- Door
- Arnout Veenman
- geplaatst op
- 16 juni 2015 08:00 uur
Data Protectors B.V., de exploitant achter Bunkerinfra Datacenters dat datacenters bouwt in atoombunkers, is afgelopen donderdag failliet verklaard door de rechtbank Den Haag. Ook het roemruchte Cyberbunker datacenter in Kloetinge dat in 2014 werd heropend, maakt er onderdeel van uit.
Het faillissement mag voor velen als een verrassing komen, maar de dit jaar gepubliceerde jaarcijfers over 2013 laten een financieel zeer negatief beeld zien. Ook lagen de aandeelhouders/investeerders van Data Protectors met elkaar overhoop.
In de jaarcijfers over 2013 die dit jaar bij de Kamer van Koophandel zijn gedeponeerd, blijkt dat het bedrijf totaal voor 1,5 miljoen euro aan bezittingen had, waarvan 1,25 miljoen euro vermogen en 0,25 miljoen aan vorderingen. Echter had het bedrijf ook voor 1 miljoen euro aan langlopende schulden en voor 1,9 miljoen euro aan kortlopende schulden (die binnen één jaar moesten worden terugbetaald). Als gevolg daarvan had het bedrijf een eigen vermogen van maar liefst -/- 1,4 miljoen euro (negatief). Een negatief eigen vermogen wordt ook wel aangeduid als ’technisch failliet’. Het bedrijf stond er financieel op zijn zachtst gezegd in 2013 al niet al te best voor.
Ook rommelde het tussen de aandeelhouders. Bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam werd op 7 januari dit jaar er een zogeheten enquêteverzoek ingediend. De uitspraak op 16 april dat verzoek geeft een interessant kijkje achter de schermen. Hieruit blijkt dat in 2013 werden de activiteiten van Bunkerinfra Datacenters B.V. overgenomen door Data Protectors B.V. nadat Bunkerinfra in de financiële moeilijkheden was geraakt. Verder blijkt dat Data Protectors was opgericht door Ambient die om Data Protectors van financiering te voorzien op zoek ging naar investeerders. In totaal zocht het bedrijf voor 600.000 euro aan investeringen, die het dan kon doorlenen aan Data Protectors.
Om potentiële investeerders te verleiden, werden er aan hen verschillende documenten beschikbaar gesteld waaronder een investeringsmemorandum, liquiditeitsprognoses en crediteurenoverzichten. In het investeringsmemorandum stond onder meer het volgende:
Dataprotectors B.V. zal begin augustus een aanvullende financiering verkrijgen van € 2.000.000,-. (…)
Bij ingebruikname van de bunker wordt op basis van het omzetschema in 2013 een netto resultaat verwacht van 1.7 mln in 2013. (…) De in alle prognoses tot en met 2014 aangegeven inkomsten in Data Protectors B.V. en de beide Bunkerinfra B.V.’s zijn gebaseerd op contracten met klanten voor data-opslag.
Op basis hiervan werd door één investeerder in totaal 500.000 euro aan Ambient geleend en een derde partij heeft nog eens 100.000 euro aan Ambient geleend. Daarnaast verkreeg de
investeerder ook totaal 15% van de aandelen van Ambient.
Later bleek echter dat wat er werd voorgespiegeld in het investeringsmemorandum niet heel betrouwbaar was:
De financiering van € 2.000.000.- waarvan in het investeringsmemorandum melding werd gemaakt, is in augustus 2013 (en nadien) niet verstrekt. Voorts waren er, anders dan in het memorandum stond vermeld, nog geen contracten met klanten voor data-opslag van kracht.
Ook bleek Ambient de verplichtingen met betrekking tot de leningen niet na te komen:
De door Finraad verstrekte geldlening was voor een gedeelte ter grootte van € 100.000 een overbruggingskrediet met een looptijd van zes maanden, tot 7 december 2013. Ambient heeft dit deel van de geldlening niet tijdig terugbetaald. Ambient heeft evenmin voldaan aan haar verplichting tot betaling van rente over de door [E] verstrekte lening van € 385.000 met een looptijd van vijf jaar. Ambient heeft ook facturen van Bureau Valstar Simonis, een bedrijf van [E], onbetaald gelaten. Op voorstel van [E] zijn in de algemene vergadering van aandeelhouders van 28 april 2014 Kankantri en Hanhugo als bestuurders van Ambient ontslagen.
Daarna gebeurde er vennootschapsrechtelijks nog iets interessants; waarbij de aandelen van Data Protectors werden geleverd aan een tussenholding en waarbij Ambient dan weer aandelen in het moederbedrijf van de tussenholding zou krijgen. Echter werden die laatste aandelen in eerste instantie niet geleverd. Uiteindelijk gebeurde dat wel.
Aan de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam werd enkel gevraagd om zich uit te spreken over de gang van zaken over de investering in Ambient (tot juni 2013). Daarom wijst de Ondernemingskamer het verzoek af omdat het om een zuiver vermogensrechtelijk geschil en het enqueteverzoek niet toewijsbaar is. Echter hebben we dankzij de uitspraak van de Ondernemingskamer wel inzicht in de merkwaardige gang van zaken rond Bunkerinfra.
Zelf de uitspraak van de Ondernemingskamer nalezen kan hier.