Input gevraagd voor nieuwe NEN-richtlijn cloudproviders

Zwart is nog stelliger: “Richtlijnen en keurmerken gaan essentieel worden voor de verdere groei van de cloud.” Dat heeft alles te maken met de huidige situatie in de markt. Die wordt enerzijds gekenmerkt door groei, anderzijds door felle discussies over de grenzen van de cloud. Grotere bedrijven en overheidsinstellingen willen – een deel van – hun infrastructuur best in de cloud plaatsen, maar vragen zich daarbij wel af in hoeverre de risico’s zijn afgedekt. Met name de ‘data-discussie’ speelt hierin een grote rol. Waar staat de data en kunnen bijvoorbeeld andere landen erbij, waarbij natuurlijk iedereen kijkt naar de Verenigde Staten.

Controle
“Je kunt in een richtlijn veel van deze zaken afvangen”, licht Zwart toe. “Je moet bedenken dat bedrijven of instellingen een stukje controle uit handen geven als ze besluiten naar de cloud te gaan. In het traditionele scenario wist men precies op welke schijf bepaalde data stond en kende men de performance van de eigen systemen: dat geef je uit handen. Dan moet er borging tegenover staan en die borging kun je regelen in een richtlijn dat gebaseerd is op een aantal maatregelen waaraan een provider moet voldoen, denk aan plaatsing van data of ESCROW. Op die manier geef je de klant een stukje controle terug. Hiernaast maakt een richtlijn het makkelijker om transparant cloudproviders met elkaar te vergelijken.”

Volgens Zwart is er sprake van een groeiende behoefte aan een cloudstandaard. En die heeft CloudVPS al ontwikkeld in de eigen CloudControls. Het bedrijf profileert zich daarmee als voorloper in de branche. Maar dat gaat het nu juist niet om. Zwart: “Ik zit zelf in de NEN-commissie voor cloud computing, samen met bijvoorbeeld de DHPA en ook Microsoft. Deze laatste partij heeft hierbij natuurlijk heel andere belangen voor ogen dan de Nederlandse providers: die zit niet te wachten op een strenge standaard en wil de wereld op Azure hebben. Daar moeten we tegenwicht aan bieden. Ik zou graag willen dat meer cloudproviders tot de commissie toetreden of op een andere manier aan de discussie mee gaan doen. Een gezonde discussie over standaarden is goed voor de markt. We hebben meer input nodig, daar is iedereen bij gebaat.”