- Door
- Jeroen Mulder
- geplaatst op
- 28 november 2014 08:00 uur
Cloud groeit. Als kool. Dat wisten we al, of op zijn minst vermoeden we dat. De grote vraag is of bedrijven hun koudwatervrees richting de cloud inmiddels kwijtraken. Uit een onderzoek dat Interxion recent publiceerde, blijkt dat bedrijven inderdaad meer vertrouwen krijgen in anything-as-a-service. De vraag naar clouddiensten is voor het eerst groter dan de vraag naar traditionele hosting, aldus de European Hosting and Cloud Provider Survey 2014.
Interxion liet een onderzoek uitvoeren onder 400 hosting- en cloudproviders in Europa. Ruim 43 procent gaf aan een sterkere groei te zien in cloudservices dan in traditionele hosting, vorig jaar was dat nog 36 procent. Voorzichtige conclusie: de adoptie van cloud neemt toe. Dat betekent dat veel providers nu een kantelpunt bereiken waarbij investeringen in cloudinfrastructuur voor een sterkere omzetgroei kunnen zorgen.
Dat bedrijven meer en meer cloud omarmen, wordt ook bevestigd door een recent onderzoek van Gartner. Volgens dat onderzoek neemt ook het gebruik van bedrijfskritische applicaties uit SaaS toe. Gartner denkt zelfs dat het gebruik van kritische applicaties volgens de traditionele manier – in eigen datacenters, bij voorkeur on premise – zal dalen naar 18 procent in 2017, ten faveure van SaaS-oplossingen. Nu is dat nog 34 procent. Alleen ‘legacy’-applicaties zullen op de traditionele infra achterblijven, zo voorspelt marktonderzoeker Gartner.
Cloudadoptie neemt dus toe, maar welke providers profiteren hier nu eigenlijk van? Europese providers lijken te beseffen dat de grote, internationale providers de markt wel erg domineren. Van de providers die Interxion vorig jaar ondervroeg, gaf 13 procent aan dat de voornaamste concurrentie bestond uit internationale partijen. Nu is dat aantal gestegen tot 37 procent. Dat wordt waarschijnlijk vooral veroorzaakt door internationale providers die meer en meer hun datacenters ook in Europa plaatsen, waardoor het nog moeilijker wordt om te concurreren. Toch denkt een ruime meerderheid dat de specifieke Europese klantfocus de grote differentiator is in de concurrentieslag.
En tarieven? Daar zijn Europese serviceproviders maar beperkt mee bezig. Het lijkt vooralsnog vooral iets tussen de grote jongens die elkaar scherp in de gaten houden als het gaat om tarieven voor diensten. Europese providers zijn met name bezig met de kwaliteit van hun diensten. Ook dat toont het rapport van Interxion aan. Zo geeft 76 procent aan dat ze bij voorkeur hun eigen IT beheren. En 35 procent laat weten dat ze daarvoor hun eigen datacenters hebben gebouwd. Daarin verschillen ze overigens niet van internationale spelers. Enige punt is dat die grote spelers op een andere schaalgrootte opereren. Dat wordt vaak als groot voordeel gepresenteerd, maar dat hoeft het natuurlijk niet te zijn. Want één ding waarin Europese providers wel erg goed zijn: customer intimacy. In gewoon Nederlands: ze kennen hun klant. Da’s heel veel waard.