- Door
- Rashid Niamat
- geplaatst op
- 11 augustus 2014 08:01 uur
Datacenters halen zelden de pers, zijn in de regel niet ondergebracht in opvallende gebouwen op A-locaties en hebben ook in andere opzichten weinig uitstraling. Daardoor kan men denken dat er het afgelopen decennium, los van de techniek, niet zoveel veranderd is in die bedrijven. ISPam.nl vroeg na bij Evoswitch of dat klopt.
In het gesprek met Managing Director Eric Boonstra stond de techniek nadrukkelijk niet centraal. Tijdens de drie besproken thema’s, de mens, de wijze waarop de bedrijven nu opereren en hoe de klant over de afgelopen periode is veranderd, werd door Boonstra de techniek er slechts bijgehaald om bepaalde zaken te verhelderen. Boonstra slaagde er zo in een beeld te schetsen dat insiders met een brede (internationale) kennis zeer waarschijnlijk zullen herkennen. Voor iemand die weinig te maken heeft met een datacenter of pas kort actief is in de sector zal onderstaande een eyeopener kunnen zijn.
We begonnen bij de mensen die werken in datacenters. Volgens Boonstra is op dit punt een hoop veranderd. In het begin was het gebruikelijk iedereen die affiniteit met het vak had aan te nemen. Het was een nieuwe en zo goed als onbekende sector dus je was blij met elk aanbod. Inmiddels is er zowel nationaal als internationaal een groot en nog steeds groeiend aanbod van cursussen en opleidingen. Gevolg daarvan is dat het voor een bedrijf als Evoswitch makkelijker is geworden aan goed personeel te komen. Tel daarbij op dat de sector als geheel flink is gegroeid en dat er daardoor automatisch ook meer overstappers tussen de bedrijven zijn gekomen. Dit zorgt ervoor dat de kwaliteit van het personeel bij alle datacenters is toegenomen.
Een ander ontwikkeling die Boonstra ziet, is dat er, ondanks het feit dat datacenters weinig sexy zijn, een instroom is vanuit aangrenzende sectoren. Dit type instroom is herkenbaar voor bijna elke sector waar de vraag naar personeel groter is dan het aanbod, zoals het onderwijs. Zij-instroom is goed, het levert de sector meer kennis waar aanbieders en afnemers van profiteren.
De tweede vraag luidde wat er voor de datacenters zelf is veranderd. Op dit punt zijn de ontwikkelingen heel hard gegaan. Wie had voor 2000 en ook zelfs na 2001 kunnen voorzien dat bepaalde eisen inmiddels zo vanzelfsprekend zijn geworden dat concurrentie hierop – zeker in het segment waar Evoswitch actief is – feitelijk niet meer aan de orde is? Bedoeld hiermee is vooral de invulling van het begrip veiligheid. Het is een containerbegrip waaronder veel wordt verstaan dat niet eens zo lang geleden als uitzonderlijk of luxe overkwam, zoals redundantie op het vlak van stroom, connectiviteit en dataopslag. Het zijn nu niet langer eisen die slechts door banken worden gesteld. Zoals Boonstra opmerkte, naarmate steeds meer bedrijven zich als een echte online entiteit manifesteren (denk aan de reisbranche waar online inmiddels de norm en fysieke loketten de uitzondering vormen) is veiligheid in de betekenis van redundantie en continuïteit gewoon een must. Datacenters moeten daar aan voldoen en dat vergt permanente investeringen in uiteraard techniek, maar ook in kennis. Uiteindelijk ben je als exploitant van een datacenter afhankelijk van klanten.
De derde vraag was daarom in welk opzicht de klanten van Evoswitch over de jaren zijn veranderd. Zijn alleen de eisen die ze stellen anders of zijn er ook andere ontwikkelingen? Een interessante ontwikkeling is de manier waarop datacenters en klanten tegenwoordig doen aan kruisbestuiving. Boonstra illustreerde dat aan de hand van WDC-1, het datacenter van Evoswitch in de VS. WDC-1 is namelijk een schoolvoorbeeld van hoe het runnen van een datacenter op de plek waar ook een IX-pop onderdak heeft kruisbestuiving mogelijk maakt. De combinatie van architectuur en infrastructuur die klanten gewend zijn vanuit Haarlem, helpt ze nu ook internationaal de vleugels uit te slaan. Het internationaliseren van de footprint helpt vervolgens deze klanten ook weer aan nieuwe klanten en daarmee meer gebruik van het datacenter. Een dubbele win-win situatie dus. Nog geen tien jaar geleden was het volgens Boonstra onvoorstelbaar dat een dergelijke aandacht voor internationalisering bestond, dat was toen iets waar alleen grote partijen mee bezig waren, tegenwoordig maken ook kleinere bedrijven deze stap. Naast het stellen van eisen aan de locaties van datacenters zijn bepaalde klantgroepen steeds kritischer geworden over de kwaliteit van de datacenters waarmee ze zaken doen (zie ook de opmerkingen hiervoor over veiligheid). Het is een logische ontwikkeling die te linken is aan andere trends zoals de stijgende vraag naar certificering. Evoswitch ziet dat inmiddels ook niet meer als een USP, bijna alle spelers in dit segment hebben tenminste een ISO-certificering, twee certificeringen (9001 en 27001) is bijna de regel en dan is er nog een hele reeks andere kwaliteitseisen waarvan de klant verwacht dat je dat op orde hebt.
Na deze drie thema’s volgde onvermijdelijk de vraag: als deze trends opgaan voor de grotere spelers, waar zit nog het verschil tussen de datacenters? Volgens Boonstra moet je dat onder andere zoeken in het groen, het duurzame. Vanaf dag 1 is dat een van de belangrijkste peilers van Evoswitch. Niet alleen omdat het geld bespaart maar ook omdat men wist dat het belang van duurzaamheid alleen maar verder zou toenemen. Die voorsprong lijkt niet uit handen te zijn gegeven. Het is wel een voorsprong waardoor de collega’s goed naar gekeken wordt en die men in toenemende mate tracht te kopiëren. Geheel onverwachts is dat niet, Boonstra gaf aan dat Evoswitch hier vanaf dag 1 rekening mee heeft gehouden. Copy-paste is daarmee een positief signaal voor Evoswitch, het bevestigt namelijk dat men een goede koers heeft ingeslagen. In hoeverre copy-paste altijd realiseerbaar is, want de constructie en architectuur van een datacenter stelt natuurlijk grenzen aan wat mogelijk is, is verder niet besproken.
Een bijzondere variant op het thema copy-paste kwam nog ter sprake toen we spraken over de rol en verwachtingen van klanten anno 2014. Boonstra merkt dat steeds vaker de klanten informatie willen verstrekken over het datacenter waar ze staan. Klanten van Evoswitch vinden het dus belangrijk bekend te maken aan de eigen klanten dat men zaken doet met Evoswitch. Boonstra vindt het een fantastisch compliment dat klanten Evoswitch zien als een plus in de eigen propositie. Het lijkt een detail, maar wellicht illustreert dit nog wel het beste hoe de rol en functie van een datacenter in de afgelopen tien jaar in de optiek van de gebruikers is veranderd.