- Door
- Jeroen Mulder
- geplaatst op
- 2 april 2015 08:00 uur
Het is nog veel te vroeg om de beslissing van GreenQloud het begin van de shake-out te noemen, maar toch. Wie? GreenQloud. Dat was een mooi succesverhaal uit IJsland. Het bedrijfje groeide als kool met IaaS en QStack, de eigen implementatie van CloudStack. Succesvol ook, omdat GreenQloud echt harstikke groen is, met klimaatneutrale energievoorziening. Maar het succes stopt nu deels omdat de IJslanders stoppen met IaaS. Reden is de concurrentie van de grote jongens als Azure, Google en natuurlijk Amazon.
Er valt domweg niet meer te concurreren met de grote drie. Probleem van IaaS is dat er maar één driver is: schaalgrootte. En schaalgrootte vergt investeringen. De IJslanders zagen dat niet meer zitten. Met andere woorden: er viel geen droog brood meer te verdienen met het simpel ter beschikking stellen van capaciteit, vooral niet omdat je als kleine partij eigenlijk altijd duurder bent dan de drie grootmachten. Exit GreenQloud. Daar zal het niet bij blijven. Meer pure IaaS-providers zullen in de komende negen tot twaalf maanden deze stap maken. Geld valt er eigenlijk alleen te verdienen met toegevoegde waarde. Dat geldt voor IJslandse providers, dat geldt voor alle providers.
Het wordt de komende maanden dus zoeken naar die toegevoegde waarde. Eerder schreven we al over orchestratie als de heilige graal. Dat blijft overeind. Wie in staat is om ‘naadloos’ diverse cloudstructuren aan elkaar te knopen en het als één omgeving kan presenteren, inclusief provisioning en automatisering, heeft de kip met de gouden eieren. Maar er is nog een dienst waar partijen zich mee kunnen onderscheiden: die dienst richt zich pur sang op de ontwikkelaars van apps. Als orchestratie de heilige graal is, dan is app-ontwikkeling in de cloud op z’n minst de pot goud aan het eind van de regenboog. Slechte beeldspraak, geven we direct toe.
Maar feit is dat apps de markt voor software in de komende jaren zullen domineren. Om apps te kunnen ontwikkelen heb je een paar dingen nodig: heel basaal gaat het dan om ontwikkelsoftware en computing power. Combineer die twee en je zit op rozen. Hier kunnen providers zich ook toeleggen op specifieke markten, bijvoorbeeld financieel of gezondheidszorg. Zorg dat ontwikkelaars in die markten niet voortdurend zelf allerlei tools hoeven aan te schaffen, maar stel het beschikbaar als PaaS. Pay as you use – in OPEX-modellen.
Doe het wel snel. Want ook de grote drie zijn inmiddels voortvarend bezig om deze mogelijkheden verder uit te diepen. Zo kondigde Microsoft vorige week de Azure App Service aan waarin het bedrijf allerlei ontwikkeltools voor web en mobiele toepassingen heeft gebundeld. Voorheen waren dat nog aparte diensten zoals Azure Websites, Azure Mobile Services en Azure BizTalk als integratielaag. Door deze diensten te integreren krijgen ontwikkelaars alle gereedschappen letterlijk in één doos. Eén puntje: de ontwikkelde diensten moeten wel voor gebruik in Azure geschreven zijn, ook al zijn er API’s beschikbaar naar andere cloudplatformen. Kortom: er is nog markt genoeg voor innovatieve geesten.