- Door
- Rashid Niamat
- geplaatst op
- 7 juli 2014 08:01 uur
Wekelijks zien we aankondigingen van Amerikaanse datacenter exploitanten die marktaandeel kopen of aankondigen extra vierkante meters over meerdere continenten verspreid bij te bouwen voor internationale en enterprise klanten. Je zou bijna vergeten dat er ook Nederlandse ondernemingen in dit segment van de markt actief zijn. ISPam ging op onderzoek uit hoe de Nederlandse DC’s zich staande houden en dat begint bij het stellen van vragen over de binnenkant van een DC. Geen vragen over de techniek op de vloer, maar naar de cultuur en de medewerkers.
Interxion is de partij die hierover vorige week is gesproken. Het is een oer Hollands bedrijf dat weinig lijkt op te vallen. Daarmee is direct een eigenschap voor de sector genoemd: de meeste DC’s vallen weinig op. Het zijn gebouwen die weinig tot geen uitstraling hebben en waar functionaliteit voorop staat. In de wetenschap dat DC ruimte – zeker voor het type klant dat Interxion trekt – slechts een van de factoren is die in aanbestedingen wordt genoemd, hoe komt het bedrijf dan aan klanten?
Het antwoord dat volgde bevatte een aantal technische en daarmee weinig unieke aspecten van een DC dat we ook elders horen: we werken met partners, we zijn carrier neutraal, voldoen aan de hoogste eisen et cetera. Interessanter werd het te horen dat de meeste enterprise klanten onder geen beding genoemd willen worden. Interxion wil soms van de daken schreeuwen “bij ons staat X en ook Y”, maar dat vinden de klanten niet goed. Maakt dat werving lastiger? Deels wel, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat niet kan worden uitgesloten dat zeker op enterprise niveau dit soort klanten meer van elkaar weet en die informatie van Interxion wellicht niet eens nodig is.
Een ander punt waarin Interxion zich zegt te onderscheiden is de duidelijk focus op één (1) rol: “we zijn slechts een landlord, we verhuren ruimte en zorgen voor stroom en connectiviteit, al het andere doen we niet”. Ook op andere punten is de boodschap duidelijk: het bedrijf zal nooit hoster, cloudprovider of carrier zijn. Focus is dus het begrip waar het hier om draait en door die focus wordt Interxion gevonden door bedrijven van de overkant van de oceaan die hier in een veilige Europese omgeving (Interxion heeft 37 locaties) willen staan.
Een Nederlandse organisatie en Europese DC’s, onvermijdelijk kwam het gesprek hierdoor uit op het post-Snowden tijdperk. Merkt een bedrijf als Interxion dat klanten hierdoor en door alle ophef over cybercrime andere vragen stellen? Het blijkt een lastig onderwerp te zijn, over individuele klanten mag namelijk niets worden gezegd. Maar dat Interxion meer aandacht aan dit onderwerp besteedt en dat giet in de vorm van het aangaan van diepgaande gesprekken met klanten individueel of in besloten conferenties is wel duidelijk geworden.
Daarmee werd een eigenschap van het bedrijf en vooral de medewerkers aangestipt die nog vele malen terug zou komen. Interxion stopt niet onder stoelen of banken dat het oer Hollands en ook erg serieus is. Dit is niet het bedrijf dat een opzichtig raceteam sponsort of waarvan de medewerkers op de tafels staan te dansen als er een groot contract is binnengehaald. Doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg werd nog net niet genoemd, maar wel “we willen het meest betrouwbare jongetje van de klas zijn”.
Die houding en uitstraling zorgt er ook voor dat de compound van Interxion zo weinig opvallend is en er geen lichtbakken of vlaggen aan de gevel hangen. Met een schuin oog kijkend naar de cijfers van het beursgenoteerde bedrijf kan de conclusie slechts zijn dat die ingetogenheid wel aanslaat. Het bedrijf groeit, niet alleen in segmenten waar discretie vereist is.