voor een datacenter. Dat wil echter niet zeggen dat je dichtbij een exchange hoeft te zitten. Dankzij de snelheid van het licht waarmee data over glasvezel wordt getransporteerd, is de afstand van het datacenter tot een Exchange niet meer belangrijk. De reis die een datapakketje moet afleggen van Hengelo naar Amsterdam duurt namelijk maar 1 milliseconde. Geen reden om in Amsterdam dichtbij een exchange te gaan zitten dus.
Belangrijker is het om vergaande redundantie in te bouwen, door te koppelen met meerdere exchanges, bij voorkeur een in het buitenland. Het oosten ligt in dat opzicht ideaal; er kan eenvoudig gekoppeld worden met zowel de AMS-IX als de DEC-IX in Frankfurt. Bij calamiteiten op de AMS-IX kan dan eenvoudig worden gerouteerd.
Aanwezigheid elektriciteit
Deze – nogal voor de hand liggende – eis blijkt in de praktijk vaak lastig. Een datacenter verbruikt zeer veel stroom voor apparatuur en koeling. Vaak meer dan een gemiddeld dorp. Door de sterk groeiende vraag en beperkte infrastructuur is op veel locaties in het Westen des lands slechts beperkt capaciteit aanwezig. In andere regio’s speelt dit probleem niet.
Mogelijkheid tot uitbreiding
De markt voor datacenters groeit. De kans is dus groot dat het datacenter op termijn uitgebreid moet worden. Het is dus slim om bij het aankopen van grond alvast rekening te houden met toekomstige uitbreiding. Uitbreiden op een tweede locatie kan interessant zijn om reden van redundancy, maar ook dan heeft het datacenter een bepaalde schaalgrootte nodig om rendabel te kunnen worden.
Koeling vs personeel
Ik heb de datacenter architect van Facebook gevraagd waarom ze geen datacenters bouwen op IJsland. Eén van de grootste kostenposten van een datacenter – koeling – is daar immers tot een minimum te beperken. Volgens hem is dat zondermeer waar, maar een datacenter heeft ook hoog opgeleid personeel nodig, en dat is daar vrijwel niet te krijgen. En met de plaatselijk aanwezige actieve vulkaan gooit IJsland uiteraard ook geen hoge ogen.
Goed opgeleide medewerkers kunnen een datacenter maken of breken. Daarom is de aanwezigheid van een universiteit of hogeschool een groot voordeel om personeel te krijgen. Daarnaast is een goede en betaalbare woon- en werkomgeving belangrijk om het personeel ook te houden. In Overijssel zijn beide voorhanden.
Kosten
De grondprijs in Amsterdam kan oplopen tot meer dan 2.000 euro per m2. In Oost Groningen 20 euro. Het Google datacenter zit niet voor niets aan de Eemshaven. Overijssel is met grondprijzen op bedrijventerreinen rond de 150 euro weliswaar niet de goedkoopste, maar de verkrijgbaarheid van goed personeel weegt daar ruimschoots tegenop.
Dichtbij je klanten!
Dicht bij je klanten gaan zitten is altijd goed. Toch? Ja, dat wil zeker helpen. Het voelt prettig om het datacenter in de buurt te hebben. Maar zijn er ook objectieve argumenten te vinden? We hebben het hier immers over een dienst die niet locatiegebonden is. Alle applicaties zijn remote te beheren. Natuurlijk, bij het plaatsen van nieuwe servers is het handig dat het datacenter in de buurt zit. Maar veel datacenters kunnen dat ook voor je doen –en waarschijnlijk nog beter, sneller en goedkoper ook.
Een voorbeeld: stel uw server crasht maandagochtend om 9:00. Wat doet u?
- U stapt in de auto, belandt in de file en vervangt 1,5 uur later gestresst de voeding van uw defecte server. Daarna reist u weer terug.
- U belt het datacenter, gaat verder met uw werk en krijgt even later de melding van een systemengineer dat de voeding voor u vervangen is.
Wanneer een datacenter voor fallback of disaster recovery doeleinden wordt gebruikt, is het zelfs aan te bevelen om een datacenter te kiezen op geruime afstand. Hierdoor zal een regionale calamiteit geen invloed hebben op de continuïteit van de it.
Conclusie
Is het oosten van Nederland de meest ideale plek? Wanneer je kijkt naar de belangrijkste selectiecriteria voor een datacenter dan lijkt met name Twente best aantrekkelijk. De regio Twente ligt ver boven NAP, heeft uitstekende verbindingsmogelijkheden met zowel de AMS-IX en DEC-IX en heeft een goede infrastructuur voor elektriciteit. De grondprijzen zijn aantrekkelijk en door de aanwezigheid van zowel hogescholen als een universiteit zijn kwalitief goede medewerkers ook voorhanden.
Over de auteur:
Pieter de Haer is Marketing & Productmanager bij Previder. Previder heeft twee eigen datacenters en levert naast rackspace ook cloud hosting, connectivity en isp-services. De diensten worden uitsluitend geleverd via isp’s, isv’s en it-integrators.