- Door
- Jeroen Mulder
- geplaatst op
- 14 augustus 2015 08:00 uur
Een trend is het nog niet, maar feit is wel dat klanten zwaardere eisen gaan stellen aan opslag in de cloud. Klanten willen meer dan simpelweg documenten of foto’s bewaren. Niet voor niets maakte Vodafone zeer recent bekend te stoppen met de huidige cloudopslagdienst. Het concern wil de klant meer mogelijkheden bieden dan eenvoudig capaciteit, maar op het bestaande platform is dat niet mogelijk. In dit geval gaat het dan om consumenten, maar ook in de zakelijke markt vragen klanten om meer toegevoegde waarde. En: garanties. Daarin dreigt het gevaar van doorschieten.
Dat doorschieten wordt natuurlijk door de markt gevoed. Denk maar eens aan het begrip ‘data durability’ dat toch regelmatig terugkomt in het eisenpakket. Het is zo’n begrip waarvan niemand echt weet wat het nu betekent. Hanteren we de omschrijving zoals Amazon die toepast, dan gaat het over de kans dat er een stukje data kwijtraakt. Ooit. Amazon claimt data durability met 99,999999999%. Ofwel: de kans dat elke tienduizend jaar een stukje data verloren gaat – volgens de toelichting van Amazon zelf. Fraaie marketing, maar verder volstrekt onzinnig. Een klant die het opneemt in het eisenpakket voor clouddiensten, mag worden doorverwezen naar Toverland. Om te beginnen: hoe meet je dit? En belangrijker: het dient geen enkel doel.
Er zijn meer van dit soort eisen te verzinnen. De meest voorkomende zijn de beschikbaarheidseisen van 99,99 of 99,999%. Een provider zal niet snel de vraag stellen of de klant dit echt wel nodig heeft. Als een provider het kan leveren, dan wordt het vinkje eenvoudigweg gezet. Vanzelfsprekend hangt er dan een prijskaartje aan: dubbele datacenters, disaster recovery, redundante netwerkverbindingen, clusters. Technisch is er nagenoeg geen limiet om de meest krankzinnige eisen in te kunnen vullen. Als een klant ervoor wil betalen, is er eigenlijk geen probleem.
Of wel? Want dergelijke zware eisen leiden automatisch tot zeer complexe ecosystemen. Dat moet beheerd en vooral beveiligd, op veel niveaus. Het maakt dergelijke infrastructuren meteen ook kwetsbaar. Los daarvan: wie heeft de leiding? De koopman of de dienstverlener? Verkopen we allerlei diensten gewoon omdat de klant het vraagt of gaan we met die klant om tafel om te bepalen wat hij nu echt nodig heeft? Het wordt tijd dat enterprise architecten zich meer gaan verdiepen in clouddiensten. Waarom? Omdat enterprise architecten gewend zijn om te denken vanuit behoeften: business, data, applicaties, techniek. Wat hebben we nodig om een businessproces te kunnen draaien en welke eisen moeten we daaraan stellen? Een enterprise architect denkt daarbij niet in negens.
Het zijn allemaal stappen die gezet moeten worden om cloud echt volwassen te maken. Onlangs publiceerde CTO Ruben van der Zwan van Amsio een blog over de volgende stappen in cloud, de ‘hype voorbij’. Hij pleit daarin voor het opstellen van een connectiviteitsstrategie en een impactanalyse om de ‘kritieke’ punten in de infrastructuur inzichtelijk te maken. Dat moet niet alleen op infra-niveau, maar ook op applicatielaag en zelfs business. “Iedere situatie stelt andere eisen. Als service provider vind ik dat je de taak hebt klanten hierop te wijzen en hierbij te helpen”, aldus Van der Zwan. Sluiten we ons bij aan.