- Door
- Jeroen Mulder
- geplaatst op
- 2 januari 2013 08:04 uur
Het was een statement, stelt Erik Huizer, voorzitter van de Nederlandse IPv6 Taskforce. Hij doelt op de stap die de Engelse collega’s een dikke maand geleden maakten. UK6 hief zichzelf op, officieel wegens gebrek aan belangstelling voor IPv6. “Jammer. En erg rigoureus. Zo’n statement kun je maar één keer maken.” Rigoureus, te vroeg misschien. Want de invoering van IPv6 is onvermijdelijk. “We gaan het hoe dan ook implementeren.”
De situatie in Nederland is volgens Huizer wel beter dan aan de andere kant van de Noordzee. Maar ook hier heerst geen juichstemming, bepaald niet. “In vergelijking met andere Europese landen doen we het best goed.” Met de kanttekening dat bijvoorbeeld een land als Roemenië het verreweg het best doet. “Daar hebben ze één hele grote provider. Als die omgaat naar IPv6, dan scoor je meteen goed. Nederland staat in de top drie en dat is prima. Totdat je bij de AMS-IX kijkt hoeveel IPv6-verkeer er nu werkelijk is: dat is heel weinig. Maar het bijltje erbij neergooien is geen optie.”
Wel maakte de taskforce dit jaar een switch in haar strategie. In de eerste plaats ging het om creëren van bewustwording, zonder daarbij paniek te veroorzaken. Huizer: “Het is geen jaar millenniumprobleem, we hebben geen keiharde deadline. Dat is misschien meteen wel het grootste probleem bij IPv6.” Vanaf 2006 is de taskforce begonnen met publiciteit en voorlichting. Daarmee is het eerste doel gehaald: iedereen is zich wel bewust van het feit dat IPv4 eindig is. “Maar het is niet gelukt om partijen te laten investeren in IPv6. De grote partijen zoals KPN, UPC en Ziggo hebben allemaal wel projecten lopen, maar het heeft nergens nog tot concrete resultaten geleid. Het gaat ons allemaal veel te langzaam.”
NAT-box
Huizer houdt de grafieken nauwlettend in de gaten. “Sinds juni zien we wel een flinke toename in het IPv6-verkeer, maar het is nog steeds slechts 4 procent. Het positieve is: het groeit sneller dan IPv4. Toch kan die groei van IPv6 volgend jaar helemaal tot stilstand komen. Die grote partijen hadden beloofd om IPv6 in 2012 uit te rollen. Ze hebben het nu allemaal uitgesteld tot 2013 en misschien wordt het zelfs wel 2014 of 2015. Wij weten het niet. Natuurlijk speelt de crisis een rol. Investeringen worden naar achteren geschoven. Aan de andere kant zijn er wel plannen voor uitbreidingen, waarbij wij in Europa het voordeel hebben dat we nog behoorlijke buffers hebben. Daardoor is er geen korte-termijndruk.”
Dat maakt de situatie bijvoorbeeld heel anders dan in Zuidoost-Azië waar IPv6 inmiddels op grote schaal wordt uitgerold. “Daar hadden ze geen buffers meer. In de Filippijnen zien we nu isp’s die alleen maar IPv6 ontsluiten met aan de randen van het netwerk IPv4-natting. Daar wordt het wel erg complex van. Veel applicaties zullen niet meer werken op die manier en het is een enorme investering voor isp’s. Zo’n NAT-box kan maar een beperkte hoeveelheid verkeer aan. Voorbeeld: Google Maps gebruikt dertig poorten. Met andere woorden: één gebruiker, één applicatie, dertig poorten. Je hebt dus nogal wat van die NAT-boxen nodig, die ook allemaal gemanaged moeten worden.”
Porno
Geen druk. Geen deadline zoals Y2K. Gevolg: iedereen schuift het voor zich uit. ,,Wij zijn al zes jaar aan het verzinnen hoe we dit kunnen versnellen,” vertelt Huizer vanuit zijn kantoor van SURFnet. ,,Ik zou het niet meer weten. In de aanbestedingsregels wordt nu verplicht gesteld dat partijen IPv6 kunnen ontsluiten, dat helpt. Sales zal zich nu ook realiseren dat hun bedrijven wat moeten doen. Maar verder kun je het niet afdwingen. Je kunt het hooguit stimuleren. Ik heb voor de grap wel eens gezegd: zet alle porno maar eens op IPv6. Zodra iemand dan naar zo’n site gaat via IPv4, krijgt hij een melding dat hij bij zijn provider moet aankloppen voor v6-ontsluiting. Dan gaat het ineens heel snel.”
Een truc die in 2010 werd uitgehaald met HD-content van het WK voetbal. Die content werd alleen op IPv6 gestreamd. Liefhebbers die de streams niet konden ontvangen, gingen klagen bij hun isp’s die vervolgens weer boos werden op de taskforce. “Terecht”, stelt Huizer nu. “Je moet consumenten hiermee niet vermoeien.”
Voor de goede beeldvorming: er worden wel stappen gemaakt. Op World IPv6 Day, die op 6 juni plaatsvond, besloten een groot aantal sites om de IPv6-definitie aan te zetten. Daaronder Google, Facebook, Wikipedia en YouTube. In Nederland hebben grotere sites nog geen belangstelling. Populaire sites als Nu.nl en Markplaats.nl zijn niet onder het nieuwe protocol bereikbaar. Huizer besteedt een groot deel van zijn tijd om partijen te bewegen die stap te maken. Uitgeverijen geven echter nauwelijks thuis. Maar ook isp’s en hosters bewegen niet. “Wij adviseren om het geleidelijk te doen. Je hebt – neem ik aan – een afschrijvingsplan voor je routers. Neem het daarin mee: schaf routers aan die IPv6 aankunnen.”
Moord en brand
Het jaar 2012 was het jaar dat het roer omging. “We richten ons niet meer op publiciteit. Reden? Die publiciteit komt vanzelf. Zodra een isp die nog wil uitbreiden ‘nee’ krijgt bij RIPE voor IPv4, dan wordt het vanzelf moord en brand. Wij richten ons als taskforce nu meer op de operatie: proberen partijen te helpen die in de problemen komen of die nu starten met de implementatie. Daarmee hebben we dus een andere keuze gemaakt dan UK6.”
De Taskforce IPv6 is nog lang niet klaar. “Er is geen centrale autoriteit op het internet. Dat vinden wij, vooral Nederlanders – erg fijn. In dit geval is het een nadeel. We werken op een infra die in de jaren ’80 is bedacht. Die infra moet voldoen aan de eisen die we stellen anno 2013. Maar het is volledig uit zijn voegen gegroeid, dat had niemand dertig jaar geleden voorzien. We hebben nu met z’n allen de uitdaging om het werkend te houden. Dat gaat veel verder dan IPv6, maar het begint daar wel. Je investeert dus niet voor jezelf in IPv6. Je investeert voor de groei van het hele internet.”