- Door
- Jeroen Mulder
- geplaatst op
- 24 juni 2015 08:00 uur
Docker. Dat was vooral iets waar ontwikkelaars druk mee waren. Docker zorgt ervoor dat applicaties in een container terechtkomen die je vervolgens op elke Linux-machine kunt draaien. Tot voor kort was Docker eigenlijk de enige serieuze tool voor applicatiecontainers, maar dat verandert in rap tempo. De markt ontdekt de grote voordelen van containers. En het is de eerste stap naar de ‘heilige graal’ in cloud: applicatieportabiliteit. Uiteindelijk is dat het doel: ervoor zorgen dat applicaties verplaatst kunnen worden tussen diverse cloudstacks. Hoe ver zijn we daar vanaf?
Het antwoord: best ver. Hoewel er deze week de nodige ontwikkelingen te melden zijn op het gebied van containers. Neem IBM. Dat is de eerste grote IT-speler die Docker daadwerkelijk omarmt. Big Blue ontwikkelde een aantal eigen tools waarmee het Docker geschikt maakt voor kritische workloads van haar grote klanten. Denk aan zaken als load balancing en auto recovery. Daarnaast komt Docker beschikbaar via Bluemix op het eigen Cloud Foundry PaaS-platform van IBM.
IBM is echter niet de enige partij die de containertechnologie heeft ontdekt. Integendeel. Deze week werd het Open Container Project gepresenteerd, onderdeel van de Linux Foundation. Binnen het project hebben vijftien partijen elkaar inmiddels gevonden: Amazon, Cisco, EMC, VMware, CoreOS, Google, Goldman Sachs, HP, Huawei, Intel, Joyent, Microsoft, Red Hat, IBM en – natuurlijk – Docker. Doel: ontwikkelen van applicatieportabiliteit. Applicaties die op elk platform kunnen draaien, ongeacht het operating systeem of de tooling van een specifieke cloudprovider.
Docker zet hierin de eerste stap door de code voor het maken van container images beschikbaar te stellen aan het project. Alle partijen kunnen deze code nu bewerken en zo gezamenlijk een containerstandaard ontwikkelen voor alle aangesloten platformen. Daartoe heeft het project drie richtlijnen opgesteld. Containers mogen niet gebonden zijn aan specifieke platformen of orchestration-technologieën, niet exclusief verbonden zijn met enige (commerciële) aanbieder binnen het project en de containers moeten onafhankelijk kunnen draaien op alle mogelijke besturingssystemen, cpu-architecturen en public cloud-stacks.
Het begin voor echte applicatieportabiliteit is dus gemaakt. Het feit dat de grote cloudpartijen in de markt elkaar gaan helpen om de technologie die dit mogelijk maakt, verder te ontwikkelen, is absoluut een mijlpaal. Het is al mogelijk om virtuele machines te beheren in diverse cloudstacks vanuit het single-pane-of-glass principe. Maar echte orchestratie waarbij workloads voortdurend kunnen worden ‘herverdeeld’ over de stacks, zal nog even op zich laten wachten – hoewel de ontwikkelingen snel gaan en juist door initiatieven als Open Container sneller dan aanvankelijk gedacht. Gartner houdt het vooralsnog op eind 2016.