- Door
- Arnout Veenman
- geplaatst op
- 17 januari 2007 10:21 uur
In telkens meer rechtszaken waar het om een domeinnaam gaat, worden er tegenwoordig volledige kostenveroordelingen door de rechter toegekend. Dit is mogelijk door de Europese Richtlijn nr. 2004/48/EG artikel 14 die het volgende stelt, waar het gaat om rechtszaken met betrekking tot intellectuele eigendommen:
De lidstaten dragen er zorg voor dat, als algemene regel, redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten die de in het gelijk gestelde partij heeft gemaakt, door de verliezende partij zullen worden gedragen, tenzij de billijkheid zich daartegen verzet.
De Nederlandse wetgever is bezig met een implementatie hiervan in de Nederlandse wet in de vorm van artikel 1019h Rv. Daarnaast is het ook zo dat de Europese Richtlijn rechthebbenden van intellectuele eigendommen meer mogelijkheden verschaffen om hun rechten te handhaven, waaronder het toekennen van reeele schadevergoedingen, ruimere mogelijkheden tot revindicatie (eigendom opeisen van zaken die inbreuk maken) en het vorderen van genoten winst door inbreuk op intellectuele eigendommen.
Voor domeinkapers is dit natuurlijk slecht nieuws. De huidige praktijk is dat een domeinkaper een bedrag vraagt voor een gekaapte domeinnaam die een stuk lager is als het starten van een procedure. Daardoor zal een rechthebbende op wiens rechten inbreuk zijn gemaakt door de domeinkaper, eerder overgaan tot betaling van wat we zouden kunnen noemen losgeld voor de domeinnaam. In plaats van het starten van een procedure bij de rechtbank.
Met behulp van de wetgeving die voortkomt uit de Europese Richtlijn wordt het een stuk interessanter zijn om een procedure aan te spannen. Gezien in dat geval van winst, de domeinkaper voor de volledige kosten van de procedure opdraait en ook kan worden opgedragen om de genoten winst te betalen aan de eiser. Waarbij het aan de domeinkaper is om rekenschap af te leggen over de genoten winst. Verder zijn er ook nog eens ruimere mogelijkheden tot het vorderen van schadevergoeding.
Ondanks het feit dat dit goed nieuws is voor rechthebbenden, blijft Nederland het land van consensus. Het is dus niet zo dat in iedere zaak een volledige kostenveroordeling zal worden toegekend door de rechter. Daarnaast is het ook zo dat je als eiser zelf ook de deksel op je neus kan krijgen, omdat die volledige kostenveroordeling voor de in het ongelijk gestelde partij is en dat kan ook de eiser zelf zijn.
Daardoor is een ander gevolg dat de ADR-procedure van de SIDN ook een interessant alternatief zou kunnen worden voor een gerechtelijke procedure, vooral wanneer deze aan de hand van de uitkomsten van het Domeinnaamdebat 2006 is aangepast aan de huidige eisen.