- Door
- Arnout Veenman
- geplaatst op
- 17 september 2013 08:01 uur
De overnames en investeringen van Datahouse werden gefinancierd met geld dat werd verdiend met het exploiteren van de datacenters van het bedrijf. Doordat er geen gebruik werd gemaakt van externe financiers was er bij Datahouse sprake van chronische liquiditeitskrapte. Dat schrijft de curator in het eerste openbare faillissementsverslag.
Geschiedenis: Chronische liquiditeitskrapte
Tot 2009 waren Datahouse Alkmaar B.V. en Grafix Internet B.V. twee bedrijven die los van elkaar datacenters exploiteerden. In december 2010 werd de exploitatie van de datacenters van Grafix in Alphen aan den Rijn en Capelle aan den IJssel door Datahouse overgenomen. Daarna nam Datahouse de exploitatie van een datacenter van Scarlet N.V. in Vilvoorde (België) over en in 2011 werd de exploitatie van nog een ander datacenter in Spijkenisse door Datahouse overgenomen. Over de financiering schrijft de curator het volgende: “Alle overnames en overige investeringen zijn gefinancierd vanuit de cashflow van de exploitatie. Er is geen gebruik gemaakt van externe financiering. Het gevolg hiervan was een chronische liquiditeitskrapte.”
Winst in 2011, verlies in 2012
Uit de winst- en verliesrekening die de curator in het faillissementsverslag heeft opgenomen blijkt dat het bedrijf in 2011 geconsolideerd nog een winst maakte van 269.537 euro, terwijl er in 2012 sprake was van een verlies van 567.5487 euro. In 2011 maakte enkel Datahouse Spijkenisse (medio 2012 al gesloten) en Datahouse Facility die samen een verlies van ongeveer 80.000 euro maakten, dat ruimschoots werd gecompenseerd door de winsten in de andere Datahouse ondernemingen.
Bij Datahouse Alphen was er in 2012 een winst van 158.187 euro. Ook in Alkmaar was er sprake van een winst van 99.829 euro in 2012. Verlies werd er in 2012 gemaakt bij Datahouse Capelle (99.887 euro) en Datahouse Amersfoort (146.017 euro). Ook Datahouse Operations die zich richtte op de bouw, inrichting en exploitatie van datacenters werd een verlies van 124.859 euro geboekt.
Het bedrag dat Datahouse open heeft staan bij concurrente crediteuren, dus exclusief eventuele vorderingen van de fiscus en het UWV, bedraagt totaal 342.258,54 euro. Daartegenover staat dat Datahouse zelf nog 409.949,21 euro te vorderen had van eigen debiteuren. Echter merkt de curator op dat Datahouse één maand vooruit factureerde. Dus al voor augustus 2013 had gefactureerd in juli 2013.
Ontruimingsvonnissen
Opvallend is dat er niet alleen een ontruimingsvonnis is gewezen voor het pand van Datahouse Alphen aan den Rijn, maar zelfs nog daarvoor was er al op 20 juni 2013 een ontruimingsvonnis gewezen voor het pand waarin Datahouse Den Haag is gevestigd. Ook was er op 26 juni 2013 een ontruimingsvonnis uitgesproken voor het pand van Datahouse Amersfoort. Naast de al uitgesproken ontruimingsvonnissen, is er op 23 juli 2013 ook door de verhuurder in Alkmaar ontruiming van het pand bij de rechtbank gevorderd, net als de verhuurder in Capelle aan den IJssel, waarvan niet duidelijk is wanneer deze procedure is begonnen.
Uit het verslag blijkt dat Datahouse in Alkmaar 120.000 euro per jaar aan huur betaalde en ook in Alphen aan den Rijn bedroeg de huur 120.000 euro per jaar. Ook was er in beide gevallen sprake van een huurovereenkomst met een looptijd van 10 jaar. In Den Haag werd door Datahouse 140.000 euro per jaar aan huur en was er sprake van een huurovereenkomst met een looptijd van 15 jaar. De huurprijs voor Capelle aan den IJssel en Amersfoort zullen waarschijnlijk in een volgend verslag worden genoemd.
Over de IP-adressen van Datahouse merkt de curator op dat er door de netwerkleverancier van Datahouse (A2B Internet, red.) een beroep op een retentierecht is gedaan. De curator betwist in het verslag dat het retentierecht rechtsgeldig is, zoals deze eerder ook al aan ISPam.nl liet weten. In overleg met de de netwerkleverancier en RIPE NCC wordt de kwestie nu besproken.
Opbrengsten boedelbijdrage
De boedelbijdrage van € 500 die klanten die hun server uit een Datacenter wilden ophalen moesten betalen stipt de curator in zijn verslag aan. Daarover merkt de curator op dat: “Gefailleerden dragen zorg voor het operationeel houden van deze apparatuur door het beschikbaar stellen van energie, noodaggregaten, koeling, glasvezelverbindingen, alarminstallaties en dergelijke.” Verder stelt de curator dat “Een abrupt einde aan de exploitatie van de ondernemingen zou voor de klanten van gefailleerden dramatische gevolgen hebben gehad.” en de boedelbijdrage had daarom volgens de curator ook niet tot doel om winst te genereren.
Uit de financiële bijlage bij het verslag blijkt dat de curator totaal € 9.613,24 aan boedelbijdrage heeft ontvangen van klanten die hun server(s) hebben opgehaald. Daar blijkt ook uit dat door de curator € 6.000 aan voorschot c.q. garantstelling aan energiebedrijf Energie Data Maatschappij is betaald die tot de boedelkosten behoren.
Volgende week heeft ISPam.nl een interview met Datahouse eigenaar Salvatore Fiorenza gepland staan. Wie brandende vragen aan Fiorenza heeft, kan die in de comments plaatsen of mailen naar [email protected].
Winst en verlies binnen het Datahouse concern. Klik voor volledige grote.