- Door
- Arnout Veenman
- geplaatst op
- 19 augustus 2015 08:00 uur
Sinds enkele jaren is het heel makkelijk om een BV op te richten. Je hoeft geen 18.000 euro meer te storten en je hoeft ook niet eerst een verklaring van geen bezwaar van het ministerie van V&J te hebben, alvorens je bij de notaris langs kan gaan. Daarnaast heeft een BV daarom het voordeel dat je in principe niet aansprakelijk bent voor schulden van het bedrijf mocht dat failliet gaan en je kan je bedrijf veel makkelijker verkopen.
Moet elke (kleine) hoster zijn bedrijf dan in een BV onderbrengen? Absoluut niet. Er zijn namelijk een aantal dingen die – vooral ten aanzien van belastingen – anders werken dan bij een eenmanszaak (of vof). De belangrijkste zijn dat je een groot aantal belastingvoordelen die je als IB-ondernemer moet missen en dat je je zelf als DGA van je eigen BV verplicht een salaris moet toekennen.
Om te beginnen met het eerste onderwerp. Als IB-ondernemer (met een eenmanszaak of als vennoot in een vof) heb je verschillende voordelen die je in een BV niet hebt. De belangrijkste is dat je de zelfstandigenaftrek moet missen, dat betekent dat je 7.280 euro aan aftrek mist. Alleen al het missen van deze faciliteit, zorgt ervoor dat je – wanneer je relatief weinig winst maakt – al snel enkele duizenden euro’s méér aan belasting gaat betalen. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat je als ondernemer dan wel aan het urencritierium moet voldoen. Dat betekent dat je minimaal 1.225 uur per jaar aan je bedrijf moet besteden. Wie dat niet doet (of niet kan aantonen), heeft geen recht op deze aftrek en daarvoor geldt dit dus niet.
Daarnaast betaal je maar belasting over 86% van je winst, je mag namelijk 14% van je winst aftrekken. Dit geldt voor elke IB-ondernemer, ongeacht hoeveel tijd je in je bedrijf steekt. Als gevolg daarvan betaal je over je winst 31,39% (36,5% x 86%) tot 44,72% (52% x 86%) belasting.
Indien je een BV hebt, dan is de belasting die je over je winst betaalt een tweetrapsraket. Eerst betaalt de BV zelf vennootschapsbelasting over de gemaakte winst. Het tarief is maximaal 25%, maar over de eerste 200.00 euro betaalt de BV maar 20%. Een kleine hoster zal waarschijnlijk niet snel een hogere winst behalen (dat heeft ook te maken met de gebruikelijkloonregeling die voor de DGA die ik hieronder nog zal bespreken).
Wanneer de winst van de BV aan de ondernemer/aandeelhouder wordt uitgekeerd, betaalt de DGA ook inkomstenbelasting in box II. Het tarief daarvan is 25%. De totale belasting over de winst tot 200.000 euro is daardoor 20% over 100% + 25% over 80% (nadat er 20% Vpb af is gegaan), dat betekent dat de totale belastingdruk 40% is.
Qua tarief is een BV dus niet persé voordelig, voor relatief kleine winsten is een BV zelfs onvoordelig. Hoe lager de winst, hoe onvoordeliger het wordt, zeker als je als ondernemer recht op zelfstandigenaftrek hebt. Een BV heeft echter wél één groot voordeel. Je bent niet verplicht om de winst die je hebt gemaakt, uit te keren. Die kun je ook (zolang als je wilt) in je BV laten zitten en niet uitkeren als dividend. Daarmee stel je het betalen van 25% inkomstenbelasting in box II uit en kun je er later ook voor kiezen om de winst te herinvesteren (in je huidige bedrijf of een nieuw bedrijf).
Naast het verschil in de wijze waarop winst wordt belast, is er nog een belangrijk verschil tussen het belasten van het inkomen van de ondernemer met een eenmanszaak (of vennoot in een vof) en als DGA van een BV. In een eenmanszaak (of vof) is er alleen (een) winst(aandeel) terwijl een DGA zichzelf ook verplicht loon moet toekennen. En dat loon mag niet één euro zijn maar moet in veel gevallen minimaal 44.000 euro zijn. Al is een lager loon onder bepaalde omstandigheden ook mogelijk, dat zal bijvoorbeeld het geval kunnen zijn wanneer de winst van de BV lager is dan de winst. Aan de andere kant kan ook een hoger loon moeten worden toegekend, bijvoorbeeld als 90% van de winst van de BV afhankelijk is van de arbeid van de DGA (dat is dus al snel het geval als er geen andere werknemers bij de BV zijn). Dat wordt ook wel de “afroommethode” genoemd.
Een BV heeft verschillende voordelen, bijvoorbeeld waar het gaat om aansprakelijkheid voor de schulden van het bedrijf, het is makkelijker om je bedrijf te verkopen en belastingtechnisch is het als je groeit en meer winst gaat maken zelfs goedkoper en je kan belastingheffing (deels) uitstellen. Voor een kleine hoster kan een BV echter relatief duur zijn door het ontbreken van fiscale voordelen die je wel bij een eenmanszaak hebt en door de manier waarop winst wordt behandeld in de BV en het feit dat je jezelf verplicht loon moet uitkeren.
Mocht je overwegen om als (kleine) hoster je bedrijf van een eenmanszaak (of vof) in een BV te veranderen, dan is het verstandig om je goed te laten adviseren over de (fiscale) gevolgen. Een BV heeft namelijk niet alleen voordelen maar kan zeker voor kleine hosters een duur grapje zijn.