- Door
- Jeroen Mulder
- geplaatst op
- 3 februari 2016 08:00 uur
Met de huidige dichtheid van servers in datacenters, blijft koeling een uitdaging. En met koeling het energieverbruik van datacenters. Microsoft denkt daarvoor een oplossing te hebben gevonden waarbij het mes aan twee kanten snijdt. Het bedrijf deed recentelijk een eerste proef met een diepzee-datacenter.
Feitelijk is het datacenter een cilinder die tot honderden meters onder zeeniveau kan opereren. Het datacenter wordt daarbij gekoeld door het koude zeewater. Probleem met zeewater is wel dat het metaal snel aantast, maar volgens Microsoft kunnen de cilinders tot vijf jaar mee als ze een keer onder water zijn. Het nadeel van de kortere levensduur valt ruimschoots weg tegen de besparingen die met dit concept zijn te behalen.
Los van de koeling denkt Microsoft er ook over om met behulp van turbines energie op te wekken dankzij de getijdenstroming. De totale energiebesparing zou dan nog veel groter zijn. Laatste grote voordeel is dat de containers dicht bij de gebruikers geplaatst kunnen worden: volgens het bedrijf woont en werkt een groot deel van de wereldbevolking in steden aan de zee. Datacenters staan daarentegen vaak meer landinwaarts. Het idee om de datacenters aan de kust te bouwen, is dus zo gek niet, aldus de New York Times.
En het milieu? De engineers van Microsoft hebben een aantal effecten gemeten. Zo veroorzaken de datacenter-containers geen overmatig lawaai en geven ze ook geen extra warmte af aan het zeewater. Voorlopig gaat het om een proef – onder de naam Project Natick. Wanneer de containers echt in productie kunnen, is niet bekend.