- Door
- Rashid Niamat
- geplaatst op
- 8 juli 2013 08:01 uur
groep geopend, waar onder meer LeaseWeb en EvoSwitch onderdeel van uitmaken. Ondanks het feit dat de naam Ocom alleen insiders iets zegt en een deel van Nederland in de file richting de vakantiebestemming stond was de opkomst bij de opening opmerkelijk groot.
Net als de rest van de reguliere en vakpers besteedt ISPam weinig aandacht aan Ocom. Het zijn de onderdelen Leaseweb, Evoswitch, Fiberring en Dataxenter die onze aandacht hebben. De relatieve onbekendheid met de holdingnaam Ocom kan een reden zijn waarom de belangstelling voor de opening bij de gewone pers tegenviel. Een gemiste kans want hoeveel Nederlandse (IT) bedrijven zijn er die anno 2013 kunnen wijzen op een trackrecord met alleen maar groei? Zoveel groei zelfs dat de verhuizing vanuit het pand in Haarlem naar deze locatie in Amsterdam geen luxe, maar gewoon pure noodzaak is.
Het prettige aan de opening van een reeds betrokken pand is, dat de genodigden de sfeer kunnen proeven van de organisatie op de nieuwe stek. Dat biedt meer inzichten in het reilen en zeilen van de Ocom groep dan de opening die door Guus Hiddink werd verricht. Tijdens de rondleiding over de etages die thans in gebruik zijn, was bijvoorbeeld voor de observant merkbaar hoe internationaal het concern is. In de hal werd door medewerkers native Engels gesproken, een etage hoger waren flarden Pools hoorbaar en op sommige whiteboards waren teksten die Roemeens leken en ook zelfs een paar niet westerse talen zichtbaar. Later werd dit tijdens een interview met Laurens Rosenthal, innovations director van de Ocomgroep, bevestigd.
Ocom is er trots op al jaren een internationaal georiënteerd bedrijf te zijn. Dat begint altijd met de opmerking dat men al heel vroeg buitenlandse bedrijven als klant in Haarlem wist binnen te halen. In de loop der jaren zijn daar buitenlandse zusterbedrijven bijgekomen en ook het personeelsbestand in Nederland is inmiddels echt internationaal. Een claim die achteloos kan worden waargemaakt, door te wijzen naar de 30 verschillende nationaliteiten (!) die op de payroll staan.
Die internationalisatie kwam terug in het verdere gesprek met Rosenthal, want groeien van 50 FTE naar +300, van één locatie onder de rook van de hoofdstad naar een internationale footprint, die verder richting Azië wordt uitgebreid, wat betekent dat voor de organisatie? Hoe slaag je erin om nog steeds de cultuur die al die groei heeft mogelijk gemaakt overeind te houden als je zelfs steeds mondialer gaat opereren?
De reactie van Rosenthal was in het begin precies zoals je dat van elke manager verwacht. Een verwijzing naar de kernwaarden, het onderstrepen van open communicatie en aangeven zich vooral niet te verstoppen in een eigen ivoren toren. Tot zover allemaal bekend, lovenswaardig, maar de praktijk leert ook dat er partijen zijn waar op dit punt een groot verschil bestaat tussen uitspraken en realiteit.
Dat dit bij de Ocom groep niet het geval is, blijkt uit het antwoord op de vraag hoe klanttevredenheid doorwerkt in het beloningssysteem. Voor iedereen binnen Ocom gelden daar dezelfde targets. Een goede prikkel dus voor iedereen om de klant centraal te blijven stellen. Dat beleid is anders dan bij tal van bedrijven waarbij de KTO scores alleen voor (after-)sales en helpdesk gelden, omdat de rest van het bedrijf zogenaamd geen direct contact met klanten heeft.
Het voordeel van die eenheid in waardering zal ongetwijfeld ook impact hebben op de wijze waarop de medewerkers op individuele basis en als teams met elkaar samenwerken. Zoals bekend bestaat bij groeiende organisaties altijd het risico van toenemende spanning en verminderde bereidheid kennis te delen. Hoe je hiermee om moet gaan is het type vraag waar iemand als Rosenthal vaker mee te maken zal hebben. Een methode om ervoor te zorgen dat het contact tussen de verschillende landenteams op peil wordt gehouden werd daarbij bijna achteloos door Rosenthal genoemd. Medewerkers worden voor een periode van 3 maanden uitgezonden naar de buitenlandse vestigingen. In principe geldt dit voor iedereen, het is zeker niet beperkt tot de happy few. Deze manier van elkaar leren kennen, die veel intensiever is dan videoconferences houden en eindeloze chatsessies is misschien wel een van de geheimen van Ocom om de groep zo effectief te laten zijn.
Medewerkers die buiten de eigen footprint gedurende de 3 maanden van het exchange programma hebben samengewerkt met collega’s uit dezelfde discipline keren altijd terug met meer kennis en een unieke zekerheid. Als er ergens een probleem is dat men lokaal niet weet op te lossen, dan vraag je gewoon je buitenlandse collega’s om assistentie. Een echte remote buddy culture die van wezenlijk belang is om alle internationale activiteiten op een prettige en efficiënte wijze te blijven uitvoeren. Dat is voor 100% Nederlandse bedrijven een uitzondering en misschien is wel een van de beste USP’s van Ocom.