- Door
- Redactie
- geplaatst op
- 6 januari 2014 09:00 uur
Ondanks de moeilijke economische tijden, lijkt de markt voor datacenters nog steeds goed te zijn. Nog steeds staan er ondernemers op die investeren in deze bedrijfstak. Zo startte per 1 mei van dit jaar Greenhouse Datacenters in Naaldwijk. Niet direct een plek waar je een datacenter zou verwachten, laat staan eentje met de ambities van Greenhouse Datacenters. Maar ook dit bedrijf toont weer aan dat er – ook buiten Amsterdam – nog steeds vraag is naar kwalitatief goede datacenters.
[youtube]http://www.youtube.com/watch?v=5KSViixTy7k[/youtube]
Naaldwijk. Midden in het Westland, een gebied dat wordt gekenmerkt door uitgestrekte kilometers aan glas. Dit is het centrum van de Nederlandse tuinbouw. De naam van Greenhouse Datacenters verwijst dan ook in de eerste plaats naar de vele kassen in dit gebied. Maar de naam omvat ook de ambities op het gebied van duurzaamheid. Greenhouse Datacenters investeerde namelijk fors in duurzaamheid. “We wilden een datacenter dat zo zuinig mogelijk zou zijn met bronnen”, verduidelijkt managing director Wouter van Zwieten. “Misschien komt het ook omdat we in het Westland zitten. Hier wordt veel energie verbruikt, maar ons streven was om het energieverbruik zo laag mogelijk te houden.”
De getalletjes: 1200 vierkante meter vloeroppervlakte, ruimte voor 216 racks. Per rack kan er 2 keer 32 Ampère worden geleverd. Het belangrijkste getal is misschien wel de PUE-waarde van 1,15. Die PUE wordt vooral bereikt door de manier waarop het datacenter wordt gekoeld: met buitenlucht en natuurwater dat via een redundant pompsysteem door het centrum wordt geleid. Van Zwieten: “Dat was inderdaad een grote investering, maar wij hebben er vertrouwen in en de bank gelukkig ook.” En dat laatste is zeker niet vanzelfsprekend. “Natuurlijk hebben we goed nagedacht over diverse stappen en ook wij waren in het begin terughoudend. Er zijn in het afgelopen jaar diverse datacenters omgevallen. Toch zien wij nog steeds dat er vraag is, maar dan moet je wel onderscheidend vermogen hebben.”
Hoe ’bewijs’ je jezelf als nieuwkomer op de markt? Met goede en zelfs unieke proposities. Greenhouse Datacenters geeft een garantie op 100 procent uptime van de housingfaciliteiten zoals stroom en koeling. “Dat betekent dus ook dat wij de consequenties aanvaarden als we die honderd procent om welke reden dan ook niet halen. Daarvoor hebben we dan een uitkeringsregeling.” Er moet dan wel veel misgaan, overigens. Greenhouse Datacenters beschikt over een dubbele UPS die ook gescheiden op een no-break zijn aangesloten: twee preheated generatoren. “En er komt nog een derde als backup voor de eerste twee generatoren”, vertelt Van Zwieten. “We doen er echt alles aan om altijd door te kunnen draaien. Je doet het goed of je doet het niet.”
Een en ander is keurig vertaald in een indrukwekkend introductiefilmpje dat op de internetsite van Greenhouse Datacenters is te vinden. Natuurlijk veel aandacht voor het bijzondere koelsysteem. In het animatiefilmpje wordt goed uitgelegd hoe het datacenter in de cold corridor-opstelling de apparatuur koel houdt met buitenlucht, zolang de temperatuur buiten het center niet te hoog is. Als die buitentemperatuur hoger wordt dan 26 graden, slaan de pompen aan voor extra koeling met natuurwater. Duidelijk wordt ook dat Greenhouse Datacenters duurzaamheid echt heel serieus neemt: koelvloeistof komt er bijvoorbeeld niet aan te pas. Alleen natuurlijke bronnen worden gebruikt. En groene stroom. Allicht.
Indruk die na deze introductie achterblijft, is dat het bedrijf echt over alles heeft nagedacht. Ook over de toegang tot het center. Natuurlijk is het center 7*24 bemand, maar de toegangscontrole werkt ook met geavanceerde biometrische gelaatsherkenning die ’lichaamswarmte’ scant. Een foto voor de lens houden, werkt dus niet. “We wisten eigenlijk op alle gebieden waar wij het beter wilden doen dan andere datacenters en dat hebben we uiteindelijk gerealiseerd.” Klanten waarderen dat: Hibernia Networks is inmiddels aangesloten op het datacenter en ook Level3 is inmiddels bezig om een POP te realiseren. Toch niet de minsten. Van Zwieten: “Je moet toch eerst bestaan voordat mensen jouw dienstverlening kunnen ervaren. Aan ons om klanten te overtuigen. Als dat lukt, liggen er zeker goede kansen in deze markt.”