- Door
- Jeroen Mulder
- geplaatst op
- 19 mei 2014 11:05 uur
Hosting is dood. Deze ferme uitspraak staat op de homepage van pantheon.com, een Amerikaanse startup die zich bezighoudt met PaaS voor WordPress en Drupal. Echt SaaS. Want de gebruiker neemt geen VPS af met een template, maar een plek in de Runtime Matrix. Traditionele hosting is te log, te langzaam en vereist nog teveel aan handmatige instellingen die op (virtuele) machines moeten worden ingesteld door de gebruiker. Bij Pantheon krijgt de gebruiker een website, zonder ook maar enig idee te hebben waarop de site draait. Volgens Pantheon is dat de toekomst en tegelijk het einde van hosting. Dat valt te bezien.
Het is maar wat je onder hosting verstaat. Heel plat: een ‘gastheer’ voor iets dat iemand op het internet wil delen. Pantheon is dan weliswaar geen traditionele (cloud)hoster – voor zover je binnen de cloud al van ‘traditioneel’ kunt spreken – maar welbeschouwd is Pantheon gewoon een hostingbedrijf. Pantheon host websites. Punt. Dat ze dit op een manier doen die op z’n minst uniek lijkt, is een ander verhaal. Het lukt de Amerikanen in elk geval om investeerders te overtuigen van het verhaal. Het bedrijf maakte vorige week bekend dat het in een tweede investeringsronde 21,5 miljoen dollar heeft opgehaald waarmee het WordPress en Drupal-platform verder wordt uitgebreid. Eerder haalde het bedrijf al een kleine 10 miljoen dollar op.
De nieuwe investeringsronde verleidde Pantheon tot het lanceren van de marketingcampagne met als tagline ‘hosting is dood’. Toegegeven: het is een succesverhaal. Sinds de start in 2012 tot nu heeft Pantheon in totaal ruim 65.000 sites online. Klanten bestellen een ‘ruimte’ binnen de Runtime Matrix. Die matrix bestaat uit containers en niet uit virtual machines. Elke site binnen Pantheon kent een dev, test en productiesite. Normaliter zou je voor elke site een aparte VM moeten inrichten. In een blog legt CEO en oprichter Zack Rosen uit dat Pantheon voor de huidige installed base dan meer dan 100.000 virtuals nodig zou hebben. Volgens Rosen vooral vanuit beheersbaarheid een regelrecht drama. En bovendien een enorme investering.
Binnen Pantheon krijgt elke site precies datgene wat nodig is om te kunnen draaien binnen een container, dus los van een cpu, hoeveelheid geheugen of zelfs het operating systeem. De omgeving is daarmee automatisch multi-tenant. Pantheon gebruikt hiervoor ‘zware machines‘ (endpoints), converged stack van Cisco. Iedere machine kan een flink aantal containers aan. Binnen die containers wordt voor elke site een ontwikkel, test en productieomgeving aangemaakt waarmee de container meegroeit met het gebruik van de sites. Nieuw? Nee. Ook Google en Salesforce kennen deze aanpak.
Maar is hosting daarmee dood? Welnee. Ook dit is uiteindelijk ‘hosting’. Pantheon draait op converged stack, met Linux als primair OS en Red Hat’s OpenShift als computing platform. Pantheon heeft overigens geen eigen datacenters: het bedrijf maakt gebruik van de IaaS-diensten van Rackspace Cloud. De backups worden verzorgd door Amazon S3. Allemaal bekende namen en ‘vertrouwde’ technologie. Is de manier waarop Pantheon PaaS invult de toekomst? Het is in elk geval veelbelovend. Vooral op het gebied van marketing. Tikje oude wijn in nieuwe zakken. Dat wel.