- Door
- Arnout Veenman
- geplaatst op
- 7 januari 2015 11:32 uur
Google bouwt aan een reusachtig datacenter in de Groningse Eemshaven. Het datacenter moet een stevige impuls geven aan de lokale werkgelegenheid. In het Belgische Ghlin hebben ze al een Google datacenter sinds 2007. Volgens een vakbond en inwoner van het dorp is er echter maar weinig terecht gekomen van de verwachtingen. De invloed op de lokale werkgelegenheid is zelfs verwaarloosbaar. ISPam.nl vraagt zich af of dat wel zo is.
Het gigantische Google datacenter dat in de Groningse Eemshaven zal worden gebouwd zal goed zijn voor 1.000 tijdelijke en 150 permanente banen. Daarnaast gaat het om een totale investering van maar liefst 600 miljoen euro. Minister Kamp van Economische Zaken was trots dat Google Nederland koos om zijn volgende datacenter te bouwen. Daarnaast zou het volgens de minister goed zijn voor de lokale werkgelegenheid.
Toen Google in 2007 aangekondigde een datacenter in Ghlin in België aangekondigde, sprak de Waalse president Elio di Rupo vergelijkbare woorden, zo weet De Stentor. Wat er vervolgens van alle mooie verwachtingen terecht is gekomen? Volgens een inwoner en een vakbondsbestuurder met wie de krant sprak, is er maar weinig van terecht gekomen. De impuls voor de regionale werkgelegenheid bleef uit.
De inwoner, een barvrouw, die de krant sprak stelt helemaal niemand te kennen die in het datacenter werkt. Alle medewerkers zouden uit het buitenland komen, voornamelijk uit Ierland. Een vakbondsbestuurder bevestigt dit. Volgens deze zouden er ongeveer 120 werknemers voor het datacenter werken, die vrijwel allemaal uit het buitenland zijn gehaald. Wel zou een enkele Belgische werknemer als beveiliger voor het datacenter werken.
Opvallend is wel dat de krant niet heeft kunnen achterhalen of er ook toeleveranciers zijn die wél profiteren van de aanwezigheid van het Google datacenter in Ghlin. Zelfs de wethouders van de gemeente Saint-Ghislain waar Ghlin onderdeel van uitmaakt, weten dat niet. Alles zou via de burgemeester verlopen. En die heeft de krant blijkbaar niet gesproken.
Dat effect op de werkgelegenheid door dat de lokale en regionale middenstand profiteert, moet er zijn. Immers moeten de 120 werknemers van het datacenter ook ergens wonen, boodschappen doen, hun kinderen moeten naar school, ze gaan vast weleens buiten de deur eten of naar het cáfe (bijvoorbeeld waar de geïnterviewde barvrouw werkt), hun auto’s hebben benzine nodig en moeten ook weleens naar de garage, etc. Daarnaast zullen de IT’ers waarschijnlijk ook bovenmodaal verdienen en daardoor ook meer geld hebben om uit te geven.
Korreltje zout
Eerder heeft Facebook ook een onderzoek gepresenteerd naar de effecten op de regionale werkgelegenheid van een datacenter in het Amerikaanse Oregon met een omvang qua investeringen en oppervlakte vergelijkbaar met dat nu in de Eemshaven wordt gebouwd. Daarbij moet natuurlijk worden opgemerkt dat Facebook er belang bij heeft om zelf goed in het voetlicht te komen. De cijfers moeten daarom met een korreltje zout worden genomen.
De samenvatting van het onderzoek van Facebook valt in dit artikel te lezen. Wat vooral interessant is dat uit dat onderzoek, is dat voor elke 10 werknemers die in het Facebook datacenter werken er 14 banen buiten het datacenter blijken te ontstaan bij regionale leveranciers en de lokale middenstand.
Indien die verhouding ook voor het Google datacenter in Ghlin geldt, dan zou dat betekenen dat er 168 banen door de aanwezigheid van het datacenter zijn gecreëerd in de regio. Het is daarom jammer dat De Stentor daar verder geen onderzoek naar heeft gedaan, want het is waarschijnlijk dat het effect op de regionale werkgelegenheid daar het sterkst is.