- Door
- Rashid Niamat
- geplaatst op
- 27 augustus 2013 08:01 uur
Fout, heel erg fout zelfs. Wie de moeite neemt zich te verdiepen in de IT-structuur van de EU-lidstaten, ziet toch dat daar compleet andere situaties en verhoudingen zijn. Dat betreft niet alleen de nieuwe of de arme lidstaten. Pal over onze grens, in Duitsland en Groot-Brittannië, om over België maar te zwijgen, zijn grote delen van de samenleving niet ‘cloudready’. Een aantal redenen voor het lagere gebruik van cloud in die landen laat zich snel opsommen: politiek, vertrouwen, koopkracht en/of economische recessie. Dat zijn stuk voor stuk argumenten die ook in Nederland op kunnen gaan – en dat deels ook doen – maar we hebben hier een enorm groot voordeel en dat is het waanzinnig aantal serieuze breedbandaansluitingen.
We staan er gewoon weinig bij stil dat voor het kunnen gebruiken van clouddiensten (waarbij in dit geval SaaS natuurlijk voorop staat) het hebben van een xDSL of snellere verbinding een randvoorwaarde is. In Nederland is op zowel huishoud- als bedrijfsniveau meer dan 85 procent aangesloten op echte breedbandverbindingen. En het is precies die situatie die maakt dat Nederland een voorsprong op cloudgerelateerd gebruik heeft ten opzichte van alle buurlanden.
Analoog
Afgelopen week werden twee publicaties verspreid die deze stelling bevestigen. Het bestuur van het Britse graafschap Essex maakte trots bekend dat er een deal is gesloten waardoor 87 procent van alle ‘voordeuren’ rond 2016 glas kunnen krijgen. Wat we hieruit kunnen halen is dat 13 procent buiten de boot valt, deze groep kan terugvallen op wat de Britten noemen “broadband at 2 Mbps or faster”. In Duitsland publiceerde het landelijke bureau voor de statistiek een overzicht van de breedbandverbindingen in het land. Anno 2013 is nog steeds 10 procent (!) van alle ondernemingen aangewezen op analoge of ISDN-verbindingen. Wie denkt dat dit alleen eenpitters betreft komt bedrogen uit. 11 procent van de bedrijven tot 9 medewerkers en 6 procent met meer dan 10 werknemers zijn op deze toegangstechniek aangewezen. 53 procent van de bedrijven met meer dan 10 medewerkers kan gebruikmaken van breedband tot 10 Mbps.
Voor zowel de Britse als de Duitse snelheden geldt – net als bij ons trouwens – dat dit de maximale snelheden zijn en dat factoren als afstand tot de kast/centrale bepalen wat er effectief aan capaciteit voor de kantoorapplicaties in de cloud overblijft. Er is weinig voor nodig om te begrijpen dat deze twee voorbeelden (en er zijn er nog veel meer) illustreren waarom om hele praktische redenen cloudgebruik in onze buurlanden lager ligt dan bij ons.
Vraag en aanbod van clouddiensten – het in positieve zin ‘cloudminded zijn’ is een voorwaarde, maar cloudready zijn in de betekenis dat de meest praktische en gevraagde toepassingen ook in zakelijke omgevingen kunnen worden gebruikt, is minstens zo belangrijk. Op basis van de meest actuele cijfers lijkt dat zelfs de 6 oudste EU lidstaten in 2016 nog niet optimaal cloudready zullen zijn. Er is een uitzondering en dat is Nederland.
Leuk om te weten en je weet nu ook waarom onze thuismarkt nog meer een proeftuin zal zijn voor nieuwe technieken. Het is tevens een (niet dé) verklaring waarom wel wel buitenlandse concurrentie trekken maar zelf minder goed cloud weten te exporteren.