- Door
- Jeroen Mulder
- geplaatst op
- 6 april 2016 08:00 uur
Hybride cloud heeft de toekomst, aldus menig deskundige in het veld, maar klopt dat wel? Is het niet vooral ‘wishfull thinking’ van een aantal middelgrote tot grote leveranciers van IT-services? Die zien hun omzet immers met rappe schreden fors wegvloeien richting cloudgiganten als Azure, AWS en Google. Dus is het zaak om hun klanten ervan te overtuigen dat bedrijven echt niet alles in die grote cloudstructuren willen hosten. Nee, echt missiekritische systemen moeten in private cloud, liefst in eigen datacenters. Om zulks te onderstrepen wordt er gezwaaid met allerlei ‘controls’ in ‘frameworks’ zoals de ISO-standaarden en ISAE 3402. Je moet als bedrijf ‘in control’ zijn. Dat ben je per definitie niet als je alles in de cloud hebt. Tijd om wat mythes door te prikken.
Om te beginnen: cloud ‘on premise’ is geen cloud. Dat is op z’n best utility computing en het is zo oud als IT zelf. Enige grote verschil is het afrekenmodel: pay what you use. Even kijken of dat wel klopt: je laat als bedrijf dus een paar grote bakken neerzetten in een eigen datacenter en vervolgens spreek je contractueel af dat je alleen betaalt voor het daadwerkelijk gebruik. De leverancier doet dus óf een enorme voorinvestering (waarbij de meeste leveranciers zullen betogen dat ze geen bank zijn en dat dus niet doen) óf de klant betaalt ergens gewoon voor de gehele infrastructuur. Meestal is het laatste het geval. Dat kan met een ‘basefee’, in eenmalige projectkosten of het is in de tarieven versleuteld. Maar betalen doen ze.
Waarom doen bedrijven dit toch? Omdat ze zekerheid willen. Bedrijfskritische workloads worden op dergelijke infrastructuur gehost. Nog wel. Want dit is echt cloudwatervrees, om maar eens een heel slechte woordgrap te gebruiken. On premise-cloud is namelijk net zo inflexibel als de ‘legacy IT’. Ergens zit er domweg een grens aan de capaciteit en dan moet je hardware- en softwarematig simpelweg uitbreiden. Punt. Gaat niets of niemand iets aan veranderen. Capaciteitmanagement blijft overigens altijd een belangrijk gegeven, zelfs in public cloud. Een bedrijf moet kunnen plannen, immers.
In control zijn. Dan komen de auditors om de hoek kijken. Vooral ISAE 3402 – de opvolger van SAS 70 – is een framework waarin ‘beheersinstrumenten’ worden afgedekt. Maar ISAE 3402 zegt nergens dat je als bedrijf niet in control kunt zijn als je systemen off premise of in de (public) cloud hebt staan. Daar doet het framework geen uitspraken over. Met ISAE 3402 tonen serviceorganisaties aan dat ze de risico’s voor opdrachtgevers hebben beperkt door op een aantal terrein maatregelen te treffen – bijvoorbeeld door de invoering van change- en capacitymanagement. Inderdaad: ITIL-processen. Die maatregelen moeten aantoonbaar zijn. Ook Azure en Amazon overleggen ISAE 3402-rapporten. Het is zo langzamerhand al nauwelijks onderscheidend meer in de markt. Zonder 3402 ben je eigenlijk zo goed als klaar in de enterprise cloudmarkt.
On premise is vooral commercieel interessant. Maar hybrid cloud en on premise-infra is vooral transitiearchitectuur. Kijk waar cloud zich naartoe beweegt: lego in de gehele OSI-stack. Over twee tot maximaal vijf jaar zullen ontwikkelaars alleen nog maar stukjes code uploaden naar een cloudstack, waar een Fabric-engine de code vertaalt naar een werkende applicatie en via container-deployment naar diverse hostingstadia (DevOps) publiceert. Alle leidende partijen in technologie maken op dit moment grote stappen in deze ontwikkeling. Azures Fabric, Dockers Swarm, Googles Kubernetes en LXD. Het is slechts het begin. Allemaal technologie die ervoor zorgt dat behoeftes van klanten direct kunnen worden beantwoord. Niet morgen, maar nu. Ontwikkeltijd gaat van weken terug naar uren. Dat betekent dat je in de hele stack een maximale flexibiliteit en elasticiteit moet kunnen waarmaken. We wagen er nog een voorspelling op: uiteindelijk zal er maar één cloud zijn. Wellicht zullen er ‘onder de motorkap’ wel verschillende aanbieders zijn, maar juist door bijvoorbeeld ook onbenutte capaciteit aan de randen van de cloud in te zetten, wordt cloud diffuser voor de eindgebruiker. Daar zit direct de toegevoegde waarde voor de traditionele IT-dienstverleners – ervoor zorgen dat de eindklant wel in control blijft. Dat doe je in de eerste plaats door ervoor te zorgen dat die eindklant overzicht houdt. Niet door hem af te houden van iets dat onvermijdelijk gaat komen.
Dit artikel is volstrekt op eigen titel – en ik nodig iedereen van harte uit om hierover te discussiëren.