- Door
- Jeroen Mulder
- geplaatst op
- 1 mei 2014 08:16 uur
Mooi bericht: AMS-IX is ook in 2013 de grootste internet exchange. Direct reden om eens te kijken hoe het is gesteld met de groei in IPv6-verkeer. En dat gaat de goede kant op: de hoeveelheid IPv6-transacties laten een steeds scherpere groeicurve zien, op dit moment rond 10 Gbps. Een jaar geleden was dat nog minder dan 4 Gbps. Maar toch: wat is er overgebleven van die paniek omtrent de uitputting van IPv4? Het licht voor dat ‘oude’ protocol is nog lang niet uit.
Weten we het nog? Op 8 juni 2011 vierden een paar grote jongens ‘World IPv6 Day’. Facebook, Google, Yahoo, Akamai en Limelight gingen over op IPv6. Het was vooral een event dat bewustwording moest creëren. De adressen op IPv4 raakten in hoog tempo op. Bedrijven hadden nog maar weinig tijd om over te schakelen op het nieuwe protocol dat als heilige graal werd gepresenteerd – met oneindige reeksen adressen. Sinds die datum neemt het IPv6-verkeer gestaag toe, maar de uitputting van IPv4 lijkt nog niet in zicht. Wie de status op bijvoorbeeld RIPE bekijkt, ziet dat het aantal beschikbare adressen eigenlijk nauwelijks afneemt. In dit tempo zouden we eigenlijk nog gemakkelijk vijf jaar voort kunnen.
En dat is meteen het grootste probleem. De noodzaak is er niet, en wordt zeker niet gevoeld. De grote vraag is echter: hoe kan dat? Drie jaar geleden wist iedere expert het nog zeker: voor het eind van 2014 waren de IPv4-adressen op. Paniek alom. Althans, dat was de bedoeling. Want die paniek is er nooit geweest. IPv4-IPv6 was er een in de categorie Y2K. Bovendien bedachten bedrijven tal van strategieën waardoor het IPv6 bijna oneindig voor zich uit kan blijven schuiven. Te beginnen met de strategie die bestaat uit excuses: in 2011 en 2012 waren er amper hardwareleveranciers die bijvoorbeeld netwerkapparatuur maakten die het nieuwe protocol ondersteunden. Bedrijven konden simpelweg niet overstappen.
Excuus twee: de crisis. Een bedrijf dat overstapt naar IPv6 moet een dubbele netwerkstack onderhouden omdat de protocollen nu eenmaal niet compatibel zijn. De vraag daarbij is hoe lang die dubbele netwerken in stand moeten worden gehouden. Het antwoord: zolang IPv4 wordt gebruikt. Dat kan dus nog een flinke tijd duren. Niemand die op een dergelijke business case investeringen gaat dragen, zeker niet als het economisch tegenzit. Excuus 1 is inmiddels niet meer geldig: alle grote leveranciers ondersteunen IPv6 op alle componentlagen. Excuus 2 is wel degelijk valide. Nog steeds.
Dan is er nog de strategie die we het beste kunnen omschrijven als ‘rekken’. De grenzen opzoeken, zo u wilt. In IPv4 zit nog ongelooflijk veel rek met behulp van bijvoorbeeld CGN (carrier-grade network), een soort NAT. Niet heel erg logisch, omdat CGN voor providers een kostbare aangelegenheid is. Maar er bestaat ook gewoon handel in adressen, van partijen die blokken hebben gekocht, deze niet gebruiken en ‘doorverkopen’ naar partijen die wel behoefte hebben aan extra blokken met IPv4-adressen. Vooral ARIN in de VS doet hierin goede zaken. Toch zullen ook deze workarounds maar een beperkte levensduur hebben. Uiteindelijk zal er echt iets moeten gebeuren. Afdwingen? Door op apparatuur – switches, routers, firewalls, enfin: de hele keten – alleen IPv6 te gaan ondersteunen? T-Mobile levert op Android 4.4 (KitKat) alleen IPv6-ondersteuning. O, wacht. Nee, toch niet. Via NAT (464XLAT) kunnen gebruikers toch naar IPv4 verbinden.
Voorlopig doet niemand het licht uit voor IPv4.